Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2001
gepubliceerd op 13 juli 2001

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangaande de onteigening van grondinnemingen in onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de Stad Brussel

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031258
pub.
13/07/2001
prom.
22/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/22/2001031258/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MAART 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangaande de onteigening van grondinnemingen in onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de Stad Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijszigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993 en 16 juli 1993, inzonderheid de artikelen 6, § 1, X, 1°, en 79;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 38;

Gelet op de ordonnate van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 fébruari 1990 betreffende de onteigeningen van openbaar nut doorgevoerd of toegastaan door de Brusselse Hoofdstedelijk Executieve;

Gelet op de wet van 26 juli 1952 bettefende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening van openbaar nut en in het bijzonder het artikel 5;

Overwegende dat de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordering, meer bepaald in titel IV, verschillende normen inhoudt die van toepassing zijn op de toegankelijkheid van de ingangen en de uitrustingen van gebouwen voor mindervaliden;

Dat de trein- en de metrostrations deel uitmaken van de openbare gebouwen bedoeld in voormoemde verordening, zoals bepaald in artikel 1, § 3, 15°, van titel IV;

Overwegende dat er bijgevolg liften geplaatst moeten worden om de mindervaliden vanaf de bovengrond toegang te verlenen tot de perrons en de mezzanine van het metrostation « DEBROUCKERE »;

Dat gelet op het feit dat een directe toegang in de openbare ruimtevan de wegenis ten koste zou gaan van het vlotte verkeer ven het bovengronds openbaar vervoer en aansluiting met de metro, is het bijgevolg noodzakelijk deze toegang aan te leggen ter hoogte van het gelijkvloers van de gebouwen gelegen frontaal op de Bisschopsstraat;

Overwegende dat, daarenboven, de ruimten ter hoogte van de mezzanine eveneens gereorganiseerd dienen te worden met het oog de aanleg van twee nooduitgangen;

Op voordracht van de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Openbare Werken en Vervoer, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aagelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Het is onontbeerlijk, ten algemenen nutte, onmidelijk bezit te nemen van de grondinnemingen in onroerende goederen gelegen op de grondgedied van de gemeete Brussel vereist voor de aanleg van twee nooduitgangen en toegangen voor mindervaliden in het metrostation « DEBROUCKERE » en aangeduid op het plan nr. 4006/122B in bijlage.

Art. 3.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 maart 2001.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, F.-X. de DONNEA De Minister belast met Financiën en Begroting, G. VANHENGEL De Minister belast met Openbare Werken en Vervoer, J. CHABERT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^