Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2004
gepubliceerd op 01 juli 2004

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvragen om verkavelingsvergunning en om stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031297
pub.
01/07/2004
prom.
29/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/29/2004031297/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvragen om verkavelingsvergunning en om stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikels 108, § 1, en 157;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 mei 1993 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvragen om verkavelingsvergunning en om stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van hoogstens één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 25 maart 2004 bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de verplichting voor de aanvrager om, wanneer hij niet de eigenaar is van het goed, noch houder van een zakelijk of persoonlijk recht, hetzij de eigenaar van een goed op de hoogte te brengen van zijn intentie om een aanvraag om verkavelingsvergunning of stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling in te dienen, hetzij zijn akkoord te bekomen, geen invloed heeft op de beslissing die over de aanvraag genomen zal worden;

Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en van de Staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening, na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit bedoelt men met : 1° « stedenbouwkundig attest », het stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling dat vóór de verkavelingsvergunning wordt aangevraagd;2° « ordonnantie », de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;3° « overlegcommissie », de territoriaal bevoegde overlegcommissie opgericht bij artikel 11 van dezelfde ordonnantie en geregeld door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies.

Art. 2.De overheid die bevoegd is om de verkavelingsvergunning of het stedenbouwkundige attest af te geven, stelt de formulieren voor de vergunnings- en de attestaanvraag en de in dit besluit bedoelde bijlagen ter beschikking van de aanvrager.

Art. 3.Twee bijkomende exemplaren van de grafische documenten, van de geschreven voorschriften, van de foto's, van bijlage I van dit besluit en in voorkomend geval de in 7, 2° of 12, 2° bedoelde nota worden erbij gevoegd als de raadpleging van andere instellingen vereist is bij toepassing van een verordenende bepaling, met name : 1° indien het goed als monument of als landschap beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven is of het voorwerp is van een voorstel tot bescherming of tot inschrijving op de bewaarlijst;2° indien het goed aan een gewestweg gelegen is;3° indien het goed aan of in een natuurreservaat, een bosreservaat of een natuurpark gelegen is;4° indien het goed aan een waterloop gelegen is;5° indien het goed langs een spoorweg gelegen is. De uitreikende overheid kan bijkomende exemplaren van de vereiste documenten vorderen wanneer andere instellingen dienen te worden geraadpleegd.

Bovendien zijn drie bijkomende exemplaren van de in lid 1 bedoelde documenten vereist wanneer de aanvraag om advies voorgelegd wordt aan de overlegcommissie.

Art. 4.De plannen worden genummerd, gedateerd en tot DIN A4-formaat gevouwen. Ze vermelden het adres van het goed, de naam van de aanvrager en worden door hen ondertekend. HOOFDSTUK II. - Over het dossier van de aanvraag om verkavelingsvergunning

Art. 5.Het dossier van de aanvraag om verkavelingsvergunning bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 6, 2° bedoelde inplantingsplan;

Art. 6.Het dossier bevat bovendien de hierna vermelde grafische en door de aanvrager ondertekende documenten : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° het plan van de bestaande feitelijke en rechtstoestand op schaal 1/1.000, 1/500 of 1/200 en opgesteld op basis van een grondplan dat zich uitstrekt op een afstand van ten minste 50 meter buiten de grenzen van het in de aanvraag bedoelde goed, met vermelding van de volgende inlichtingen : a) de noordpijl en de schaal;b) de grenzen, de naam van de eigenaars, de kadastrale nummers en de huisnummers van het te verkavelen goed en van de aanpalende percelen evenals de plaats van de beplantingen die zich er bevinden;c) de inplanting, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en van de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het te verkavelen goed;d) de eventuele wettelijke erfdienstbaarheden voortvloeiend uit de rooilijnen en, in voorkomend geval, door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of de bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het grondgebruik;e) op het goed, de inplanting met ingeschreven maten, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en van de bestemming van de bestaande te behouden of te slopen bouwwerken, evenals de plaats, de boomsoort en de afmetingen (totale hoogte, diameter van de stam op 1,50 meter hoogte en diameter van de kroon) van de bestaande hoogstammen;met « hoogstammem » bedoelt men een boom waarvan de stam ten minste 40 centimeter omtrek op 1,50 meter hoogte heeft en die ten minste 4,00 meter hoog is; f) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten, de aard van het wegdek, de aanduiding van de rijrichting(en) van het wegverkeer, evenals, in voorkomend geval, de bomen en andere beplantingen, de openbare verlichtingspunten, de wegbewijzering, technische installaties en het stadsmeubilair, de haltes en toegangen tot het openbaar vervoer;g) de vermelding, volgens de door de gemeente aan de aanvrager te verstrekken gegevens, van het tracé en de eindpunten van de meest nabije bestaande leidingen van de drinkwater-, gas- en elektriciteitsdistributienetten, met hun technische kenmerken en hun leveringsvermogen voor het terrein, en van het tracé van de openbare riolering (diameter en diepte), evenals van de hydranten;h) het huidige reliëf door middel van hoogtelijnen of -punten met een precisie van ten minste 1 meter;i) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakten, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;3° het verkavelingsontwerp, waarvan het grondplan gevormd wordt door het in 2° hierboven bedoelde plan van de bestaande toestand, op zelfde schaal en met de volgende inlichtingen : a) de noordpijl en de schaal;b) de grenzen met ingeschreven maten, de oppervlakte en het nummer van elk van de kavels;c) de inplantingszones van de bouwwerken bestemd voor de huisvesting en, in voorkomend geval, voor andere bestemmingen;d) de inspringstroken, de gebieden voor koeren en tuinen en andere groene ruimten en de aanlegwijze van die gebieden, evenals de toegangen tot de bouwwerken, de breedte en de aarde van de bekleding ervan;e) de aanduiding van het geplande reliëf, evenals van de relevante doorsneden wanneer het verkavelingsontwerp de wijziging van het huidige reliëf omvat;f) in voorkomend geval, de gebieden die voor openbare groene ruimten, gebouwen of nutsvoorzieningen moeten worden voorbehouden;g) in voorkomend geval, de geplande fases voor de uitvoering van de verkavelingsvergunning en het tijdstip waarop de vervaltermijn ingaat voor elke fase buiten de eerste;4° de geschreven voorschriften die de grafische gegevens van het ontwerp aanvullen met vermelding van volgende elementen : a) voor het geheel van de verkaveling en voor de verschillende delen ervan, de woondichtheid, de terreinbezettingsgraad, en de verhouding vloer/terrein;b) de oppervlakten in absolute cijfers en in procent van de gebieden die bestemd zijn voor de wegenis, openbare groene ruimten, koeren en tuinen, voor de minimale inspringstroken, de grondinname van de bouwwerken voor huisvesting en voor andere bestemmingen;c) de regels betreffende de inplanting van de bouwwerken en de bestemming ervan;d) de minimale en maximale afmetingen in hoogte en diepte van de te bouwen gebouwen;e) de eventuele maatregelen voor de goede afvloeiing, de opvang van het oppervlaktewater en de zuivering van het afvalwater vóór lozing;f) de regels betreffende de esthetiek van de bouwwerken, de materialen, de afsluitingen en de bestaande en toekomstige beplantingen.

Art. 7.Wanneer het ontwerp de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de wijziging van gemeentelijke verkeerswegen, de verbreding of de opheffing ervan omvat, dient het dossier van de aanvraag om verkavelingsvergunning naast de in artikelen 5 en 6 bedoelde documenten volgende documenten betreffende de uitrusting van het terrein, in zesvoud, te bevatten : 1° de ontwerp-verkaveling, opgesteld conform artikel 6, 3°, met aanduiding van bovendien : a) het tracé van de wegenis op het in de aanvraag bedoelde goed;b) de rooilijnen van de openbare wegenis en hun dwars- en lengteprofiel;c) het rioleringsnet met vermelding van zijn technische kenmerken;d) de water-, elektriciteits-, gas-, telefoon- en teledistributienet, met vermelding van hun technische kenmerken, alsmede de hydranten;e) de verlichtingspunten van het bestaande verlichtingsnet, de punten die voor het te verkavelen goed zijn gepland en de aard van de voedingsleiding, met hun technische kenmerken;f) de ruimten bestemd voor beplantingen en parkings;g) de in het ontwerp geplande openbare wegen, openbare groene ruimten, openbare gebouwen en nutsvoorzieningen, alsook de grond die ze innemen of zullen innemen, waarvoor de aanvrager de verbintenis aangaat de eigendom ervan, vrij en onbelast, en zonder kosten voor haar, gratis aan de gemeente af te staan op een door haar vast te stellen datum en in elk geval bij de eindoplevering van de werken;2° een nota met de beschrijving van de wegen- en andere openbare werken waarvoor de aanvrager de verbintenis aangaat ze op zijn kosten uit te voeren, met vermelding van de aard van het aan te wenden materiaal en, in voorkomend geval, van de te planten boomsoorten evenals de globale raming van de kosten van deze werken met opsomming van de verschillende posten en de hieraan verbonden eenheidsprijzen.

Art. 8.Wanneer de aanvraag de wijziging van een verkavelingsvergunning betreft, bevat het dossier de volgende documenten : 1° het in artikel 5, 1° bedoelde aanvraagformulier, in viervoud, dat eventueel mede-ondertekend is door de eigenaar(s) van (een) kavel(s) gelegen in de vergunde verkaveling;2° de indieningsbewijzen van de aangetekende zending van dat formulier aan alle eigenaars van (een) kavel(s) gelegen in de vergunde verkaveling die de aanvraag niet zouden hebben mede-ondertekend;3° de in artikel 5, 2°, 3° en 4° bedoelde documenten, in evenveel exemplaren;4° alle relevante foto's van het goed dat het voorwerp van de wijziging uitmaakt en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;die kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 6, 2° bedoelde inplantingsplan; 5° de in artikel 6, 2°, 3° en 4° bedoelde documenten die de gevolgen van de aangevraagde wijziging aanduiden, in viervoud;

Art. 9.Wanneer het ontwerp de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de wijziging van gemeentelijke verkeerswegen, de verbreding of de opheffing ervan omvat, dient het dossier van de aanvraag om verkavelingsvergunning de in artikels 7 en 8 bedoelde documenten, in zesvoud, te bevatten; HOOFDSTUK II. - Over het dossier van de aanvraag om stedenbouwkundig attest

Art. 10.Het dossier van de aanvraag om stedenbouwkundig attest bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 11, 2° bedoelde inplantingsplan;

Art. 11.Het dossier bevat bovendien de hierna vermelde grafische en door de aanvrager ondertekende documenten : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° het plan van de bestaande feitelijke en rechtstoestand op schaal 1/1.000, 1/500 of 1/200 en opgesteld op basis van een grondplan dat zich uitstrekt op een afstand van ten minste 50 meter buiten de grenzen van het in de aanvraag bedoelde goed, met vermelding van de volgende inlichtingen : a) de noordpijl en de schaal;b) de grenzen, de naam van de eigenaars, de kadastrale nummers en de huisnummers van het te verkavelen goed en van de aanpalende percelen evenals de plaats van de beplantingen die zich er bevinden;c) de inplanting, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en van de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het te verkavelen goed;d) de eventuele wettelijke erfdienstbaarheden voortvloeiend uit de rooilijn en, in voorkomend geval, door 's mensen toedoen gevestigde erfdienstbaarheden of de bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het grondgebruik;e) op het goed, de inplanting met ingeschreven maten, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en van de bestemming van de bestaande te behouden of te slopen bouwwerken, evenals de plaats van de bestaande hoogstammen;met « hoogstammen » bedoelt men een boom waarvan de stam ten minste 40 centimeter omtrek op 1,50 meter hoogte heeft en die ten minste 4,00 meter hoog is; f) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten, evenals de aanduiding van de bomen;g) het huidige reliëf door middel van hoogtelijnen of -punten met een precisie van ten minste 1 meter;h) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;3° het verkavelingsontwerp, waarvan het grondplan gevormd wordt door het in 2° hierboven bedoelde plan van de bestaande toestand, op zelfde schaal en dat volgende inlichtingen bevat : a) de noordpijl en de schaal;b) de grenzen met ingeschreven maten van elk van de geplande kavels;c) de bouw- en de non-aedificandizones;d) een raming van de oppervlakten voor de wegenis, de openbare groene ruimten, de zones van koeren en tuinen, de minimale inspringstroken, de grondinname van de bouwwerken bestemd voor de huisvesting en andere openbare of privé-bestemmingen;e) de profielen van de te bouwen gebouwen;f) de woondichtheid;g) de berekening van de verhouding vloer/terrein die uit d) en e) voortvloeit.

Art. 12.Wanneer het ontwerp de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de wijziging van gemeentelijke verkeerswegen, de verbreding of de opheffing ervan omvat, dient het dossier van de aanvraag om stedenbouwkundig attest naast de in artikelen 10 en 11 bedoelde documenten volgende documenten betreffende de uitrusting van het terrein, in zesvoud, te bevatten : 1° de ontwerp-verkaveling, opgesteld conform artikel 11, 3°, met aanduiding van, bovendien : a) het tracé van de wegenis op het in de aanvraag bedoelde goed;b) de rooilijnen van de openbare wegenis en hun dwars- en lengteprofiel;c) de in het ontwerp geplande openbare wegen, openbare groene ruimten, openbare gebouwen en nutsvoorzieningen, alsook de grond die ze innemen of zullen innemen, waarvoor de aanvrager de verbintenis aangaat de eigendom ervan gratis aan de gemeente af te staan wanneer hij de verkavelingsvergunning zal bezitten;2° een nota met de beschrijving van de wegenwerken en andere openbare werken waarvoor de aanvrager de verbintenis aangaat ze op zijn kosten uit te voeren, wanneer hij de verkavelingsvergunning zal bezitten.

Art. 13.Wanneer de aanvraag de wijziging van een verkavelingsvergunning betreft, bevat het dossier de volgende documenten : 1° de in artikel 10, 1°, 2°, 3° en 4° bedoelde documenten, in viervoud;2° alle relevante foto's van het goed dat het voorwerp van de wijziging uitmaakt en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4-formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 11, 2° bedoelde inplantingsplan; 3° de in artikel 11, 2° en 3° bedoelde documenten die de gevolgen van de aangevraagde wijziging aanduiden, in viervoud;

Art. 14.Wanneer het ontwerp de aanleg van nieuwe verkeerswegen, de wijziging van gemeentelijke verkeerswegen, de verbreding of de opheffing ervan omvat, dient het dossier van de aanvraag om verkavelingsvergunning naast de in artikels 12 en 13 bedoelde documenten volgende documenten betreffende de uitrusting van het terrein, in zesvoud, te bevatten; HOOFDSTUK IV. - Bepalingen

Art. 15.Het besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 13 mei 1993 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvragen om verkavelingsvergunning en om stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling wordt opgeheven.

Art. 16.Het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid stedenbouw behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking, voor de ingediende dossiers, na de 60ste dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 29 april 2004.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 januari 2002 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 januari 2002 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

^