gepubliceerd op 23 mei 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de taalkaders betreffende het personeel van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
4 MEI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de taalkaders betreffende het personeel van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43, § 3, zoals gewijzigd door de wet van 19 oktober 1998;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 tot bepaling van de graden van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gewijzigd door de besluiten van 27. april 2000, 26 september 2002 en 22 januari 2004;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat voldaan is aan de voorschriften van artikel 54, tweede lid van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken gecoördineerd op 18 juli 1966;
Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, gegeven op 17 maart 2006;
Overwegende dat het advies van de VCT duidelijk aangeeft dat de in het Regeringsontwerp gebruikte basismethodologie correct is en dat de tellingen die oorspronkelijk werden gemaakt door het Ministerie en goedgekeurd door de Regering op 30 juni 2005 zijn gebaseerd op een werkelijke toestand en correct werden uitgevoerd;
Overwegende dat voor een meerderheid van de diensten, inclusief voor de meerderheid van de diensten waarop het criterium van de studie- en conceptietaken werd toegepast om geheel of gedeeltelijk tot een 50/50 verdeling van de betrekkingen te komen, de VCT tot een gunstig advies komt over het regeringsontwerp;
Overwegende dat het advies van de VCT expliciet bevestigt dat in het regeringsontwerp werd tegemoetgekomen aan 2 van de 3 hoofdbezwaren die aan de grondslag lagen van het arrest van de Raad van State nr. 147.148;
Overwegende dat wat betreft het derde hoofdbezwaar, met name de motivering van het gebruik van de 50/50. verdeling voor studie- en conceptietaken, de VCT niet komt tot een eensluidend advies en het verdeeld advies van de VCT leidt tot twee tegengestelden en onverzoenbare globale verdelingspercentages.
Overwegende dat voor wat betreft de motivering van het gebruik van de 50/50 verdeling voor studie- en conceptietaken in sommige diensten het volgende kan opgemerkt worden : ? de diensten van het Secretariaat-Generaal (en met name de Directie Kanselarij, het Secretariaat IF, het Secretariaat SG en A4, de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, de Directie Huishoudelijke Zaken, de Vakbondssecretarissen, de Sociale Dienst en de Archieven) alsook de Secretariaten Algemene Directie en A4 van de onderscheiden besturen oefenen taken uit die rechtstreeks en uitsluitend betrekking hebben op de goede werking van het tweetalige Ministerie en niet op de betrekkingen tussen het Ministerie en de bevolking. Bijgevolg dient het eerste criterium van de taalwetgeving, met name het volume van de dossiers van elke taalgroep, hier gecorrigeerd te worden door rekening te houden met de morele en materiële belangen van de beide taalgroepen enerzijds, en het respect voor de beide landstalen anderzijds; ? bij de Directie van de Regie der Wegen van het Bestuur voor Uitrusting en Vervoer impliceert de aard der werkzaamheden van deze dienst dat er geen dossiers zijn die betrekking hebben op contact met het publiek en die aanleiding kunnen geven tot een bepaling van het volume van beide taalgroepen; anderzijds staat deze dienst wel in voor overheidsopdrachten en het opmaken van bestekken die per definitie in de beide talen dienen opgesteld te worden.
Op voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, Besluit :
Artikel 1.Op de 1e, 2e en 3e trap van de hiërarchie zijn de vaste betrekkingen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de volgende taalkaders ingedeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Van de vierde tot de dertiende trap van de hiërarchie worden de vaste betrekkingen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingedeeld in de volgende taalkaders : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 tot vaststelling van de taalkaders betreffende het personeel van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de datum van definitieve goedkeuring door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Brussel, 4 mei 2006.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL