Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2004
gepubliceerd op 08 februari 2005

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031029
pub.
08/02/2005
prom.
16/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/16/2005031029/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, inzonderheid op artikel 8, lid 2;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 jurai 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH, gewijzigd door de besluiten van 16 september 2002 en 11 april 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting en Openbaar Ambt, gegeven op 29 oktober 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 oktober 2004;

Gelet op het protocol 2004112 van Sector XV van 5 mei 2004;

Gelet op het advies nummer 37.42014 van de Raad van State, gegeven op 13 juli 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoôrdineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de artikelen 38, 45 et 92 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH worden de woorden « brevet van onderluitenant » vervangen door de woorden « brevet van officier ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar het koninklijk besluit van 19 maart 1997 betreffende de opleiding, de brevetten en de loopbaan van de leden van de brandweer, die voorkomt in de artikelen 45, 57, 58 en 60, vervangen door de verwijzing naar het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten.

Art. 3.In artikel 46, 1° van hetzelfde besluit worden de woorden « in het operationeel kader van de DBDMH » ingevoegd na de woorden « 3 jaar graadanciënniteit tellen ».

Art. 4.In artikel 47, 1° van hetzelfde besluit worden de woorden « in het operationeel kader van de DBDMH » ingevoegd na de woorden « 6 jaar graadanciënniteit tellen ».

Art. 5.Artikel 47, 2° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 2° houder zijn van een getuigschrift van rampengeneeskunde verkregen in een Belgische universiteit of gelijkwaardig getuigschrift van een buitenlandse universiteit, erkend door het bevoegde ministerie van de drie respectieve gemeenschappen; ».

Art. 6.Een artikel 50bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 50bis.§ 1. De Regering kan een betrekking vacant verklaren in de graden van officierhoofddirecteur der interventies, officierdepartementshoofd en officier-dienstchef voor operationele personeelsleden van andere openbare brandweerdiensten die tot de klasse X behoren die aan dezelfde bevordermgsvoorwaarden voldoen als diegene die gelden voor de operationele personeelsleden van de DBDMH. De kandidaten voor de betrekkingen in de graden van officier-hoofddirecteur der interventies en officier-departementshoofd moeten eveneens respectievelijk 12 en 15 jaar niveauanciënniteit als officier tellen in een andere openbare brandweerdienst die tot de klasse X behoort. § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt de gelijkwaardigheid van de graden opgenomen in bijlage II bij dit besluit. »

Art. 7.In Boek I van hetzelfde besluit wordt een Titel VIbis ingevoegd, luidende : « Titel VIbis : De externe mobiliteit »

Art. 8.Een artikel 79bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 79bis.§ 1. Om te voorzien in een vacante betrekking in de gecontingenteerde groep bedoeld in artikel 41, 3° kan de Regering een beroep doen op de operationele personeelsleden van andere openbare brandweerdiensten, met uitzondering van de vrijwillige brandweerlieden. § 2. Een vacantverklaring via externe mobiliteit kan enkel gebeuren indien er binnen de DBDMH geen kandidaten zijn voor bevordering door overgang naar het hoger niveau. § 3. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt de gelijkwaardigheid van de graden opgenomen in bijlage II bij dit besluit. »

Art. 9.Een artikel 79ter wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 79ter.§ 1. Voor overplaatsing via externe mobiliteit komen enkel operationele personeelsleden in aanmerking die titularis zijn van een graad van officier-adjunctinterventiechef of officier-interventiechef of van een gelijkwaardige graad, voor zover deze personeelsleden zich in een stand van actieve dienst bevinden en na hun evaluatie een vermelding gekregen hebben die overeenstemt met de vermelding « voldoende » als gebruikt bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Voor de betrekking van officier-adjunctinterventieehef moeten de operationele personeelsleden van andere openbare brandweerdiensten bovendien voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 38, 2° tot 4° en in artikel 45, 1, en e van dit besluit. § 3. Voor de betrekking van offcierinterventiechef moeten de operationele personeelsleden van andere openbare brandweerdiensten bovendien voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 38, 3° en 4° en in artikel 46 van dit besluit. § 4. De tenminste drie jaar graadanciënniteit in het operationeel kader van de DBDMH, voorzien in artikel 46, 1° van dit besluit wordt, voor de toepassing van de externe mobiliteit, vervangen door een anciënniteit als beroepsofficier van 3 jaar, 6 jaar en 9 jaar voor respectievelijk de operationele personeelsleden van de korpsen X, Y en Z.

Art. 10.Een artikel 79quater wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 79quater.De bepalingen van de hoofdstukken III en IV van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 oktober 2002 houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn van toepassing op de operationele personeelsleden van de DBDMH, uitgezonderd de artikelen 23, 24 en 35.

Voor wat betreft de artikelen 26, 27 en 28 van hetzelfde besluit worden de woorden « leidende ambtenaar » vervangen door de woorden « offcier-dienstchef ». ».

Art. 11.In artikel 116 van hetzelfde besluit wordt het woord « vorming » vervangen door de woorden « permanente vorming, zoals gedefinieerd in het huishoudelijk reglement van de DBDMH ».

Art. 12.In artikel 118 van hetzelfde besluit worden de tweede en derde alinea vervangen als volgt : « De weddenschaal D 152 wordt toegekend na 9 jaar graadanciënniteit in het operationeel kader van de DBDMH. De weddenschaal D153 wordt toegekend na 12 jaar graadanciënniteit in het operationeel kader van de DBDMH. »

Art. 13.In artikel 119 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de tweede alinea wordt geschrapt;2° de derde alinea wordt vervangen als volgt : « De weddenschaal D153 wordt toegekend na 12 jaar dienstanciënniteit in het operationeel kader van de DBDMH.»

Art. 14.Artikel 120, tweede alinea van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De weddenschaal D252 wordt toegekend na 12 jaar dienstanciënniteit in het operationeel kader van de DBDMH. »

Art. 15.In artikel 121 van hetzelfde besluit worden de tweede en derde alinea vervangen door de volgende bepalingen : « De weddenschaal C152 wordt toegekend na een graadanciënniteit van 6 jaar.

De weddenschaal C153 wordt toegekend na 12 jaar graadanciënniteit. »

Art. 16.In artikel 122 van hetzelfde besluit wordt de tweede alinea vervangen als volgt : « De weddenschaal C154 wordt toegekend na 3 jaar graadanciënniteit. »

Art. 17.In artikel 123 van hetzelfde besluit wordt de tweede alinea vervangen als volgt : « De weddenschaal C252 wordt toegekend hetzij na 3 jaar graadanciënniteit op voorwaarde dat de ambtenaar bouder is van het brevet van officier overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten, hetzij na 6 jaar graadanciënniteit. »

Art. 18.In artikel 144 van hetzelfde besluit worden de woorden « hetzij om het effectief minimum aan wachtofficieren te garanderen, onvoldoende geworden omwille van afwezigheid wegens ziekte, arbeidsongeval of buitengewoon onvoorzienbaar verlof » tussen de woorden « dringende taak » en de woorden « of nog » ingevoegd.

Art. 19.In artikel 150 van hetzelfde besluit worden de woorden « voorzien in deze onderafdeling, » tussen de woorden « overuren » en « wordt » ingevoegd.

Art. 20.Afdeling 7 van hoofdstuk 111, titel 11, boek 111 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « Afdeling 7. De vergoeding en de toelage van een lid van een speciale ploeg ».

Art. 21.De laatste twee alinea's van artikel 162 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 22.Een artikel 162bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 162bis.Het personeelslid dat lid is van de groep Travox Antigaz (afgekort : TAG) bekomt een forfaitaire maandelijkse basistoelage van 130 euro gebonden aan de spilindex 138,01 en die samen met de wedde wordt uitbetaald.

Deze toelage wordt vermenigvuldigd met een coëff ciënt 1,5 voor de opleiders TAG. »

Art. 23.Een artikel 162ter wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 162ter.Het personeelslid dat lid is van de groep Rescue in save conditions (afgekort RISC) bekomt een forfaitaire maandelijkse basistoelage van 130 euro gebonden aan de spilindex 138,01 en die samen met de wedde wordt uitbetaald.

Deze toelage wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt 1,25 voor de groepschefs RISC en 1,50 voor de opleiders RISC. »

Art. 24.Een artikel 162quater wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 162quater.De vergoedingen voorzien in artikelen 162, 162bis en 162ter blijven verschuldigd wanneer de ambtenaar arbeidsongeschikt is ten gevolge ziekte voorzover de duur van de ongeschiktheid twee maanden niet overschrijdt.

Diezelfde toelagen blijven geheel of gedeeltelijk verschuldigd als het lid van een speciale ploeg de functie niet meer uitoefent volgens hieronderstaande tabel : Duur van de prestaties : 20 jaar of meer 100 %. »

Art. 25.Een artikel 162quinquies wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 162quinquies.De vergoedingen voorzien in artikelen 162, 162bis, 162ter en 162quater zijn enkel cumuleerbaar ten belope van een maximumcoëfficiënt van 3. »

Art. 26.Een artikel 162sexies wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 162sexies.De vergoedingen voorzien in artikelen 162, 162bis en 162ter worden niet toegekend aan de off euro cieren. »

Art. 27.Artikel 166 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende alinea : « Niettemin wordt voor de berekening van de geldelijke anciënniteit eveneens rekening gehouden met de diensten gepresteerd als vrijwilliger bij een openbare brandweerdienst, in zoverre de bedoelde periode nog niet, geheel of gedeeltelijk, geldelijk gevaloriseerd werd. »

Art. 28.Een artikel 186bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «

Art. 186bis.De titularissen van de graad van hoofdbrandweerman en die houder zijn van het brevet van sergeant op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit artikel, genieten van de weddenschaal D252.

De titularissen van de graad van sectiechef, die tenminste 3 of 6 jaar graadanciënniteit tellen en houder zijn van het brevet van adjudant op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit artikel, genieten respectievelijk van de weddenschaal C152 of C153.

De titularissen van de graad van adjunct-detachementschef, houder van het brevet van adjudant op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit artikel, genieten van de weddenschaal Cl 54. »

Art. 29.De bijlage Il van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH wordt opgeheven en vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 30.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 20 tot 26, die in werking treden op 1 maart 2004.

Brussel 16 december 2004.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschapppelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2004.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE. Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

^