gepubliceerd op 10 mei 2001
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling, voor het jaar 2001, van de regels voor de toekenning van toelagen aan de gemeenten in het kader van de openbare netheid
22 MAART 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling, voor het jaar 2001, van de regels voor de toekenning van toelagen aan de gemeenten in het kader van de openbare netheid
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 5, tweede lid, en artikel 8;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, inzonderheid op de artikelen 3 en 4;
Gelet op de ordonnantie van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid op artikel 24;
Overwegende dat de openbare netheid een prioritaire regeringsdoelstelling is;
Overwegende dat de coördinatie tussen de gemeentelijke en gewestelijke reinigingsdiensten moet worden verbeterd overeenkomstig de krachtlijnen van het netheidsplan dat de Regering in 1999 heeft goedgekeurd;
Overwegende dat de gemeenten de nodige middelen moeten worden toegekend voor de uitvoering van hun opdrachten inzake openbare netheid; dat de verdeling en de toekenningsregels ervan moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat het beschikbare krediet op artikel 590.02 van de begroting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, gevoegd bij de ordonnantie van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001, 141 100 000 BEF bedraagt;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 maart 2001;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting;
Op voorstel van de Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel;
Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Het Agentschap : het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;2° Het netheidscontract : de overeenkomst waarin de gemeente, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Agentschap met name vaststellen wat volgt : de netheidsdoelstellingen, de menselijke en materiële middelen, de infrastructuur, de interventieregels en -zones van de respectieve diensten, het beheer van de reinigingsacties ter gelegenheid van bijzondere evenementen, de regels voor de deelname aan voorlichtingscampagnes en een gecentraliseerd klachtenbehandelingssysteem, de regels voor de opvolging van en het toezicht op de uitvoering van het contract en de aanwending van de gewestkredieten.
Art. 2.§ 1. Een bedrag van 141,1 miljoen frank, geboekt op artikel 590.02 van de begroting 2001 van het Agentschap, wordt onder de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verdeeld op grond van twee factoren : 1° de bevolkingsdichtheid per bebouwde hectare, berekend door de dienst Studie en Regionale Statistiek van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;deze factor wordt vermeerderd volgens de in de bijgevoegde tabel opgenomen weging wanneer in een gemeente het aantal inwoners per bebouwde hectare meer dan 100 bedraagt; 2° de lengte van de gemeentewegen, uitgedrukt in kilometer, met uitzondering van de wegen die door de diensten van het Agentschap worden gereinigd. § 2. Het aandeel van elke gemeente wordt vastgesteld door het in § 1 bedoelde krediet te vermenigvuldigen met de coëfficiënt van de vermenigvuldiging van de in § 1 bedoelde factoren, gedeeld door de som van die verrichtingen voor alle betrokken gemeenten. § 3. Een voorschot van 50 % wordt betaald binnen een maand na de ondertekening van het netheidscontract.
Het voorschot wordt betaald binnen een maand na de goedkeuring van het ontwerpbesluit door de Regering aan de gemeenten die op die datum reeds een netheidscontract hebben gesloten. § 4. Een bijkomende schijf van 25 % wordt betaald aan de gemeenten die vóór 1 juli 2001 een netheidscontract hebben gesloten, binnen een maand na de goedkeuring, door de minister van Openbare Netheid, van het actieprogramma dat ter uitvoering van het netheidscontract is opgesteld. § 5. Het saldo wordt, onder voorbehoud van de in artikel 3, § 2, bedoelde verificaties, betaald binnen een maand na voorlegging aan het Gewestelijk Agentschap voor Netheid van het in artikel 3, § 1, bedoelde verslag betreffende de aanwending van de toelage.
Art. 3.§ 1. De gemeente legt het Agentschap een verslag betreffende de aanwending van het in artikel 2, § 2, bedoelde aandeel voor. Dit verslag omvat twee delen : Het eerste deel omvat een beschrijving van de acties die de gemeente ter uitvoering van het netheidscontract heeft ondernomen. Het wordt opgesteld overeenkomstig een eenvormig model dat bij het actieprogramma wordt gevoegd.
Het tweede deel omvat een beschrijving van de daadwerkelijke aanwending van het in artikel 2, § 2, bedoelde aandeel die in een addendum bij het netheidscontract wordt gedetailleerd en waarbij de bewijsstukken worden gevoegd. § 2. Alvorens het saldo te betalen, onderzoekt het Agentschap de echtheid van de elementen van het door de gemeente opgestelde verslag. § 3. Bij niet-naleving van de verbintenissen die de gemeente in het kader van het netheidscontract heeft aangegaan, verliest de gemeente, gedeeltelijk of volledig, het recht op het saldo van haar aandeel. De beslissing wordt genomen door de minister van Openbare Netheid op basis van een gemotiveerd verslag van het Agentschap en na de betrokken gemeenteoverheid te hebben gehoord.
Art. 4.De bedragen van de aandelen van de gemeenten zijn naast hun naam in de bijgevoegde tabel ingeschreven.
Art. 5.De Minister van Openbare Netheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 maart 2001.
De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Openbare Netheid, D. GOSUIN
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld