gepubliceerd op 22 november 2005
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat erop gericht is de uitvoering van samenwerking tussen de gemeenten te steunen
22 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat erop gericht is de uitvoering van samenwerking tussen de gemeenten te steunen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 23 december 2004 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Ministerie het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2005; en inzonderheid op artikel 19 waarin bepaald wordt dat « de Regering werkings- en investeringstoelagen kan toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel en hieronder hernomen (...) Toelagen aan gemeenten die intercommunale samenwerkingsverbanden opzetten 14.38.22.43.21 »;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 11 juli 2005;
Gelet op advies 38.956/2/V van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2005;
Overwegende dat het in het belang van de gemeenten zelf is hen aan te zetten tot het opzetten van intercommunale samenwerkingsvormen in het kader van hun beheer of van hun opdrachten om zodoende economische schaalvergrotingen tot stand te brengen;
Overwegende dat de Regering de bedoeling heeft deze initiatieven te steunen door een gedeelte van de kost van de studies te financieren die het nut, de haalbaarheid, het belang en/of de methode van uitvoering van de intercommunale samenwerkingsprojecten bepalen;
Overwegende dat, na analyse van de ingediende projecten, de Regering de projecten in aanmerking zal nemen die aan het beoogde doel beantwoorden en die effectief een economische schaalvergroting uitmaken;
Overwegende dat het van goed beheer getuigt om per project een pilootgemeente aan te wijzen die zal belast worden met de projectcoördinatie tussen de gemeenten en die de aan de gemeenten verschuldigde bedragen zal uitkeren, Besluit :
Artikel 1.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die hiervoor op de basisallocatie 14.38.22.43.21 van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het dienstjaar 2005 voorzien zijn, zal een toelage toegekend worden betreffende de studiekosten aan de gemeenten die een project ingediend hebben dat erop gericht is intercommunale samenwerkingsvormen op te zetten.
Overwegende dat in het kader van onderhavig besluit onder « haalbaarheidsstudie » bedoeld wordt, de studie besteld door een gemeente, conform de wetgeving op de overheidsopdrachten en gericht op het analyseren van het nut, de haalbaarheid, het belang en/of het voorstellen van een methode van aanwending van intercommunale samenwerkingsprojecten.
Art. 2.De onder artikel 1 bedoelde toelage wordt toegekend onder de volgende voorwaarden : 1° De projecten van intercommunale samenwerking moeten betrekking hebben op het gemeentelijk beheer of op het realiseren van opdrachten van gemeentelijk belang, en van die aard zijn dat zij economische schaalvergrotingen realiseren.2° De projecten moeten minstens twee gemeenten betrekken.Eén enkele gemeente evenwel, coördinerende gemeente genoemd, wordt belast met het bestellen van de studie in het kader van een gezamenlijke overheidsopdracht, in toepassing van de bepalingen van artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.
Art. 3.De aanvraag- en toekenningsprocedure is de volgende : 1° De coördinerende gemeente dient bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een dossier in tot aanvraag van een subsidie;dit dossier omvat : - de namen van de betrokken gemeenten; - een korte beschrijving van het project en de beoogde doelstellingen; - de beraadslaging genomen conform artikel 234 van de nieuwe gemeentewet die de wijze van gunnen van de overheidsopdracht bepaalt en die het bijzonder lastenbestek voor de overheidsopdracht betreffende de haalbaarheidsstudie vaststelt; deze beraadslaging preciseert eveneens de verdeling van de lasten inherent aan de organisatie van de opdracht tussen de betrokken gemeenten; - de beraadslagingen van de Gemeenteraden van de andere betrokken gemeenten die beslissen zich bij de gezamenlijke overheidsopdracht te voegen en overgaan tot de vaststelling van de verdeling van de lasten inherent aan de organisatie van de overheidsopdracht, alsmede de terugbetalingsmodaliteiten van hun bijdrage aan de coördinerende gemeente; - elke andere inlichting die de Regering kan interesseren in het kader van de subsidieaanvraag; 2° De Regering onderzoekt de conformiteit van de projecten met de in artikel 2 bedoelde voorwaarden.3° De Regering maakt de beslissing betreffende de toekenning van de subsidie of haar gemotiveerde weigering over aan de aanvragers.
Art. 4.De subsidie bedraagt 80 % van het bedrag van de kosten van de haalbaarheidsstudie van het project, met een maximum van 50.000 euro per project.
Art. 5.De subsidie wordt betaald tegen overhandiging van een schuldvordering en verantwoordingsstukken die het voorwerp van de overheidsopdracht uitmaken.
Art. 6.De in artikel 3 bedoelde bedragen worden op de rekening van de coördinerende gemeente gestort.
Art. 7.De Minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Brussel, 22 september 2005.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Financiën, Begroting Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL