Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 oktober 2005
gepubliceerd op 06 december 2005

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de artikelen 10, 14, 19, 21, 23 en 44 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031414
pub.
06/12/2005
prom.
20/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/20/2005031414/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 OKTOBER 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de artikelen 10, 14, 19, 21, 23 en 44 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op artikel 239, vervangen bij wet van 27 mei 1989 en gewijzigd bij ordonnantie van 17 juli 2003, en artikel 247, vervangen bij wet van 17 oktober 1990 en gewijzigd bij ordonnantie van 17 juli 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit gewijzigd door het koninklijk besluit van 29 oktober 1990, het koninklijk besluit van 24 mei 1994 en het koninklijk besluit van 20 augustus 1996;

Gelet op het advies 38.957/2/V van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2005;

Overwegende dat een verduidelijking van de functionele classificatie noodzakelijk is in het licht van een uniform gebruik van de functionele classificatie door alle gemeenten en de toekomstige invoering van een analytische boekhouding;

Overwegende dat het wenselijk is om de beperking van kredieten te herzien en te versoepelen teneinde de vermenigvuldiging van begrotingsartikelen en bijgevolg een globale overschatting van de uitgaven te vermijden;

Overwegende dat de beperking van kredieten op het totaal van kredieten ingeschreven op dezelfde functie en dezelfde economische groep, en niet meer op het totaal van de kredieten houdende dezelfde functionele en economische code (beperkt tot de eerste drie cijfers) van aard is om het gemeentelijk beheer te verbeteren en het aantal begrotingswijzigingen te verminderen;

Overwegende dat tevens het onderscheid tussen verplichte en facultatieve uitgaven niet meer noodzakelijk is binnen het kader van de beperking van kredieten en van de bepaling van voorlopige kredieten;

Overwegende dat het nodig is om bepaalde artikels aan te passen aan de institutionele hervormingen die plaats gevonden hebben sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit;

Op voorstel van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 10, 3de lid, van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit wordt vervangen door het volgende lid : « Voor de uitgaven van de gewone dienst geldt de beperking waarvan sprake in het tweede lid voor het geheel van de kredieten ingeschreven op dezelfde functie en dezelfde economische groep. »

Art. 2.In artikel 14, § 3, van hetzelfde besluit vervalt het woord « verplichte ».

Art. 3.In artikel 19, 3e lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « Minister van Binnenlandse Zaken » vervangen door de woorden « Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen ».

Art. 4.In artikel 21, § 1, 3e lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « Minister van Binnenlandse Zaken » vervangen door de woorden « Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen ».

Art. 5.In artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het woord « Koning » vervangen door de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Regering ».

Art. 6.In artikel 23 van hetzelfde besluit, worden de woorden « Minister van Binnenlandse Zaken » vervangen door de woorden « Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen ».

Art. 7.In artikel 44, 1e lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « Minister van Binnenlandse Zaken » vervangen door de woorden « Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen ».

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 9.De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 oktober 2005.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

^