gepubliceerd op 29 april 2008
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een huurtoelage
6 MAART 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een huurtoelage
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode gewijzigd door de ordonnantie van 1 april 2004 tot aanvulling van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 131, 134 en 135;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 juni 2007;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting, gegeven op 19 oktober 2007;
Gelet op advies 44.039/3 van de Raad van State, gegeven op 5 februari 2008, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voordracht van de Minister bevoegd voor Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister of Staatssecretaris die bevoegd is voor Huisvesting;2° Bestuur : de Directie Huisvesting van het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° Woning : het gebouw of het deel van het gebouw dat bestemd is als hoofdverblijfplaats van de aanvrager;4° Huur : de prijs die maandelijks betaald wordt voor het gebruik van de woning, met uitsluiting van de bedragen verschuldigd krachtens enige bijkomende overeenkomst, zoals deze met betrekking tot de garages, alsook van alle vergoedingen verschuldigd voor leveringen en diensten;5° Gezin : de persoon die alleen woont of het geheel van al dan niet verwante personen die in dezelfde woning plegen samen te wonen;6° gemeente : een gemeente of een autonome gemeentelijke regie;7° Gezinsinkomen : de inkomsten zoals omschreven en vastgelegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26.september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en door de openbare vastgoedmaatschappijen. HOOFDSTUK II. - De toelagen
Art. 2.Binnen de perken van de kredieten die hiertoe in de uitgavenbegroting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ingeschreven, kan een huurtoelage van onbeperkte duur worden toegekend.
Art. 3.De huurtoelage dekt het verschil tussen de huurprijs die de gemeente vraagt en een derde van de maandeliks gezinsinkomen in voorkomend geval vermeerderd met een derde van de kinderbijslag. Het mag evenwel niet het bedrag van 200. euro per maand overschrijden.
De huurtoelage kan worden aangevraagd bij het begin van de huurovereenkomst of terwijl de overeenkomst loopt.
De huurtoelage wordt toegekend voor de volledige duur van de huurovereenkomst, zolang er aan de in artikelen 4 tot 8 opgesomde voorwaarden voldaan is.
Art. 4.De aanvrager moet minstens 18 jaar oud of ontvoogd zijn op de dag waarop de aanvraag wordt ingediend.
Met uitzondering van de kinderen ten laste kan een persoon slechts deel uitmaken van één enkel gezin dat de toelagen aanvraagt of geniet die op grond van dit besluit worden toegekend.
De aanvrager of diens gezinsleden mogen geen toelage genieten die toegekend wordt op grond van het besluit van 22 december 2004 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een verhuis- en installatietoelage en van een bijdrage in het huurgeld.
Art. 5.De aanvrager of diens gezinsleden mogen geen onroerend goed met een woonbestemming of bestemd voor beroepsdoeleinden in volle eigendom, in erfpacht of in vruchtgebruik hebben.
Art. 6.De woningen waarvoor een huurtoelage kan worden toegekend : 1. moeten deel uitmaken van het huurwoningenbestand van een gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2. mogen niet het voorwerp hebben uitgemaakt van overheidssteun die de baremisatie van de huurprijzen impliceert;3. moeten voldoen aan de normen van het besluit 4 september 2003 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de elementaire verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen.
Art. 7.De huurtoelage kan enkel worden toegekend voor woningen waarvan de in de huurovereenkomst vermelde maandelijks huurprijs niet meer bedraagt dan de hierna volgende bedragen : 1. Studio : 360 euro .2. Appartement met 1 kamer : 418 euro .3. Appartement met 2 kamers : 483 euro .4. Appartement met 3 kamers/ Huis met 2 kamers : 587 euro .5. Appartement met 4 kamers/ Huis met 3 kamers : 692 euro .6. Appartement met 5 kamers of meer/Huis met 4 kamers of meer : 867 euro . HOOFDSTUK III. - Indiening, behandeling van de aanvragen en betaling
Art. 8.Bij elke aanvraag dient de gemeente een dossier in bij het Bestuur dat de volgende bewijsstukken bevat : 1. Een afschrift van de huurovereenkomst;2. Het inkomensbewijs van de huurder, met inbegrip van het bedrag van de ontvangen kinderbijslag;3. Een verklaring op eer van de huurder dat aan de in artikel 5.van dit besluit bedoelde voorwaarde van geen eigendom te hebben, voldaan is; 4. Het bewijs van de gemeente waaruit blijkt dat de huurder de in de huurovereenkomst bepaalde huurprijs betaalt, verminderd met het bedrag van de huurtoelage;5. Het aantal maanden waarop de huurtoelage betrekking heeft. Binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag neemt het Bestuur een principiële beslissing over de aanvraag.
Deze termijn kan evenwel worden opgeschort wanneer het Bestuur om bijkomende documenten verzoekt.
Onder voorbehoud van het principeakkoord van het Bestuur, gaat het voordeel van de huurtoelage in op de dag waarop de aanvraag werd ingediend.
Kunnen de gevraagde documenten niet worden voorgelegd binnen een termijn van dertig dagen nadat het schrijven is verstuurd, dan wordt de aanvraag waarvoor de documenten ontbreken, aanzien als ongeldig.
Art. 9.Elk jaar en uiterlijk tegen 31 januari dient de gemeente de aanvraag om huurtoelage met betrekking tot het voorgaande jaar in door middel van een formulier waarvan het model door de Minister is vastgesteld en dat voor elke aanvraag om toelage de volgende elementen omvat : 1. Het soort woning;2. De huurprijs vermeld in de huurovereenkomst;3. De huurprijs betaald door de huurder;4. Het bedrag van de huurtoelage;5. Het jaarlijkse gezinsinkomen vermeerderd met een derde van de kinderbijslag op de dag waarop de aanvraag werd ingediend. HOOFDSTUK IV. - Tenuitvoerlegging
Art. 10.Het bedrag van de door de huurder betaalde huurprijs komt overeen met het in de huurovereenkomst vermelde bedrag waarvan het bedrag van de huurtoelage vermeld in het formulier bedoeld in artikel 9 wordt afgetrokken. HOOFDSTUK V. - Verbintenissen en sancties
Art. 11.Het genot van de huurtoelage wordt gehandhaafd gedurende de hele looptijd van de huurovereenkomst, zolang de in dit besluit bepaalde toekenningsvoorwaarden vervuld zijn.
Indien het niet naleven van deze voorwaarden aan de gemeente te wijten is, zal deze de aanvrager in aanmerking blijven doen komen voor de in de huurovereenkomst vermelde huurprijs verminderd met het bedrag van de toelage.
Art. 12.De bedragen vermeld in de artikelen 3 en 7 van dit besluit worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd met toepassing van de volgende indexeringsformule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het te indexeren basisbedrag vermenigvuldigd met de prijsindex voor de maand augustus van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de herziening gedeeld door de gezondheidsindex van de maand augustus 2007. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 13.De Minister bevoegd voor Huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gedaan te Brussel, op 6 maart 2008.
Voor de Regering : Ch. PICQUE, De Minister-President, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking G. VANHENGEL, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen Mevr. Fr. DUPUIS, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw