gepubliceerd op 16 februari 2007
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de erkenningsaanvragen voor de islamitische gemeenschappen en de machtiging tot oprichting van de islamitische comité's
8 FEBRUARI 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de erkenningsaanvragen voor de islamitische gemeenschappen en de machtiging tot oprichting van de islamitische comité's
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 2, tweede lid en artikel 34, tweede lid van de ordonnantie van 29 juni 2006 betreffende de inrichting en de werking van de islamitische eredienst;
Overwegende dat het vanuit het perspectief van een toenemende aandacht voor gelijkheid tussen de verschillende erkende erediensten is aangewezen om het voor de plaatsen van islamitische eredienst mogelijk te maken instellingen op te richten die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de eredienst;
Dat hierdoor bovendien de openbare financiering van de islamitische gemeenschappen mogelijk wordt;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, verstrekt op 6 december 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, verstrekt op 15 december 2006;
Gelet op het advies 42.050/2 van de Raad van State, verstrekt op 29 januari 2007 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling Omschrijvingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° Ordonnantie : de ordonnantie van 29 juni 2006 betreffende de inrichting en de werking van de islamitische eredienst.2° Islamitische gemeenschap : het publiekrechtelijk orgaan bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de ordonnantie.3° Islamitisch comité : het beheersorgaan van de islamitische gemeenschap bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie.4° Moskee : de plaats van eredienst bedoeld in artikel 3 van de ordonnantie.5° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.6° Minister : het lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat bevoegd is voor de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de eredienst.7° Erkend representatief lichaam : het representatief lichaam van de islamitische eredienst zoals dit erkend is door de Federale Overheid.8° Samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 : het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten. HOOFDSTUK II. - Erkenning van de islamitische gemeenschappen en machtiging tot oprichting van de islamitische comités De aanvraag en het toesturen aan de Regering
Art. 2.§ 1. Wanneer de verantwoordelijken van een moskee gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend wensen te worden als islamitische gemeenschap, dan richten zij een dossier voor de erkenningsaanvraag aan het erkend representatief lichaam.
Dit dossier bestaat uit de volgende documenten : 1° Een brief gericht aan de Minister, waarmee de erkenningsaanvraag wordt geformuleerd. Deze brief vermeldt de identiteit van de verantwoordelijke(n) voor de eredienst of voor het administratieve aspect van de betrokken moskee, alsook de datum waarop de activiteiten van de eredienst er van start zijn gegaan. 2° In de hypothese dat één of meerdere rechtspersonen werden opgericht om de werking en/of het beheer van de moskee te verzorgen, wordt aan de brief bovendien een kopie van de statuten van deze rechtspersonen toegevoegd, alsook een kopie van hun leden- en beheerdersregister.3° Een kopie van het register bedoeld in artikel 8 van de ordonnantie. Dit register vermeldt naam, voornaam, geboortedatum en adres van de gelovigen. 4° Een conformiteitsattest dat stelt dat de moskee voldoet aan de veiligheidsnormen inzake brandpreventie, afgegeven door de dienst voor brandbestrijding en dringende medische hulp.5° Een beschrijving van de financiële toestand van de moskee op 1 januari van het jaar waarin het aanvraagdossier aan het erkend representatief lichaam wordt gericht.6° Een machtigingsaanvraag voor de oprichting van een islamitisch comité. § 2. Binnen 30 dagen na ontvangst van het volledige dossier bedoeld in § 1 doet het erkend representatief lichaam dit toekomen bij de Regering. Daarbij formuleert het alle bemerkingen die het nuttig acht in het licht van de gevraagde erkenning.
In afwijking van het eerste lid, bezorgt het erkend representatief lichaam aan de Regering geen kopie van het in artikel 8 van de ordonnantie bedoelde register. Het erkend representatief lichaam preciseert evenwel voor iedere moskee waarvan het dossier aan de Regering bezorgd wordt, of voornoemd register al dan niet minimum 200 ingeschrevenen telt.
Onderzoek van de aanvraag
Art. 3.§ 1. Binnen 15 dagen na ontvangst van het volledige dossier voor de erkenningsaanvraag verzoekt de Minister de federale overheid bevoegd voor de erkenning van de erediensten om advies overeenkomstig artikel 3 van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004.
Binnen dezelfde termijn verzoekt de Minister het College van burgemeester en schepenen van de gemeente waar de moskee gevestigd is om een advies betreffende de aangevraagde erkenning. § 2. De Regering spreekt zich uit bij besluit binnen 30 dagen na ontvangst van de twee adviezen bedoeld in § 1.
Wanneer zij een islamitische gemeenschap erkent, machtigt zij deze tevens tot de oprichting van het islamitisch comité dat hiervan het beheersorgaan dient te worden. § 3. De beslissing van de Regering wordt kenbaar gemaakt per gewone brief gericht aan de betrokken moskee, aan het erkend representatief lichaam, alsook aan de federale overheid bevoegd voor de erkenning van de erediensten en aan de gemeente waar de moskee is gevestigd. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 4.Dit besluit treedt in werking 10 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 8 februari 2007.
Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK