25 SEPTEMBER 2003 - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de halonen bevattende brandbeveiligingssystemen en brandblusapparaten

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 4, § 2, 1° en 26, als gewijzigd bij de ordonnantie van 8 november 1991;

Gelet op de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit, inzonderheid op artikel 13, eerste lid, 1° en 2°, en artikel 23, als gewijzigd bij de ordonnantie van 8 november 2001;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot vaststelling van de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen ;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk, Gewest gegeven op 11 juni 2003;

Gelet op het advies van het Coördinatiecomité als opgericht op grond van de artikelen 11 tot 13 van de voornoemde ordonnantie van 25 maart 1999, gegeven op 10 september 2003;

Gelet op de beslissing van de Regering over het inwinnen van het advies van de Raad van State binnen dertig dagen;

Gelet op advies nr 35.732/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat alle halonen bevattende brandbeveiligingssystemen en blusapparaten tegen 31 december 2003 verwijderd moeten worden;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit beoogt, wat betreft de halonen bevattende brandbeveiligingssystemen en blusapparaten, de tenuitvoerlegging van verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen van 29 juni 2000, gewijzigd bij de verordeningen (EG) nr. 2038/2000 en 2039/2000 van 28 september 2000, en bij besluit 2003/160/EG van de Commissie van 7 maart 2003.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. Verordening : de verordening (EG) nr.2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen van 29 juni 2000, gewijzigd bij de verordeningen (EG) nr. 2038/2000 en 2039/2000 van 28 september 2000, en bij besluit 2003/160/EG van de Commissie van 7 maart 2003. 2. Halonen : de stoffen die opgenomen zijn in bijlage I, groep III van de verordening, met inbegrip van de isomeren ervan;3. Chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's) : de gereguleerde stoffen die opgenomen zijn in bijlage I, groep VII van de verordening, met inbegrip van de isomeren ervan;4. Verwijdering : het ophalen, vervoeren en verwerken van afvalstoffen die al dan niet vatbaar zijn voor terugwinning, recycling, hergebruik, rechtstreeks hergebruik of elke andere nuttige toepassing van afvalstoffen;

Art. 3.De halonen bevattende brandbeveiligingssystemen en blusapparaten, die niet in de kritische toepassingen, zoals bepaald in bijlage VII van de verordening, gebruikt worden, moeten vóór 1 januari 2004 buiten gebruik worden gesteld en moeten worden verwijderd overeenkomstig de geldende wetgeving voor de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen.

Art. 4.Elke uitstoot van halonen in de atmosfeer die geen gevolg is van een toevallige brand is verboden.

Art. 5.Het is verboden om, ter vervanging van halonen, in bestaande brandbeveiligingsapparatuur gebruik te maken van chloorfluorkoolwaterstoffen als blusmiddel, in de toepassingen zoals bepaald in bijlage VII van de verordening.

Het is verboden in nieuwe installaties chloorfluorkoolwaterstoffen als blusmiddel te gebruiken. Het navullen van bestaande brandbeveiligingsapparatuur met chloorfluorkoolwaterstoffen is verboden.

Art. 6.Overtredingen van de voorschriften van dit besluit worden gestraft met een straf als naargelang de omstandigheden bepaald in artikel 23 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit of in artikel 26 van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen.

Art. 7.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 september 2003.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN