gepubliceerd op 28 september 2007
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanduiding van de personeelsleden die belast worden met het opsporen en vaststellen van de overtredingen van de reglementering op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar en krachtens artikel 3.12° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer op de door de "Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel"
20 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanduiding van de personeelsleden die belast worden met het opsporen en vaststellen van de overtredingen van de reglementering op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar en krachtens artikel 3.12° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer op de door de "Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel"
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 9 juli 1875 op de trams, inzonderheid op artikel 11, gewijzigd bij de wet van 15 augustus 1897;
Gelet op de besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en met autocar, inzonderheid op artikel 31;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, zoals gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 1976 houdende reglement op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar, inzonderheid op artikel 41, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 1978;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende de bijzondere modaliteiten van het overleg voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon, bestemd om op de openbare weg toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten.
Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Executieve van 6 december 1990 tot goedkeuring van de statuten van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel;
Gelet op het besluit van de Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Regering van 19 juli 2004 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Op voorstel van de Minister bevoegd voor Mobiliteit, Besluit :
Artikel 1.Met het opsporen en vaststellen bij processen-verbaal van de overtredingen van de reglementering op de politie van het personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus, en autocar en krachtens artikel 3.12° van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer op de door de "Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel" beheerde lijnen worden belast : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.De verblijfplaats van de hierboven vermelde agenten is gevestigd op de zetel van de "Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel", Gulden Vlieslaan 15, 1050 Brussel.
Art. 3.Zij staan voor de uitvoering van hun opdracht onder het gezag van de heer A. Flausch, bestuurder-directeur-generaal, belast met een mandaat van gerechtelijke politie.
Art. 4.De Minister van Mobiliteit en Openbare Werken is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Brussel, 20 september 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadshernieuwing, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET