Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 maart 2009
gepubliceerd op 28 april 2009

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat de haven van Brussel toelaat percelen te onteigenen gelegen op het grondgebied van de stad Brussel

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031221
pub.
28/04/2009
prom.
26/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/26/2009031221/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MAART 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat de haven van Brussel toelaat percelen te onteigenen gelegen op het grondgebied van de stad Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd door de wet van 8 augustus 1988, de wet van 5 mei 1993 en de wet van 16 juli 1993, inzonderheid in artikel 6, § 1, x, 1° en 79;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid in artikel 38;

Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 februari 1990 betreffende de onteigening van algemeen nut die hiervoor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering opvolging of machtiging geeft;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de dringende procedure inzake onteigening van algemeen nut;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering;

Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de uitbating en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en hun bijgebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid in artikel 2, 4 en 15;

Gelet op het Bestek van de Haven van Brussel, inzonderheid op artikel 9.3, vastgelegd bij besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1993;

Gelet op artikel 15.1 en 15.2 van het beheerscontract 2008-2012 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Haven van Brussel, in het bijzonder in artikel 15.2.6 : « In het kader van de beslissing van de Brusselse Regering van 1 maart 2007 verleent het Gewest de Haven een compensatie in de vorm van een terrein van 2,5 ha in de voorhaven langs de waterweg, voor het terreinverlies dat ze heeft geleden door het project voor de aanleg van het openluchtzwembad »;

Gelet op de beslissing van de Raad van bestuur van de Gewestelijke vennootschap van de Haven van Brussel van 30 januari 2009 om de machtiging te bekomen van de Regering tot onteigening van de percelen ingeschreven in het kadaster van Brussel, AFD 21, sectie A, 231 k en 563 N, gelegen op het grondgebied van de Stad Brussel, op basis van de procedure voorzien in de wet van 26 juli 1962 betreffende de dringende procedure inzake onteigening tot algemeen nut;

Overwegende dat de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de uitbating en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en hun bijgebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Haven van Brussel belast met het ontwikkelen van activiteiten in verband met de waterweg en globaal genomen met het toewijzen van terreinen gelegen langs het kanaal;

Dat in dit opzicht de Haven van Brussel de onroerende goederen, noodzakelijk voor het uitbreiden van haar domein, kan onteigenen, op voorwaarde dat de Regering hiervoor toestemming geeft;

Dat deze opdracht van algemeen nut is omdat hij door het gebruik van de waterweg de mobiliteit bevordert, de investeringen op het gewestelijk grondgebied stimuleert en de tewerkstelling doet groeien;

Dat dit blijkt uit het Bestek van de Haven van Brussel opgemaakt krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de uitbating en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en hun bijgebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Dat artikel 9.3 van het Bestek van de Haven van Brussel in het bijzonder bepaalt dat « de concrete modaliteiten van de ontwikkeling van het verkeer op de waterweg in het beheerscontract staan. Daarin moet het volgende opgenomen zijn : de bestemming van de terreinen gelegen langsheen het kanaal voor de gebruikers van de waterweg, voor zover haveninfrastructuur aanwezig is »;

Dat artikel 15 van het beheerscontract 2008-2012 wijst op de noodzaak om het havendomein uit te breiden zodat er zich meer bedrijven kunnen vestigen en de logistieke rol van de Haven versterkt wordt;

Dat het beheerscontract 2008-2012 erin voorziet dat de Haven van Brussel waakzaam moet zijn voor percelen gelegen langs haar domein waarvan de Haven zelf geen eigenaar is of beheert, zodat nieuwe kansen direct kunnen gegrepen worden en hiervoor de bestaande onteigeningsinstrumenten aan te wenden;

Dat blijkt dat de percelen AFD 21, sectie A, 231 k en 563 N, ingeschreven in het kadaster van Brussel, beide bestemd als haven- en logistieke zone in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (Gewop), momenteel niet optimaal benut zijn omdat de beperkte activiteiten die er plaats vinden in geen enkel opzicht bijdragen tot het gebruik van de belendende waterweg;

Dat het de laatste grote percelen betreft gelegen langs het kanaal die beter benut kunnen worden door de Haven van Brussel;

Dat deze percelen grotendeels onbenut zijn aangezien zij grote brandstofreservoirs bevatten en dat de grond er thans gesaneerd wordt;

Dat door onteigening van de percelen het havendomein groter zal worden en de ontwikkeling van de Haven erop vooruit zal gaan en het gebruik van de waterweg aangewakkerd wordt;

Dat het verwerven van deze percelen voor de Haven van Brussel noodzakelijk is voor de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal en de haven zodat ondernemingen die gebruik maken van het kanaal zich op gewestelijk grondgebied kunnen gaan vestigen;

Dat de eigenaar niet is ingegaan op talrijke voorstellen van de Haven van Brussel om zijn percelen in der minne af te staan;

Dat onteigening van de percelen ten gunste van het havendomein het algemeen belang dient en van algemeen nut is;

Overwegende dat de onmiddellijke beschikking de Haven van Brussel in staat stelt het terrein onverwijld gebruiksklaar te maken met het oog op het zo snel mogelijk afstaan ervan aan bedrijven die de waterweg gebruiken;

Dat de economische toestand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erdoor zou verbeteren;

Dat de Haven van Brussel niet langer beschikt over terreinen van die grootte als deze die onteigend moeten worden om aan de vraag van bedrijven te kunnen voldoen met activiteiten waarvoor hun vestiging langs het kanaal noodzakelijk is;

Dat de Haven van Brussel niet tegemoet kan komen aan de vraag naar uitbreiding van verschillende bedrijven, zoals de nv De Kempeneer, de nv Luypaert, de nv Havelange, de nv DSV, de nv Zuidnatie, de nv Bolckmans, de nv Gima, ATU, Mozer, de Gemeenschappelijke Actie van handelaren, kenbaar gemaakt in het kader van projectoproepen in 2008 of tijdens gerichte acties;

Dat elke vertraging in de procedure bovendien de kans vergroot op speculatie op de te onteigenen percelen;

Dat het inroepen van een andere procedure dan die waarin de wet van 26 juli 1962 voorziet betreffende de dringende procedure inzake onteigening tot algemeen nut, de doelstelling van een snelle verwerving van terreinen langs het havendomein niet zou realiseren;

Dat er bijgevolg reden is om bij gebrek aan minnelijke afstand van de benodigde percelen de Haven van Brussel te machtigen om onmiddellijk over te gaan tot onteigening ervan;

Dat het inroepen van de dringende procedure bijgevolg noodzakelijk is om de voorgenomen onteigening te kunnen realiseren;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 maart 2009;

Gelet op het akkoord van de Begrotingsminister, gegeven op 26 maart 2009;

Op voordracht van de Staatssecretaris belast met de Haven van Brussel Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid zoals bepaald onder artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.De Haven van Brussel is gemachtigd om bij gebrek aan minnelijke afstand van de percelen over te gaan tot onteigening ervan zoals bepaald in artikel 3 in toepassing van de procedure waarin de wet van 26 juli 1962 voorziet betreffende de dringende procedure inzake onteigening tot algemeen nut.

Art. 3.Het is noodzakelijk, voor redenen van algemeen nut, om onmiddellijk de percelen AFD 21, sectie A, 231 k en 563 N ingeschreven in het kadaster te Brussel, en gelegen op het grondgebied van de Stad Brussel, in bezit te nemen zoals die in het roze zijn aangeduid op bijgevoegd plan.

Art. 4.De staatssecretaris bevoegd voor de Haven van Brussel is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Dit besluit treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 26 maart 2009.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huis-vesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamen-werking, CH. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ambtenarenzaken, Gelijke Kansenbeleid en de Haven van Brussel, Mevr. B. GROUWELS

^