gepubliceerd op 11 november 1998
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest
2 APRIL 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op het artikel 40;
Gelet op het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de Rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de Executieven en van de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, inzonderheid op het artikel 21;
Gelet op de voorstellen van de Directieraad;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 maart 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 23 maart 1998;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 februari 1998;
Op voordracht van de Minister bevoegd voor Ambtenaren, Besluit :
Artikel 1.De personeelsformatie van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest is vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.De 65 betrekkingen van Eerste attaché zijn als volgt verdeeld : - 26 kaderbetrekkingen; - 28 expertbetrekkingen; - 11 expertbetrekkingen van hoog niveau.
Art. 3.De verdeling van de betrekkingen per bestuur is de volgende : - Diensten van de Secretaris-generaal : 213; - Bestuur Plaatselijke Besturen : 78; - Bestuur Financiën en Begroting : 132; - Bestuur Uitrusting en Vervoer : 459; - Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting : 169; - Bestuur van Economie en Werkgelegenheid : 106.
Art. 4.Als het mandaat van een ambtenaar niet wordt verlengd en hij opnieuw een betrekking van rang A3 opneemt, mag het aantal titularissen van rang A3 tijdelijk het aantal betrekkingen voorzien in de personeelsformatie overschrijden. Het aantal aantal betrekkingen van rang A7 tot A3 mag nochtans niet hoger zijn dan zesentachtig.
Art. 5.Het aantal titularissen van de graad van klerk in rang D1 mag tijdelijk het aantal betrekkingen van die graad overschrijden, in afwachting van de bevordering van de eerste titularissen in de betrekkingen voorzien in de nieuwe graad van rang D2.
Het aantal titularissen van de graad van beambte in rang E1 mag onder dezelfde voorwaarden tijdelijk het aantal betrekkingen in die graad overschrijden.
Als er titularissen in overtal overblijven na de eerste bevorderingen tot de graden van rang D2 of E2, wordt dit overtal toegelaten tot het door natuurlijke afvloeiingen wordt weggewerkt.
Art. 6.Worden opgeheven : - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 juli 1993 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 oktober 1993 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 juli 1993 tot vaststelling van de organieke personeelsformatie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 7.De Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Brussel, 2 april 1998.
De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP