gepubliceerd op 04 februari 2000
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren en vaste inrichtingen voor de heroplading van accumulatoren
9 SEPTEMBER 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren en vaste inrichtingen voor de heroplading van accumulatoren
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 4 maart 1998;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 juli 1999 en toegestuurd op 19 augustus 1999;
Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder stationaire batterij accumulator of stationaire accumulator : batterij accumulator of accumulator die vast op een bepaalde plaats wordt opgesteld en die normaal verbonden is met de oplading van de elektrische inrichting.
Art. 2.De voorwaarden van dit besluit zijn van toepassing op : 1° de stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren waarvan de uitkomst van de vermenigvuldiging van het vermogen, uitgedrukt in Ampère-uur (Ah), met de spanning, uitgedrukt in volt (V), hoger ligt dan 10 000;2° de vaste inrichtingen voor de heroplading van accumulatoren met behulp van toestellen met een aangesloten vermogen van meer dan 5 kilowatt (kW).
Art. 3.Als een lokaal met stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren zich in een gebouw bevindt, gelden de volgende normen inzake brandweerstand van wanden en deuren, onverminderd de toepassing van strengere normen die in bepaalde gevallen door of krachtens een ordonnantie worden opgelegd, en onverminderd de strengere voorschriften die door de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp worden opgelegd : 1° de scheidingsdeuren tussen het lokaal en de rest van het gebouw bezitten een brandweerstand van minstens een half uur volgens de norm NBN 713020.Ze openen in de vluchtzin en zijn voorzien van een automatisch sluitsysteem; 2° de wanden, de vloer en het plafond in metselwerk of beton bezitten een brandweerstand van één uur volgens de norm NBN 713.020; 3° brandblusapparaten van 6 kg ABC-poeder met het BENOR-label of een gelijkwaardig, door een lidstaat van de Europese Unie of door de Europese Gemeenschap erkend label, moeten worden aangebracht nabij de toegangsdeuren aan de buitenkant van de lokalen met stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren en nabij de werkposten;die brandblussers dienen dankzij een jaarlijkse controle en jaarlijks onderhoud in goede staat van werking gehouden te worden.
Het is verboden in de lokalen te roken. Dat verbod dient duidelijk leesbaar alsook met behulp van pictogrammen te worden aangebracht op de buitenkant van de deuren en binnen in de lokalen.
Voor de verwarming van de lokalen waar de stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren zijn geïnstalleerd, zijn enkel toestellen toegestaan waarvan de installatie en het gebruik de nodige waarborgen bieden om elk brand- of ontploffingsgevaar te vermijden. In dit lokaal mag in geen geval een verwarmingstoestel met verbranding worden opgesteld.
De verlichting van de lokalen gebeurt uitsluitend elektrisch.
Op verscheidene zichtbare plaatsen dienen instructies te worden aangebracht over wat men in geval van een ongeval (brand, ontploffing of elektrocutie,...) moet doen.
Art. 4.De stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren dienen te worden geïnstalleerd in lokalen waar alleen inrichtingen zijn toegestaan die voor de goede werking van de stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren noodzakelijk zijn of rechtstreeks van het gebruik ervan afhangen.
De stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren dienen vlot toegankelijk te zijn.
De toegang tot de lokalen is verboden voor het publiek. Dat verbod wordt duidelijk op de toegangsdeuren aangebracht.
De uitgangen zijn vrij van obstakels en worden, overeenkomstig de artikelen 1 tot 11 van het koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk, met de passende pictogrammen aangeduid.
Art. 5.De vloerbedekking in het lokaal bestaat uit ondoorlatende en voor elektrolyten inerte materialen.
De Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische hulp kan om veiligheidsredenen de aanwezigheid van sterfputten in lokalen met stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren verbieden.
Onder de stationaire batterij accumulator of stationaire accumulator moet zich een ondoordringbare kuip voor de opvang van alle elektrolyten bevinden. De ondoordringbare kuip bestaat uit onbrandbaar materiaal, d.w.z. materiaal dat geen enkel waarneembaar warmteverschijnsel vertoont tijdens de genormaliseerde proef, waarbij het aan een conform de norm NBN S21-201 voorgeschreven verwarming wordt onderworpen.
Bij lekken moet het elektrolytisch slib verwijderd worden door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende ophaler van gevaarlijk afval.
De gebruikte stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren dienen eveneens door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende ophaler van gevaarlijk afval verwijderd te worden.
Art. 6.De lokalen met stationaire batterij accumulatoren of stationaire accumulatoren moeten voortdurend en efficiënt verlucht worden door een verluchtingssysteem met lage luchttoevoer en hoge luchtafvoer.
De verluchting mag op natuurlijke wijze gebeuren indien er een rechtstreekse verbinding met de buitenlucht is.
Indien er geen rechtstreekse verbinding met de buitenlucht is, moet voor een aangepaste verluchting gezorgd worden.
Art. 7.Het gelijkvormigheidsattest voor elektrische inrichtingen en elk ander bewijs van naleving van Titel III, hoofdstuk 1, Afdeling 1 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties dient, gedurende de gehele uitbatingstermijn, ter beschikking gehouden te worden van de ambtenaar die met de controle van de ingedeelde inrichtingen belast is.
Art. 8.Voor de stationaire batterij accumulatoren, stationaire accumulatoren en vaste inrichtingen voor de heroplading van accumulatoren waarvoor vóór de inwerkingtreding van dit besluit een individuele uitbatingsvergunning verleend werd, gelden de artikelen 4 en 6 na een termijn van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking drie maanden na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 10.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 september 1999.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, J. SIMONET De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN