gepubliceerd op 28 maart 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
29 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de artikelen 3, 39 en 166, § 2, van de Grondwet, gecoördineerd bij de wet van 17 februari 1994;
Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 21 augustus 1987;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en de Gemeenschappen;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1999 tot wijziging van het besluit van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, gewijzigd door de regeringsbesluiten van 30 september 1999 en 19 oktober 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Overwegende dat het nodig is de werking van de Regering onverwijld te verzekeren;
Op voorstel van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 4 van het besluit van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 4.De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting is bevoegd voor : 1° de coördinatie, in het kader van de herwaardering van de kwetsbare wijken, van de gesubsidieerde werken, de wijkcontracten, de initiatiefwijken en, desgevallend, de coördinatie van de desbetreffende Europese fondsen;2° het tewerkstellingsbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, IX, van de bijzondere wet;3° economie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet, met uitsluiting van het afzet- en uitvoerbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 3°;4° energie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere wet;5° huisvesting, zoals bepaald in artikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet.6° landbouwbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, V, van de bijzondere wet.»
Art. 2.Artikel 5 van het besluit van 16 juli 1999 tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 5.De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel is bevoegd voor : 1° leefmilieu en waterbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet;2° landinrichting en natuurbehoud, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, van de bijzondere wet;3° ophaling en behandeling van afvalstoffen, zoals bepaald in artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987, met inbegrip van, op het gebied van de plaatselijke besturen, het beheer van de kredieten en de acties inzake het schoonmaken van plaatsen met een bovengemeentelijk belang en het beheer van het bijkomend bijzonder krediet voor de gemeenten voor de openbare reinheid en de desbetreffende acties;4° het afzet- en uitvoerbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 3°, van de bijzondere wet.»
Art. 3.De Ministers van de Regering worden, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4.Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2002.
Brussel, 29 november 2001.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL