19 FEBRUARI 2004. - Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het besluit van 16 juli 1998 tot bepaling van de initiatieven van gewestelijk belang die in aanmerking kunnen komen voor de driejarige ontwikkelingsdotatie en van de investeringsprojecten die in aanmerking kunnen komen voor verhoogde subsidiëringspercentages in toepassing van de artikelen 14, 28 en 29 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, inzonderheid op de artikelen 14, 28 en 29;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002 met betrekking tot het Gewestelijk Ontwikkelingsplan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 tot bepaling van de initiatieven van gewestelijk belang die in aanmerking kunnen komen voor de driejarige ontwikkelingsdotatie en van de investeringsprojecten die in aanmerking kunnen komen voor verhoogde subsidiëringspercentages, in uitvoering van de artikelen 14, 28 en 29 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 november 2000 en 8 november 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting;

Overwegende dat de Regering van plan is de investeringen ter bevordering van de verkeersveiligheid te bevoordelen.

Overwegende dat bepaalde verantwoordingscriteria voor verhoogde subsidiëringspercentages gewijzigd of geschrapt dienen te worden wegens de inhoud van het nieuw Gewestelijk Ontwikkelingsplan;

Overwegende het voornemen van de Regering om het energieverbruik te verminderen in de woongebouwen behorende tot de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Op de voordracht van de Minister van Werkgelegenheid, Economie en Herwaardering van de Wijken, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 tot bepaling van de initiatieven van gewestelijk belang die in aanmerking kunnen komen voor de driejarige ontwikkelingsdotatie en van de investeringsprojecten die in aanmerking kunnen komen voor verhoogde subsidiëringspercentages, in uitvoering van de artikelen 14, 28 en 29 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen wordt als volgt vervolledigd; « 4° de investeringen bedoeld in artikel 16, 1°, b, van de ordonnantie wanneer zij als doel hebben bij te dragen tot een betere verkeersveiligheid; »

Art. 2.Artikel 2, 1° van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : « 1° de investeringen bedoeld in artikel 16, 1°, b en c, 2°, a, b, c, en 6°, van de ordonnantie, wanneer ze worden verwezenlijkt binnen de grenzen van een handelskern; ».

Art. 3.Artikel 2, 4° van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 2, 5° van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : « 5° de investeringen bedoeld in de artikelen 16 en 18 van de ordonnantie wanneer ze gesitueerd zijn in de ruimte voor de versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de renovatie; ».

Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : «

Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk VI van de ordonnantie, kunnen subsidies sie in aanmerking kunnen komen voor de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie toegekend worden aan gemeenten ter verwezenlijking van bepaalde subsidieerbare investeringen die bijdragen tot de tenuitvoerlegging van prioritaire beleidslijnen van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan en die van gewestelijk belang zijn.

Voor de driejaarlijkse periode 2004-2006 werden de volgende projecten weerhouden : 1. de investeringen bedoeld in artikel 17, 4°, wanneer ze bestemd zijn voor huisvestingsgebouwen;2. de investeringen bedoeld in artikel 16, 2°, a en artikel 17, 1°, van de ordonnantie wanneer ze als doel hebben bij te dragen tot een betere stedelijke veiligheid in het kader van de veiligheids- en samenlevingscontracten gesloten tussen de federale staat en de gemeente;3. de investeringen bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van de ordonnantie in het kader van een herwaarderingsperimeter bepaald bij toepassing van de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken;4. de investeringen bedoeld in artikel 16 van de ordonnantie, wanneer zij bijdragen tot de uitvoering van het project « De Stadswandelingen ». Het subsidiëringpercentage van de investeringen bedoeld in 1°, 2°, 3° en 4° wordt vastgelegd op 100 %.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Art. 7.De Minister van Werkgelegenheid, Economie, Energie en Herwaardering van Wijken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 februari 2004.

Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie, Huisvesting en Herwaardering van de Wijken, E. TOMAS