17 DECEMBER 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het Opvolgingscomité van de breedband telecommunicatiediensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 21 augustus 1987 tot wijziging van de wet houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten en houdende bepalingen betreffende het Brussels Gewest, inzonderheid op artikel 27;

Gelet op het bestek m.b.t. het afsluiten van een raamakkoord voor het leveren van de telecommunicatiediensten aan de bestuurlijke overheidsentiteiten gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goedgekeurd door de Regering op 3 december 1998;

Gelet op het Besluit van de Regering van 25 september 1997 tot vastlegging van de draagwijdte van de opdracht van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest en de tarifering van de diensten die in het kader van de verspreiding van internet aan de openbare besturen verstrekt worden;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat zowel in het belang van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als van de bestuurlijke overheidsentiteiten gevestigd op zijn grondgebied, alsook van de gebruikers van de telecommunicatiediensten de werkingsvoorwaarden van het raamakkoord voor het leveren van telecommunicatiediensten aan de bestuurlijke overheidsentiteiten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest optimaal moeten zijn;

Overwegende dat derhalve het Opvolgingscomité van de telecommunicatiediensten van het gewestelijk breedbandnetwerk onverwijld moet opgericht worden;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 17 december 1998;

Op de voordracht van de Minister voor Ambtenarenzaken, Besluit :

Artikel 1.Onderhavig besluit regelt de materies bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In de volgende artikelen van onderhavig besluit wordt verstaan onder : 1. Operator : de dienstverlener in het kader van het afsluiten van het raamakkoord voor het leveren van telecommunicatiediensten aan de bestuurlijke overheidsentiteiten gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2. Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vertegenwoordigd door zijn Minister-Voorzitter en zijn Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken die instaan voor het beheer en de controle van het met de operator gesloten kaderakkoord;3. CIBG : het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest;4. Gebruikers : de bestuurlijke overheidsentiteiten en de instellingen aangeduid in artikel 2 van het voornoemd besluit van 25 september 1997 gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die gebruiker zijn van de telecommunicatiediensten waarvan sprake in dit besluit;5. Opvolgingscomité : het Opvolgingscomité van de telecommunicatiediensten van het gewestelijk breedbandnetwerk. HOOFDSTUK 1. - Opdracht van het Opvolgingscomité

Art. 3.Het Opvolgingscomité stelt aan de Regering een tariferingsschaal voor voor de geleverde diensten alsmede de validering van de nodige investeringen.

Het Opvolgingscomité legt dit voorstel voor op basis van de elementen die haar werden ter beschikking gesteld door het CIBG. De Regering keurt in Ministerraad een besluit goed waarbij de tariferingsschaal voor de door de operator geleverde diensten wordt vastgelegd.

Het Opvolgingscomité informeert het Gebruikerscomité over al de genomen beslissingen en neemt kennis van de door het Gebruikerscomité verstrekte adviezen. HOOFDSTUK 2. - Samenstelling van het Opvolgingscomité

Art. 4.Het Opvolgingscomité is samengesteld uit drie leden als volgt aangeduid : - 1 lid voorgedragen door de Regering; dit lid neemt het voorzitterschap waar; - 1 lid voorgedragen door de Raad van Bestuur van IRIS; - 1 lid voorgedragen door de aangesloten gemeenten;

De leden worden aangeduid door de Regering in Ministerraad voor een periode van vier jaar, eenmaal vernieuwbaar.

Er is geen verloning verbonden aan de functie.

Art. 5.Het oudste lid oefent alle prerogatieven uit van de Voorzitter ingeval hij afwezig of verhinderd is. HOOFDSTUK 3. - Werking van het Opvolgingscomité

Art. 6.Het Opvolgingscomité wordt voor zijn secretariaat bijgestaan door de Leidend Ambtenaren van het CIBG. Ze wonen zonder stemrecht de vergaderingen van het Opvolgingscomité bij en stellen het ontwerp van dagorde op dat ze aan de Voorzitter voorleggen.

Het Opvolgingscomité werkt op basis van trimestriële verslagen verstrekt door het CIBG. Het Opvolgingscomité voert noch een hiërarchisch noch een functioneel gezag over het CIBG. Het Opvolgingscomité komt tenminste viermaal per jaar bijeen op vastgestelde tijdstippen bepaald in het Huishoudelijk Reglement goedgekeurd door het Comité. Het komt bijeen op uitnodiging van zijn Voorzitter of van zijn plaatsvervanger ingeval hij verhinderd is.

Art. 7.Elk lid van het Opvolgingscomité kan punten laten inschrijven op de dagorde overeenkomstig de modaliteiten vervat in het Huishoudelijk Reglement door het Comité goedgekeurd.

Art. 8.De adviezen van het Opvolgingscomité worden bij volstrekte meerderheid genomen voorzover de helft van de leden aanwezig is.

Indien het Comité niet geldig kan beraadslagen omdat het quorum niet aanwezig is, wordt een nieuwe uitnodiging verzonden minstens drie werkdagen vóór de voorziene datum van de volgende vergadering.

De adviezen van het Opvolgingscomité worden door de Leidend Ambtenaren van het CIBG binnen een termijn van vijf kalenderdagen overgemaakt aan de operator alsmede aan de Regering en aan de Voorzitter van het Gebruikerscomité.

Het Opvolgingscomité geeft een advies op het trimestrieel verslag dat hem wordt overgemaakt door het CIBG.

Art. 9.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering stelt een Inspecteur van Financiën aan die zonder stemrecht aan de vergaderingen van het Opvolgingscomité deelneemt.

Art. 10.Het Opvolgingscomité stelt zijn Huishoudelijk Reglement op en legt het ter goedkeuring aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor.

Art. 11.De werkingskosten van het Opvolgingscomité komen ten laste van een ad hoc basisallocatie ingeschreven op de begroting van het CIBG. HOOFDSTUK 4. - Diverse bepalingen

Art. 12.De hoedanigheid van lid van het Opvolgingscomité is onverenigbaar met de hoedanigheid van : - beheerder van een openbare of privé instelling waarvan de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks is verbonden met de telecommunicatie- of de teledistributieactiviteiten, - bedrijfsleider van een openbare of privé instelling waarvan de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks is verbonden met de telecommunicatie- of de teledistributieactiviteiten, - lid van een gewestelijk, federaal of gemeenschapsparlement, - lid van een gewestelijke, federale of gemeenschapsregering, - Burgemeester, - Schepen

Art. 13.Onderhavig besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 17 december 1998.

Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken R. GRIJP