gepubliceerd op 07 juni 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van toelagen aan gemeenten voor het opmaken van een structuurplan dat de inrichting van zones 30, woonerven en voetgangerszones in het wijknet omvat
2 MEI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van toelagen aan gemeenten voor het opmaken van een structuurplan dat de inrichting van zones 30, woonerven en voetgangerszones in het wijknet omvat
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 20 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2002, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 15 januari 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 23 januari 2002;
Gelet op het besluit van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op advies 33.055/4 van de Raad van State, gegeven op 18 maart 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vaststelling van het gewestelijk ontwikkelingsplan, inzonderheid op bijlage II, kaart nr. 6, met betrekking tot het wegennet, waarin voorzien wordt in een wijknet gevormd door plaatselijke straten en verzamelwegen in elke gemeente, bestemd om verkeerszones 30 km/u, en zelfs 20km/u te worden;
Overwegende dat in het kader van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 oktober 2001 betreffende de toekenning van toelagen aan gemeenten voor het opmaken van een structuurplan dat de inrichting van de zone 30, woonerven en voetgangerszones in het wijknet omvat, de gemeenten Elsene en Schaarbeek in 2001 een dossier ingediend hebben waarvoor een bedrag vastgelegd werd op de begroting 2001;
Overwegende dat een zo groot mogelijk aantal gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een structuurplan dienen op te stellen zoals bepaald in dit besluit;
Op voorstel van de Minister van Openbare Werken, Vervoer en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, Besluit :
Artikel 1.De Regering kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, een toelage toekennen aan elke gemeente voor het opmaken van een stuctuurplan van zones 30, woonerven en voetgangerszones in haar wijknet.
De gemeenten die reeds in 2001 een dossier ingediend hebben en waarvoor een bedrag vastgelegd werd op de begroting 2001, kunnen geen dossier meer indienen in het kader van dit besluit.
Art. 2.De toelage heeft als voorwerp het opmaken door de gemeente van een stuctuurplan dat zones 30, woonerven en voetgangerszones in haar netwerk organiseert.
Het plan zal onder meer het volgende omvatten : 1. een weergave van het huidige statuut van elke straat van het wijknet en de vermelding van de eigenschappen ervan, bekeken vanuit de verkeers- en verblijfsfunctie;2. de bepaling van een typologische rangschikking van deze wegen op grond van hun geometrische eigenschappen en van bijzondere doelstellingen op het vlak van de snelheidsvermindering en de indeling van de openbare ruimte, samen met een voorstel van type-inrichting voor elke categorie op een schaal 1/200;3. de opmetingsstaat en de budgettaire raming, de lijst van de verplichtingen, de planning, de aanduiding van de prioriteiten en het in overeenstemming brengen met de gemeentelijke investeringsplannen;4. het opstellen van een dossier van uitvoering of, indien nodig, van aanvraag van stedenbouwkundige vergunning, voor minstens de drie wegvakken waarvan geacht wordt dat ze de hoogste prioriteit moeten genieten.
Art. 3.Het maximumbedrag van de toelage ten laste van artikel 12.13.24.12.11 a) van de ordonnantie van 20 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2002, bestaat uit een forfaitair bedrag van 6.197,34 euro, vermeerderd met een naar rato van de lengte van het wijknet en de bevolkingsdichtheid veranderlijke aanvullende bedrag.
Het veranderlijke gedeelte van de toelage wordt vastgesteld volgens de hiernavolgende formule : Pv = C x L x DC/DR waarbij : C : parameter vastgesteld op 10/40,3399 L : de lengte van het wijknet in de betrokken gemeente in meter uitgedrukt volgens de cartografie Urbis DC : de gemiddelde bevolkingsdichtheid in de gemeente meegedeeld door het NIS en afgerond tot een 10e DR : de gemiddelde bevolkingsdichtheid in het Gewest meegedeeld door het NIS De berekening voor het maximumbedrag van de toelage per gemeente is hier bijgevoegd.
Het bedrag van de toelage mag 60 % van de geraamde, totale kostprijs niet overschrijden ingeval een externe ontwerper wordt aangesteld en 80 % van de geraamde totale kostprijs ingeval van een intern team. In voorkomend geval mag de aanvraag gesplitst worden teneinde slechts een gedeelte van het grondgebied van de gemeente te omvatten, waarbij het toelageplafond evenredig verminderd wordt.
Art. 4.§ 1. Bij elke subsidieaanvraag, die vóór 30 november 2002 moet ingediend zijn, worden de volgende stukken gevoegd : 1. De gemotiveerde beslissing van de gemeenteraad om een structuurplan op te maken dat zones 30, woonerven en voetgangerszones in haar netwerk organiseert;2. De gemotiveerde beslissing van de gemeenteraad om de opdracht te geven, hetzij aan een externe ontwerper, gekozen uit de lijst van erkende ontwerpers voor het opmaken van de Gemeentelijke Ontwikkelingsplannen, hetzij aan een intern team van de gemeentelijke administratie, met een uitvoerige beschrijving van de vakbekwaamheid van de leden van het team en een raming van de tijd die nodig is om de opdracht tot een goed einde te brengen;3. Het bestek en/of de door de externe ontwerper ingediende offerte of de omschrijving van het aan het interne team toevertrouwde mandaat en de kostprijs van de studie die moet worden uitgevord hetzij door de door het College aangewerven ontwerper, hetzij door het interne team. De kostprijs van de studie die door een intern team wordt opgemaakt, omvat de brutosalarissen van de studieperiodes alsmede een enveloppe van 20 % van de aldus bepaalde salariskosten, ter dekking van de algemene kosten. § 2. Het plan moet binnen de 12 maanden na de ontvangst van de kennisgeving van de toekenning van de toelage afgerond zijn.
De gemeente beschikt over : - 4 maanden voor de stappen 1 en 2 van artikel 2; - 4 maanden voor de stappen 3 en 4.
Het Begeleidingscomité voorzien in artikel 5 beschikt, binnen de totale termijn van 12 maanden, over een maand om over de stappen 1 en 2 en over een maand om over de stappen 3 en 4 aan de gemeente een advies te geven.
Art. 5.Op het gewestelijk niveau wordt een begeleidingscomité opgericht, hierna genoemd « het comité ». Het comité is ermee belast om een werkmethodologie voor te stellen voor de uitwerking van het plan. Het dient eveneens de uitwerking van het plan van elke gemeente te volgen.
Het geeft advies aan de gemeente over elke stap zoals beschreven in artikel 4.
Het comité bezorgt ook aan de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp die belast is met de uitvoering binnen de 30 dagen na het advies van het comité over stap 4, een finaal advies over het structuurplan dat zones 30, woonerven en voetgangerszones in het netwerk organiseert. Dit advies handelt enkel over de vraag of de voorwaarden tot toekenning van de toelage vervuld zijn en dus over de vraag of het structuurplan overeenstemt met de bepalingen van artikel 2.
Dit comité wordt samengesteld als volgt : - een vertegenwoordiger van de Staatssecretaris belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; - een vertegenwoordiger van de Minister belast met Openbare werken en Vervoer; - twee vertegenwoordigers van het Bestuur Uitrusting en Vervoer; - een vertegenwoordiger van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting; - een vertegenwoordiger van het Bestuur voor Plaatselijke Besturen; - een vertegenwoordiger van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel; - een vertegenwoordiger van de Preventiedienst van de Brandweer; - een vertegenwoordiger van het federale Ministerie van Verkeer en Infrastructuur - Directie Verkeersreglementering; - twee vertegenwoordigers van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, die alleen een raadgevende stem hebben; - een vertegenwoordiger van het Brussels Instituut voor het Milieubeheer; - een vertegenwoordiger van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - twee vertegenwoordigers van de gemeente waarvan het plan wordt onderzocht.
De niet-vertegenwoordiging op of de niet-deelname van het federale Ministerie van Verkeer en Infrastructuur of van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid aan de vergaderingen van het begeleidingscomité mag geen weerslag hebben op de werking van het comité of op de geldigheid van de door het comité gestelde handelingen.
Het secretariaat wordt verzorgd door de Directie Vervoerbeleid van het Bestuur Uitrusting en Vervoer.
Art. 6.De uitbetalingen van de toelage gebeuren volgens de volgende fasering : 1. veertig percent na de kennisgeving van de beslissing van toekenning van de toelage;2. vijftien percent na het advies door het begeleidingscomité, van elke van de vier stappen bedoeld in artikel 2.
Art. 7.Het afgewerkte structuurplan dat de inrichting van de zones 30, woonerven en voetgangerszones in het wijknet omvat, met de vier stappen bedoeld in artikel 2, dient aan de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp voor goedkeuring voorgelegd te worden binnen een termijn van één jaar na de kennisgeving van de goedkeuring van de Regering om de toelage toe te kennen.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9.De Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 mei 2002.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stedelijke Vernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringend Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2002 betreffende de toekenning van toelage aan gemeenten voor het opmaken van een structuurplan dat de inrichting van zones 30, woonerven en voetgangerszones in het wijknet omvat.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stedelijke Vernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringend Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL