gepubliceerd op 18 september 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bestemmingsverandering van een deel van het trottoir van de Charles Demeerstraat op het grondgebied van de stad Brussel
13 JULI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de bestemmingsverandering van een deel van het trottoir van de Charles Demeerstraat op het grondgebied van de stad Brussel
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 6 § 1, X, 1;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op de wet van 9 augustus 1948 houdende wijziging van de wetgeving inzake wegen, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 1975 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte met het oog op de aanleg van het metrovak B5A en de bouw van het station « Pannenhuis » op het grondgebied van de Stad Brussel;
Gelet op de ordonnantie van 8 september 1994 houdende de oprichting van de Grondregie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat het gedeelte van het trottoir gelegen in de Charles Demeerstraat een bestemmingsverandering dient te krijgen over een oppervlakte van 70 m2;
Overwegende dat de bestemmingsverandering het algemeen belang dient omdat ze de vernieuwing van de ruimte mogelijk maakt;
Op voorstel van de Minister-President, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Zoals aangegeven op het bijgevoegde, door de landmeters-experten Draps gemaakte plan, aangeduid in roze, krijgt het trottoirgedeelte van 70 m2 een andere bestemming.
Art. 3.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Aangezien de technische middelen van het Belgisch Staatsblad het publiceren van het bij dit besluit gevoegde kadastraal plan niet mogelijk maken, kan dit ingezien worden bij het Bestuur Uitrusting en Vervoer-Grondregie, Directie Grondgebied en Vastgoedbeheer.
Brussel, 13 juli 2006.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking.
Ch. PICQUE