gepubliceerd op 26 november 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
26 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brussels instellingen, inzonderheid op artikel 40, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 445;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 februari 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Gelet op volgende formaliteiten waaraan voormeld besluit voorafgaandelijk werd onderworpen : het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 december 2001; de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 december 2001; het protocol nr. 2002/1 van sector XV van 17 januari 2002;
Overwegende dat het bovenvermeld besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 februari 2002 behalve de handtekening van de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de handtekening van de Staatssecretaris belast met Ambtenarenzaken draagt, terwijl volgens de jurisprudentie van de Raad van State het besluit enkel door de leden van de Regering kon worden voorgedragen en getekend en niet door een Staatssecretaris zoals in casu;
Overwegende dat, dientengevolge, voormeld besluit het risico loopt een vormfout te bevatten en het dient te worden ingetrokken gezien het risico tot nietigverklaring van alle feitelijke en rechtsbepalingen genomen op basis ervan;
Overwegende, voorts, dat het noodzakelijk is voormeld besluit te herstellen en de bepalingen die het bevat opnieuw uit te vaardigen met uitwerking vanaf de dag van de aanvankelijke inwerkingtreding ervan;
Overwegende dat de bepaling van het statuut waarbij de regel van de leeftijdsklassen, bij wijze van overgangsmaatregel, inderdaad enkel wordt opgelegd aan de dienstdoende ambtenaren bij de inwerkingtreding van voormeld besluit moet worden geschrapt op de datum van deze inwerkingtreding want discriminerend ten aanzien van de andere ambtenaren van het ministerie;
Overwegende dat, zodoende, de vereisten betreffende de rechtszekerheid en de individuele rechten voortvloeiend uit de toepassing van het nieuwe statuut van het ministerie zullen worden geëerbiedigd;
Gelet op de beslissing van de Regering tot verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van ten hoogste één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State 33.943/2/V, gegeven op 28 augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 445 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt opgeheven.
Art. 2.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 februari 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt ingetrokken.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1999.
Art. 4.De Minister van Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 september 2002.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL