gepubliceerd op 16 juni 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak of wijziging van hun gemeentelijk ontwikkelingsplan
18 MEI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak of wijziging van hun gemeentelijk ontwikkelingsplan
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gegeven het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening, in het bijzonder artikel 15;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 2003 inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak van hun Gemeentelijk Ontwikkelingsplan;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 mei 2006 betreffende de inhoud en de algemene voorstelling van het gemeentelijk ontwikkelingsplan;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 juni 2005;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 20 juli 2005;
Gelet op het advies van de Raad van State nr 39.353/4 van 5 december 2005;
Op voorstel van de Minister-President die de Ruimtelijke Ordening onder zijn bevoegdheden heeft, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Binnen de limieten van de begrotingskredieten verleent de Regering een toelage aan elke gemeente voor het opmaken of wijzigen van haar gemeentelijk ontwikkelingsplan en eventueel voor een rapport over de gevolgen ervan voor het milieu. HOOFDSTUK II. - Berekening van de basistoelage
Art. 2.De basistoelage P, uitgedrukt in euro : 1° stemt overeen met het volgende bedrag : P = 50.000 euro + 0.5 H + 12.5 S + 1.25 I + 37.5 V. waar : P : gelijk is aan het hoogste totale bedrag van het basistoelageplafond in euro;
H : gelijk is aan het aantal inwoners van de gemeente, d.w.z. de personen die op rechtmatige wijze zijn ingeschreven in het bevolkingsregister;
S : de oppervlakte in hectare van het grondgebied van de gemeente is;
I : het aantal gebouwde onroerende goederen is, geïnventariseerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek;
V : de lengte in kilometer van het wegennet is zoals blijkt uit het gemeenteverslag. 2° mag evenwel niet hoger liggen dan 80 % van de kosten van de opdracht betreffende het gemeentelijk ontwikkelingsplan. De basistoelage wordt verleend wanneer een eerste gemeentelijk ontwikkelingsplan opgemaakt wordt of in geval van een volledige wijziging van een bestaand gemeentelijk ontwikkelingsplan, krachtens de procedure die beschreven staat in het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening. HOOFDSTUK III. - Berekening van de toelagen voor de gedeeltelijke wijzigingen van een gemeentelijk ontwikkelingsplan en voor het rapport over de gevolgen voor het milieu van een gemeentelijk ontwikkelingsplan
Art. 3.De gemeenten die overgaan tot een gedeeltelijke wijziging van hun gemeentelijk ontwikkelingsplan, kunnen een toelage genieten die in evenredige verhouding staat tot de omvang van de uitgevoerde wijziging.
Het bedrag van de toelage wordt berekend aan de hand van de volgende formule : M = X % van P, waarbij X gelijk is aan het percentage van het plan dat gewijzigd zal worden.
Het bedrag van de toelage mag echter niet hoger liggen dan 80 % van de kosten van de opdracht betreffende de wijziging van het gemeentelijk ontwikkelingsplan.
Art. 4.De gemeenten waarvoor de opmaak of de wijziging van een gemeentelijk ontwikkelingsplan gepaard gaat met de verplichting een rapport op te stellen over de gevolgen voor het milieu van een gemeentelijk ontwikkelingsplan, kunnen een verhoogde toelage genieten.
Deze laatste wordt berekend aan de hand van de volgende formules : 1° voor de gemeenten die hun eerste gemeentelijk ontwikkelingsplan opmaken of die een bestaand gemeentelijk ontwikkelingsplan volledig wijzigen : R = 140 % van P, zonder evenwel hoger te liggen dan 80 % van de kosten van de opdracht, overeenkomstig artikel 2, 2° 2° voor de gemeenten die een bestaand gemeentelijk ontwikkelingsplan gedeeltelijk wijzigen : R= 140 % van M, zonder evenwel hoger te liggen dan 80 % van de kosten van de opdracht, overeenkomstig artikel 3, derde lid. HOOFDSTUK IV. - Procedure voor betoelaging
Art. 5.Iedere aanvraag tot toelage wordt vergezeld van de volgende documenten in drie exemplaren : 1° de met redenen omklede beslissing van de gemeenteraad voor de opmaak of wijziging van een gemeentelijk ontwikkelingsplan, vergezeld van een nota welke de beoogde doelstellingen aangeeft, de omschrijving van de opdracht tot opmaak van het plan en, eventueel, de omvang van de geplande wijziging uitgedrukt als een percentage van het geheel;2° de beslissing, in voorkomend geval, om geen rapport op te maken over de milieueffecten van het gewijzigde gemeentelijk ontwikkelingsplan;3° de aanwijzing door de gemeenteraad van de erkende ontwerper;4° de kosten van de opdracht afgesloten met de ontwerper;5° de gedetailleerde berekening van het bedrag van de basistoelage op basis van de formule opgegeven in artikel 2 of, eventueel, op basis van een van de formules opgegeven in de artikelen 3 en 4;6° het bedrag van de gevraagde toelage. De Regering beslist, binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag, om de toelage toe te kennen of te weigeren. Zij geeft tijdens de daaropvolgende maand kennis van haar beslissing.
Art. 6.De stortingen van de toelagen worden als volgt gespreid : 1° twintig procent na kennisgeving van de beslissing van de gemeenteraad tot aanduiding van de erkende ontwerper;2° dertig procent na goedkeuring door de Regering van het ontwerpplan, na voorlegging van de documenten van dat ontwerpplan en desgevallend van het milieu-effectenrapport.3° twintig procent na voorlegging van de documenten van sluiting van het openbaar onderzoek;4° twintig procent na de definitieve goedkeuring van het plan door de gemeenteraad, na voorlegging van de documenten van het project 5° het saldo na goedkeuring van het plan door de Regering.
Art. 7.De betaling van de schijven wordt eventueel onderworpen aan de overhandiging van de voorgelegde documenten : 1° op papier;2° op informatiedrager.De tekst wordt voorgesteld in een of meerdere tekstverwerkingsbestanden waarin de wijzigingen die uitgevoerd zijn tussen de verschillende fases van de procedure waarin voorzien is in de artikelen 33 tot 37 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, door het activeren van een tool weergegeven kunnen worden (tussen de voorlopige goedkeuring en de definitieve goedkeuring of tussen een bestaand plan en de wijziging ervan).
In het kaartengedeelte wordt voor iedere kaart, zowel op papier als op de informatiedrager, duidelijk aangegeven wat de datum is van de laatste wijziging ervan. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen
Art. 8.Als overgangsmaatregel kunnen de gemeenten waarvan het basisdossier voorafgaand aan het gemeentelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd werd vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie van 18 juli 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw en die voortgaan met de uitwerking van hun eerste plan, op basis van de procedure die gold vóór de inwerkingtreding van deze wijzigende ordonnantie, een bijkomende toelage genieten voor de opmaak van hun eerste gemeentelijk ontwikkelingsplan, voorzover het definitieve plan door de gemeenteraad ten laatste op 31 december 2006 goedgekeurd wordt.
De bijkomende toelage die verleend wordt, wordt vastgelegd op 65 % van de kosten die verbonden zijn aan de bijkomende opdracht, met een maximumbedrag van 50 % van de oorspronkelijke toelage.
De aanvraag tot bijkomende toelage wordt vergezeld van de volgende documenten in drie exemplaren : 1° de kennisgeving van de definitieve goedkeuring van het plan door de gemeenteraad;2° de kosten die verbonden zijn aan de bijkomende opdracht afgesloten met de ontwerper;3° het bedrag van de oorspronkelijke toelage verleend in toepassing van het besluit van 7 december 1995 inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak van hun gemeentelijk ontwikkelingsplan;4° het bedrag van de gevraagde toelage. De Regering beslist, binnen de maand na ontvangst van de aanvraag, om de betaling van de bijkomende toelage toe te kennen of te weigeren.
Art. 9.Voor de in artikel 8 bedoelde gemeenten wordt de storting van het saldo van veertig procent van de toelage die toegekend wordt krachtens het besluit van 7 december 1995 inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak van hun gemeentelijk ontwikkelingsplan, gespreid zoals bepaald in het besluit van 7 december 1995 : 1° dertig procent na de voorlopige goedkeuring van het ontwerpplan door de gemeenteraad;2° tien procent na goedkeuring van het plan door de Regering. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 10.De gemeenten waarvan het basisdossier van het gemeentelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd werd vóór de inwerkingtreding van de ordonnantie van 18 juli 2002 tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw en die voortgaan met de uitwerking van hun eerste plan, op basis van de procedure die gold vóór de inwerkingtreding van deze wijzigende ordonnantie, moeten geen enkele van de toelagen die in het kader van deze procedure reeds geïnd werden, terugbetalen.
Art. 11.Het besluit van 11 september 2003 inzake de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de opmaak van hun Gemeentelijk Ontwikkelingsplan wordt opgeheven.
Art. 12.De Minister die Ruimtelijke Ordening onder zijn bevoegdheden heeft, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 mei 2006.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Gewestelijke Informatica, G. VANHENGEL