gepubliceerd op 16 juni 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 7 december 1995 inzake de erkenning van de ontwerpers van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen
18 MEI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 7 december 1995 inzake de erkenning van de ontwerpers van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gegeven het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, in het bijzonder de artikelen 14, 31 en 33 en de bijlage C ;
Gegeven het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 december 1995 inzake de erkenning van de ontwerpers van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen;
Gegeven het advies van de Raad van State nr. 39.574/4 van 10 januari 2006;
Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.Het opschrift van het besluit van 7 december 1995 inzake de erkenning van de ontwerpers van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen wordt aangevuld met de woorden « en van de desbetreffende milieueffectenrapporten. »
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt een 3° lid bijgevoegd, opgesteld als volgt : « 3° "Instituut" : het Brussels Instituut voor milieubeheer ».
Art. 3.In artikel 2 wordt een alinea bijgevoegd, opgesteld als volgt : « Om eveneens belast te kunnen worden met de opstelling van het milieueffectenrapport van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen, moet de in alinea 1 bedoelde natuurlijke persoon of de rechtspersoon eveneens in de volgende materies over bekwaamheden beschikken waarmee hij zowel de positieve als negatieve effecten van het plan kan evalueren : 1° de gezondheid van de mens;2° de fauna en flora;3° de bodem;4° de grond- en oppervlaktewateren;5° de lucht;6° het lawaai.»
Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de woorden "gemeenteambtenaar of -dienst" vervangen door het woord "gemeentedienst".
Art. 5.In artikel 5, 1e alinea van hetzelfde besluit, worden de woorden "en van het milieueffectenrapport" geplaatst tussen de woorden "de opmaak van gemeentelijke ontwikkelingsplannen" en de woorden "wordt gegeven voor een periode van vijf jaar en is hernieuwbaar".
Art. 6.Artikel 5, 2e alinea wordt vervangen door de volgende tekst : "Deze periode gaat in op de datum van de bekendmaking van de erkenning of in het geval van een hernieuwing, op de datum waarop de hernieuwde erkenning afloopt".
Art. 7.In artikel 6, 2e alinea, 1° van hetzelfde besluit, worden de woorden "de vertegenwoordiging van de volgende besturen en instituut door een ambtenaar of beambte die zij aanwijzen" vervangen door de woorden : "de volgende administraties en instituten wijzen elk twee vertegenwoordigers (een effectief en een plaatsvervangend vertegenwoordiger) aan :"
Art. 8.In artikel 7, 2e alinea, 2°, c) van hetzelfde besluit, worden in fine de woorden : "en van het milieueffectenrapport" bijgevoegd.
Art. 9.In artikel 7, 2e alinea, 3°, a) en b) van hetzelfde besluit, worden in fine de volgende woorden : "en een milieueffectenrapport" bijgevoegd.
Art. 10.In artikel 8, 2e alinea van hetzelfde besluit, worden de woorden "vóór het einde van de termijn, vermeld onder artikel 5" vervangen door de woorden "vóór het vervallen van de lopende erkenning".
Art. 11.In artikel 13, 1e alinea van hetzelfde besluit, worden de woorden "en in voorkomend geval een milieueffectenrapport" geplaatst tussen de woorden "een ontwerp van gemeentelijk ontwikkelingsplan" en de woorden "heeft opgemaakt van onvoldoende kwaliteit".
Art. 12.In artikel 13, 2e alinea van hetzelfde besluit, worden de woorden "en in voorkomend geval een nieuw milieueffectenrapport" geplaatst tussen de woorden "een nieuw ontwerp van gemeentelijk ontwikkelingsplan," en de woorden "opgemaakt door de ontwerper,".
Art. 13.De procedure met betrekking tot de ontwerpen van gemeentelijke ontwikkelingsplannen waarvan de opstelling werd aangevat op basis van een basisdossier dat door de Regering werd goedgekeurd vóór het van kracht worden van de ordonnantie van 18 juli 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, wordt voortgezet met de ontwerper van het ontwerp dat werd goedgekeurd conform het besluit van 7 december 1995 inzake de erkenning van de ontwerpers van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen vóór zijn wijziging door dit besluit, voorzover dit definitieve plan goedgekeurd wordt vóór 21 juli 2006 of de Regering beslist heeft dat het niet mogelijk is over te gaan tot de milieubeoordeling van dit plan.
Art. 14.De Minister die Ruimtelijke Ordening onder zijn bevoegdheden heeft, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 mei 2006.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE