gepubliceerd op 07 oktober 1998
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan tot wijziging van de richtinggevende bepalingen van het gewestelijk ontwikkelingsplan vastgesteld op 3 maart 1995 en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de toekenning van premies voor de renovatie van het woonmilieu aan natuurlijke personen en aan privaatrechtelijke rechtspersonen
4 JUNI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan tot wijziging van de richtinggevende bepalingen van het gewestelijk ontwikkelingsplan vastgesteld op 3 maart 1995 en tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de toekenning van premies voor de renovatie van het woonmilieu aan natuurlijke personen en aan privaatrechtelijke rechtspersonen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op artikel 114 van de Huisvestingscode, ingevoegd bij de wet van 25 maart 1981;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vaststelling van het gewestelijk ontwikkelingsplan;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de toekenning van premies voor de renovatie van het woonmilieu aan natuurlijke personen en aan privaatrechtelijke rechtspersonen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 5 maart 1998;
Gelet op de vaststelling, naar aanleiding van de afbakening van het « wijkcontract Paviljoen », van de onmogelijkheid om er het huizenblok Stephenson in op te nemen aangezien dit niet vermeld stond in de perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en het wijkcontract waarin het huizenblok moest worden opgenomen van toepassing is sinds 29 mei 1997;
Gelet op de recente opmerkingen geuit door privépersonen, door verenigingen en door de overheden van de Europese Unie betreffende blok 3, Stévin genoemd, op het grondgebied van de Stad Brussel, waarin erop wordt aangedrongen dat de gebouwen in dit blok dringend worden gerenoveerd;
Overwegende dat een oplossing met het oog op de renovatie van de woonfunctie erin bestaat deze huizenblokken op te nemen in de perimeter voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting;
Overwegende dat de renovatie van de huizenblokken waarvan sprake onverwijld moet kunnen aanvangen;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1980;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen en van de Minister bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Milieubehoud en Openbare Netheid, Besluit :
Artikel 1.Het ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan tot wijziging van de richtinggevende bepalingen van het gewestelijk ontwikkelingsplan vastgesteld op 3 maart 1995 wordt vastgesteld.
Art. 2.De ruimten genoemd « Stephenson » en « blok Stévin », zoals in grijs aangeduid op de bij dit besluit gevoegde kaarten, worden aan de hiernavolgende kaarten toegevoegd : 1° de kaart « figuur 3.6 » van de ruimte voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting, opgenomen in het richtinggevende document « Krachtlijnen » van het gewestelijk ontwikkelingsplan vastgesteld op 3 maart 1995; 2° de kaart bedoeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de toekenning van premies voor de renovatie van het woonmilieu aan natuurlijke personen en aan privaatrechtelijke rechtspersonen.
Art. 3.De Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen en de Minister bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Milieubehoud en Openbare Netheid, zijn belast, elk binnen zijn bevoegdheden, met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 1998.
De Minister-Voorzitter en Minister van Plaatselijke besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister van Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe betrekkingen, J. CHABERT De Minister van Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister van Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld