gepubliceerd op 14 augustus 2008
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun inzake pre-activiteit en de steun voor studies en diensten van externe consultants
26 JUNI 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun inzake pre-activiteit en de steun voor studies en diensten van externe consultants
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 10 van 13 januari 2001, bl. 33);
Gelet op de aanbeveling 2003/361/EG van 6 mei 2003 van de Commissie betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;
Gelet op het ontwerp van Verordening (EG) van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag waarbij bepaalde categorieën steun compatibel verklaard worden met de gemeenschappelijke markt (PB C 201 van 8 september 2007, bl. 14);
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8, eerste lid;
Gelet op de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun voor de bevordering van de economische expansie, inzonderheid de artikelen 25 tot 27, 66 en 71 tot 73;
Gelet op de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 mei 2005 houdende uitvoering van artikel 8, § 1, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 maart 2008;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 januari 2008;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 februari 2008;
Gelet op het advies nr. 44.501/1 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2008 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1.De in onderhavig besluit voorziene steun wordt toegekend onder de in de Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag betreffende de staatssteun ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen bedoelde voorwaarden.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « organieke ordonnantie » : de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun voor de bevordering van de economische expansie;2° « onderneming » : de onderneming zoals bepaald in artikel 2, 2°, van de organieke ordonnantie en bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2008 betreffende de definitie van de onderneming en van de micro-, kleine en middelgrote onderneming;3° « overdracht van de onderneming » : elke operatie, met inbegrip, op niet-uitputtende wijze, van de fusie, de splitsing, de daarmee verwante operaties, de overdracht en de aanbreng van activiteitstakken of veelzijdigheid, de overdracht van handelsfondsen, de overdracht van aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, met als voorwerp of gevolg de conventionele overdracht van een onderneming, met behoud van haar identiteit, teneinde de exploitatie ervan verder te zetten op een stabiele en duurzame wijze;4° « erkende vereniging » : elke, overeenkomstig artikel 6, § 2, door de Minister erkende vereniging zonder winstoogmerk, internationale vereniging zonder winstoogmerk of stichting, waarvan de activiteit in de eerste plaats gericht is op de hulp bij de oprichting en de begeleiding van ondernemingen is;5° « diensten van externe consultants » : alle, door een consultant of een gespecialiseerde dienst gegeven advies dat bestemd is om de werking of de competitiviteit van de onderneming te verbeteren;6° « studie » : elke, aan een investeringsproject voorafgaande haalbaarheidsstudie van economische, technische of financiële aard;7° « NACE BEL-nomenclatuur » : de door het Nationaal Instituut voor de Statistiek uitgewerkte nomenclatuur van activiteiten in een geharmoniseerd Europees kader, opgelegd door de Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische nomenclatuur NACE Rev. 2 en tot wijziging van de Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad evenals sommige verordeningen betreffende specifieke statistische domeinen; 8° « Minister » : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Economie;9° « Bestuur » : het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;10° « Referentiepercentage » : de in de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C14 van 14 januari 2008) bepaalde interestvoet. De bepalingen bedoeld in artikel 2 van de organieke ordonnantie zijn van toepassing in de zin van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Preactiviteitssteun Afdeling 1. - Algemeen principe
Art. 3.Binnen de beschikbare begrotingskredieten verleent de Minister steun inzake pre-activiteit evenals voor studies en diensten van externe consultants, aan de natuurlijke persoon die een project voorlegt dat de oprichting van een onderneming in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de overdracht van een micro-, kleine of middelgrote onderneming kan inhouden en waarvan de economische activiteit op het Brussels grondgebied wordt uitgeoefend. Afdeling 2. - Voorwaarden verbonden aan de steun
Art. 4.Om de preactiviteitssteun te kunnen genieten, moet de natuurlijke persoon aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd zijn;2° niet regelmatig ingeschreven zijn in een door de Franse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschap erkende onderwijsinstelling.
Art. 5.Enkel de studies of de diensten van externe consultants die van uitzonderlijke en doorslaggevende aard zijn voor de oprichting of de overdracht van de onderneming kunnen aanleiding geven tot de toekenning van de steun. Zijn met name uitgesloten, de studies of diensten van externe consultants die betrekking hebben op de normale werking van de onderneming.
Art. 6.§ 1. De aanvaardbare studies en diensten van externe consultants moeten gerealiseerd worden door een in het betrokken domein gespecialiseerde consultant of dienst, die sedert minstens twee jaar actief is en blijk geeft van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst met referenties. Die gespecialiseerde consultant of dienst moet onafhankelijk zijn van de steunaanvrager. § 2. De keuze van de consultant of dienst moet, voorafgaandelijk aan de indiening van de aanvraag, het voorwerp zijn van een advies van een erkende vereniging.
De Minister maakt de lijst op en kan die elk jaar herzien, van de verenigingen die worden erkend door middel van een besluit. De aanneming van dit besluit gebeurt ten vroegste twee maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een oproep tot de geïnteresseerde verenigingen om zich kandidaat te stellen. De Minister bepaalt de voorwaarden die door de verenigingen vervuld moeten worden om erkend te worden; de verenigingen moeten er zich op zijn minst toe verbinden de kosteloosheid van het door deze paragraaf vereiste advies te waarborgen. Afdeling 3. - Vorm en bedrag van de steun
Art. 7.De preactiviteitssteun vertegenwoordigt 50 % van de prijs van de studie of van de dienst van de externe consultant. De minimumsteun bedraagt 500 euro per studie of dienst van een externe consultant. De maximumsteun bedraagt 15.000 euro. Per kalenderjaar kan een natuurlijke persoon slechts één enkele steun genieten. De in dit artikel vermelde bedragen worden om de vijf jaar geïndexeerd, de eerste maal op 1 januari van het vijfde jaar dat volgt op het jaar van de inwerkingtreding van dit besluit. De indexering gebeurt op basis van de gezondheidsindex van de maand december die voorafgaat. De referentiegezondheidsindex is die van de maand januari 2008. HOOFDSTUK III. - Steun voor studies en voor diensten van externe consultants Afdeling 1. - Algemeen principe
Art. 8.Binnen de beschikbare begrotingskredieten verleent de Minister steun aan de micro-, kleine of middelgrote onderneming voor studies en voor de diensten van externe consultants. Afdeling 2. - Voorwaarden verbonden aan de steun
Art. 9.Om steun voor studies en voor diensten van externe consultants te kunnen genieten, moet de onderneming aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° niet actief zijn in een van de in de bijlage van dit besluit hernomen sectoren;mits een voorafgaande mededeling aan de Regering kan de Minister die bijlage aanpassen in functie van de politieke prioriteiten en van de Europese reglementering; 2° geen onderneming zijn waarvan 25 % of meer van het maatschappelijk kapitaal of van de stemmen rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van een publiekrechtelijk rechtspersoon;3° geen onderneming in moeilijkheden zijn in de zin van de communautaire richtsnoeren betreffende de Staatssteun voor redding en herstructurering.
Art. 10.Enkel de studies of de diensten van externe consultants die een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en die dienen om een punctueel probleem op te lossen kunnen aanleiding geven tot de toekenning van steun. De volgende studies en diensten van externe consultants kunnen geen steun genieten : 1° deze die een permanente of periodieke activiteit van de onderneming vormen;2° deze die verband houden met de normale werkingsuitgaven van de onderneming zoals de regelmatige diensten van accountants of raadsmannen of ook nog publiciteit;3° deze die betrekking hebben op het dagelijks en recurrent beleid van de onderneming;4° de diensten van externe consultants die op regelmatige basis in onderaanneming gepresteerd worden;5° deze die betrekking hebben hetzij op opdrachten waarvoor de onderneming intern over voldoende deskundigheid beschikt, hetzij op gecombineerde opdrachten tussen ondernemingen die tot een zelfde activiteitensector behoren.
Art. 11.De aanvaardbare studies en diensten van externe consultants moeten gerealiseerd worden door een in het betrokken domein gespecialiseerde consultant of dienst, die sedert minstens twee jaar actief is en blijk geeft van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst met referenties. Die gespecialiseerde consultant of dienst moet onafhankelijk zijn van de onderneming. Het Bestuur kan een beroep doen op een extern expert om te oordelen over de kwaliteit van de gekozen consultant of dienst. Afdeling 3. - Voorwaarden voor het behoud van de steun
Art. 12.Om het voordeel van de steun te behouden moet de onderneming zich conformeren aan de volgende voorwaarden : 1° de bepalingen van de organieke ordonnantie en van dit besluit naleven;2° de bepalingen van de in artikel 16 bedoelde overeenkomst naleven;3° een eindverslag opmaken aan het einde van de periode gedurende dewelke zij de steun genoten heeft, overeenkomstig het door het Bestuur vastgestelde model. Afdeling 4. - Vorm en bedrag van de steun
Art. 13.De steun vertegenwoordigt 50 % van de prijs van de studie of van de dienst van de externe consultant. De minimumsteun bedraagt 500 euro per studie of per dienst van een externe consultant. De maximumsteun bedraagt 15.000 euro. Daarenboven mag de totale kostprijs van de studie of van de diensten van de externe consultant per kalenderjaar niet hoger zijn dan de eigen middelen van de onderneming vermeerderd met de schulden op meer dan een jaar. Per kalenderjaar kan een zelfde onderneming slechts steun genieten voor : 1° ten hoogste twee diensten van externe consultants;2° ten hoogste één studie.De in dit artikel vermelde bedragen worden om de vijf jaar geïndexeerd, de eerste maal op 1 januari van het vijfde jaar dat volgt op het jaar van de inwerkingtreding van dit besluit. De indexering gebeurt op basis van de gezondheidsindex van de maand december die voorafgaat. De referentiegezondheidsindex is die van de maand januari 2008. HOOFDSTUK IV. - Gezamenlijke bepalingen Afdeling 1. - Procedure voor de toekenning
en de vereffening van de steun
Art. 14.§ 1. De natuurlijke persoon of de onderneming dient de steunaanvraag bij het Bestuur in op een door het Bestuur opgesteld typeformulier dat beschikbaar is op de internetsite van het Bestuur.
Zij voegen er de vereiste bijlagen bij, namelijk : 1° voor een aanvraag om preactiviteitssteun, het advies van de erkende verenigingen over de keuze van de consultant of de gespecialiseerde dienst;2° de kostenraming van de door de aanvrager voor zijn studie of zijn externe consultant weerhouden dienst of consultant;3° in voorkomend geval, alle stukken die toelaten het bedrag van de eigen middelen van de onderneming verhoogd met de schulden op meer dan een jaar vast te stellen. § 2. De steunaanvraag wordt ingediend vóór het sluiten van de overeenkomst die de juridische verplichting creëert een beroep te doen op de diensten van een gespecialiseerde consultant of dienst.
Art. 15.§ 1. Binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van het dossier, richt het Bestuur een bewijs van ontvangst aan de aanvrager, waarop de referenties van het dossier, de naam van de behandelende ambtenaar en de al dan niet volledige aard van de aanvraag vermeld staan. Een dossier wordt als volledig beschouwd wanneer het het behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier bevat, samen met de vereiste bijlagen. § 2. Wanneer het dossier volledig is, bevestigt het bewijs van ontvangst, in voorkomend geval, de aanvaardbaarheid van de aanvraag onder voorbehoud van een grondige controle. Zodra hij dit document ontvangen heeft, mag de aanvrager toestemming geven voor de realisatie van de studie of van de diensten door de externe consultant of dienst.
De beslissing over de steunaanvraag wordt genomen binnen de dertig dagen vanaf de datum van verzending van het ontvangstbewijs. Wanneer het Bestuur, overeenkomstig artikel 11, tweede lid, een beroep doet op een extern expert, wordt die termijn op zestig dagen gebracht. De beslissing wordt aan de onderneming betekend.
In het geval dat die termijn niet geëerbiedigd wordt maar dat de steun uiteindelijk wordt toegekend, geniet de onderneming, op haar uitdrukkelijk verzoek, een vergoeding die overeenstemt met de verwijlinteresten berekend tegen de referentievoet, op basis van het bedrag van de toegekende steun en dit, voor de periode begrepen tussen de beslissing en de datum van verstrijken van bovengenoemde termijn van dertig dagen. § 3. Wanneer het aanvraagdossier niet volledig, of de aanvraag niet aanvaardbaar is, wordt een beslissing van weigering aan de aanvrager betekend.
Art. 16.De modaliteiten voor de vereffening van de steun worden vastgelegd in een tussen de begunstigde van de hulp, de gespecialiseerde consultant of dienst en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest afgesloten overeenkomst. Afdeling 2. - Modaliteiten inzake controle op
en teruggave van de steun
Art. 17.Het Bestuur kan, vanaf de datum van indiening van het aanvraagdossier en tot 31 december van het jaar dat volgt op de vervaltijd van de verplichtingen van de onderneming tegenover het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overgaan tot : 1° de controle van de realisatie van het steunprogramma, hetzij ter plaatse, hetzij op basis van de door de onderneming overgemaakte bewijsstukken;2° de controle van de naleving, door de onderneming, van de artikelen 60, 62 en 65 van de organieke ordonnantie.
Art. 18.Elke, in toepassing van de organieke ordonnantie aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verschuldigde teruggave of terugbetaling, gebeurt door storting aan het Fonds voor hulp aan de ondernemingen bedoeld in artikel 2, 1°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen. HOOFDSTUK V. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 19.Worden opgeheven : 1° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 mei 2005 houdende uitvoering van artikel 8, § 1, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 mei 2005 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Niettemin blijven de in artikel 19, 1° en 2°, voornoemde bepalingen van toepassing voor de aanvragen die ingediend werden voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 20.Dit besluit treedt in werking 4 maanden na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 21.De Minister wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Brussel, 26 juni 2008.
Voor de Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister belast met Werkgelegenheid, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE
Bijlage 1 De ondernemingen die in de hieronder vermelde sectoren thuishoren kunnen geen aanspraak maken op steun voor studies en voor de diensten van externe consultants : NACE BEL CodeBeschrijving A : Landbouw, bosbouw en visvangst, uitgezonderd de ondersteunende activiteiten (01.610 + 01.620) B : Winning van delfstoffen In code C (Industrie) : - steenkoolindustrie (19.100) - sector van de synthetische vezels (20.600) - staalindustrie (24.100) - scheepsbouwindustrie (30.110 + 30.120 + 33.150) In code G - Apotheek (47.730) In code M 69.102 Activiteiten van notarissen 69.103 Activiteiten van deurwaarders O : Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen P : Onderwijs Q : Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, met uitzondering van de codes 88.104, 88.109, 88.992, 88.995 (beschutte en sociale werkplaatsen en buurt- en nabijheidsdiensten) en 88.911, 88.912, 88.919 (crèches en kinderdagverblijven) R : Kunst, amusement en recreatie, behalve wanneer het hoofddoel van financiële aard is.
In code S (Overige diensten) : - verenigingen (94) T : Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik U : Extraterritoriale organisaties en lichamen Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun inzake preactiviteit en de steun voor studies en diensten van externe consultants.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister belast met Werkgelegenheid, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE