gepubliceerd op 04 juli 2008
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het energieprestatiecertificaat voor nieuwe gebouwen die bestemd zijn voor wooneenheden, kantoren en diensten, en onderwijs
19 JUNI 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het energieprestatiecertificaat voor nieuwe gebouwen die bestemd zijn voor wooneenheden, kantoren en diensten, en onderwijs
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het artikel 8, eerste lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;
Gelet op de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, de artikelen 17, §§ 3 en 4, en 18, § 1.
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 9 april 2008;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 maart 2008;
Gelet op het advies 44.530/3 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2008, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Energie en Waterbeleid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Ordonnantie : de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen.2° Certificaat : het energieprestatiecertificaat zoals gedefinieerd in artikel 3, 13° van de ordonnantie.3° Instituut : het Brussels Instituut voor Milieubeheer.
Art. 2.Overeenkomstig artikel 17, § 1, van de ordonnantie, het certificaat voor nieuwe gebouwen heeft tot doel de gebruikers van het gebouw te informeren over de energieprestatie van het nieuwe gebouw, aan te duiden of de EPB-eisen waaraan het nieuwe gebouw moet voldoen, worden nageleefd, en aanbevelingen te verstrekken op het vlak van energiebesparingen.
Art. 3.Dit besluit is slechts van toepassing op gebouwen die bestemd zijn als « Wooneenheid », « Kantoren en diensten » en « Onderwijs » zoals gedefinieerd in de punten 1.7, 1.9 en 1.10 van bijlage 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen. HOOFDSTUK II. - De opstelling van het certificaat
Art. 4.Een certificaat wordt opgesteld voor elke nieuwe EPB-eenheid waarvoor het E-peil werd berekend.
Art. 5.Voor een nieuwe Wooneenheid wordt een certificaat opgesteld per eengezinswoning die werd ontworpen met het oog op afzonderlijk gebruik.
Voor de nieuwe eenheden Kantoren en Diensten kan de eenheid, in het geval van verschillende gebruikers, worden onderverdeeld in gehelen van lokalen die worden ingenomen door dezelfde persoon en verschillende eenheden vormen. Een certificaat wordt afgeleverd voor elk van deze opnieuw gevormde eenheden, op voorwaarde dat deze onderverdeling werd uitgevoerd in de EPB-aangifte.
Art. 6.Het certificaat is conform het model dat is opgenomen in bijlage I van dit besluit.
De geldigheidsduur van het certificaat is tien jaar, behalve in het geval van herroeping zoals bedoeld in artikel 8 van dit besluit.
Art. 7.Bij het certificaat zit een verklarend formulier in overeenstemming met bijlage II van dit besluit en standaardaanbevelingen in overeenstemming met bijlage III van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - De herroeping van het certificaat
Art. 8.Het Instituut herroept het certificaat in de volgende gevallen : -wanneer het Instituut vaststelt, ten gevolge van een inspectie, dat de EPB-aangifte op basis waarvan het certificaat werd opgesteld geen afspiegeling vormt van de realiteit of dat een procedurefout werd begaan bij de opstelling ervan; - wanneer de energieprestatie van het gebouw waarop het certificaat betrekking heeft, verminderd wordt.
De herroeping wordt betekend aan de houder van het ingeroepen certificaat of aan de nieuwe eigenaar van de gecertificeerde EPB-eenheid. HOOFDSTUK 4. - Eindbepaling
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 2 juli 2008.
De Brusselse Minister die bevoegd is voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juni 2008.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 juni 2008 betreffende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het energieprestatiecertificaat voor nieuwe gebouwen die bestemd zijn voor wooneenheden, kantoren en diensten, en onderwijs.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister voor Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK