Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 januari 2004
gepubliceerd op 24 maart 2004

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031063
pub.
24/03/2004
prom.
29/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/29/2004031063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JANUARI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid de artikelen 88 en 208, § 2;

Gelet op het besluit van de Executieve van 26 november 1992 betreffende de stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 november 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State van 7 januari 2004;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitter,

Artikel 1.Voor zover zij niet van een stedenbouwkundige vergunning zijn vrijgesteld wegens hun geringe omvang, is de duur van de vergunning beperkt voor de handelingen en werken die vermeld staan in de als bijlage bijgevoegde tabel.

De vergunnende overheid stelt de geldigheidsduur van de vergunning vast zonder de in de als bijlage bijgevoegde tabel vermelde duur te kunnen overschrijden. Zij kan daarenboven de duur vaststellen van de jaarlijkse instandhouding van de tijdelijke installaties van cyclische of seizoensgebonden aard bedoeld in punt 6 van de als bijlage opgenomen tabel.

Art. 2.De vergunningen van beperkte duur afgegeven voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven geldig tot hun vervaldag.

De vergunningen van beperkte duur betreffende de installaties bedoeld in de punten 4, en 5 van de als bijlage bijgevoegde tabel die afgegeven werden vóór de inwerkingtreding van dit besluit vervallen één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

De vergunningen van beperkte duur betreffende de installaties bedoeld in de punten 6 en 7 van de als bijlage bijgevoegde tabel die afgegeven werden vóór de inwerkingtreding van dit besluit vervallen binnen de zes jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

De vergunningen van beperkte duur betreffende de installaties bedoeld in de punt 8 van de als bijlage bijgevoegde tabel die afgegeven werden vóór de inwerkingtreding van dit besluit vervallen binnen de negen jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 3.Aan het einde van de geldigheidsduur van de vergunning stelt het college van burgemeester en schepenen, of bij ontstentenis ervan, de gemachtigde ambtenaar, de herstelling in de oorspronkelijke staat vast.

Art. 4.De handelingen en werken waarvoor een vergunning van beperkte duur bekomen werd, kunnen het voorwerp zijn van een nieuwe vergunning van beperkte duur.

Art. 5.Het besluit van de Executieve van 26 november 1992 betreffende de stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 45 van Titel VI van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening van 11 april 2003 wordt opgeheven.

Art. 7.Het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid stedenbouw behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 29 januari 2004.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : D. DUCARME Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden bijgevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 januari 2004. betreffende de vergunningen van beperkte duur.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, D. DUCARME Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landsschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

^