gepubliceerd op 08 november 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende aanwijzing van een rekenplichtige en plaatsvervangend rekenplichtige voor het « Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise »
30 OKTOBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende aanwijzing van een rekenplichtige en plaatsvervangend rekenplichtige voor het « Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise »
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 6 juli 2000 houdende oprichting van de dienst met afzonderlijk beheer « Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise »;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2001 betreffende het budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van het Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise », inzonderheid artikel 6;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 januari 2002 houdende aanwijzing van een rekenplichtige en plaatsvervangend rekenplichtige voor het « Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise »;
Op voorstel van de Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Het besluit van 10 januari 2002 houdende aanwijzing van een rekenplichtige en een plaatsvervangend rekenplichtige van het « Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise » wordt opgeheven.
Art. 3.Mevr. Béatrice Flas, belast met het dagelijks beheer van de boekhouding van het « Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise, wordt aangewezen als rekenplichtige.
Art. 4.De heer Daniel Gruson, Directeur, Hoofd van de Dienst Financieel Beheer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen als plaatsvervangend rekenplichtige.
Brussel, 30 oktober 2002.
Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, belast met het Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen G. VANHENGEL