Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 03 december 1998
gepubliceerd op 02 april 1999

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de personen die belast zijn met het opstellen van het jaarverslag inzake de evaluatie op milieuvlak en op juridisch vlak

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031543
pub.
02/04/1999
prom.
03/12/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 DECEMBER 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de personen die belast zijn met het opstellen van het jaarverslag inzake de evaluatie op milieuvlak en op juridisch vlak


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, inzonderheid op de artikelen 63, § 1, 7° en 70 tot 78;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juni 1993 inzake de erkenning van de personen belast met het opstellen van het verslag bedoeld in artikel 58, eerste lid, 6°, van de ordonnantie van 30 juli 1992 betreffende de milieuvergunning;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 15 augustus 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State L.27.120/3 gegeven op 6 oktober 1998;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan met : 1° « verslag » : het verslag bedoeld in artikel 63, § 1, 7°, van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen ;2° « rapporteur » : de erkende persoon op wiens diensten een uitbater een beroep kan doen voor het opstellen van het verslag;3° « Minister » : het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid Leefmilieu en Waterbeleid behoren;4° « Instituut » : het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Art. 2.De erkenning in de hoedanigheid van opdrachthouder inzake de effectenstudie, krachtens de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, geldt tevens als erkenning als rapporteur.

Art. 3.De aanvraag tot erkenning wordt in zes exemplaren naar het Instituut gestuurd, bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Naast de stukken en inlichtingen die artikel 71 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen vereist, wordt bij de aanvraag een betalingsbewijs gevoegd van het dossierrecht van BF 10 000 bedoeld in artikel 100, § 1, derde lid, 4°, van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Art. 4.De erkenning kan alleen worden verleend : 1° ofwel aan een natuurlijke persoon die houder is van een diploma van burgerlijk ingenieur, van industrieel ingenieur of van landbouwkundig ingenieur uitgereikt door een Belgische instelling voor hoger onderwijs, of van een in het buitenland uitgereikt en als gelijkwaardig erkend diploma, en die beschikt over voldoende ervaring en bekwaamheid;2° ofwel aan een rechtspersoon die onder zijn leiders of zijn personeelsleden ten minste één natuurlijke persoon telt die doet blijken van de in de bepaling onder 1° bedoelde vereiste.

Art. 5.Binnen 75 dagen na ontvangst van de aanvraag, maakt het Instituut de volgende stukken aan de Regering over : 1° een exemplaar van de aanvraag;2° een afschrift van de verzoeken om advies, gericht aan de besturen bedoeld in artikel 72 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;3° de adviezen van deze besturen of de vaststelling van het ontbreken van één der adviezen of alle adviezen, alsook zijn eigen advies.

Art. 6.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juni 1993 inzake de erkenning van de personen belast met het opstellen van het verslag bedoeld in artikel 58, eerste lid, 6°, van de ordonnantie van 30 juli 1992 betreffende de milieuvergunning is opgeheven.

Art. 7.De Minister van Leefmilieu is met de uitvoering van dit besluit belast.

Brussel, 3 december 1998.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^