18 JUNI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1995 tot regeling van de administratieve en geldelijke situatie van de contractuelen van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes, inzonderheid op de artikelen 2 en 61;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 oktober 1992 tot uitvoering voor de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve, van artikel 62, § 1, van het koninklijk besluit van 22 november 1991 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de Executieven en van de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1995 tot regeling van de administratieve en geldelijke situatie van de contractuelen van de instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 2, 4°;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 1998 en op 12 mei 1998;

Gelet op de instemming van de Minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 13 mei 1998;

Gelet op het protocol nr. 98/11 van 11 juni 1998 van het Sectorcomité XV;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, gewijzigd door de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeids-bemiddeling over een specifiek informaticasysteem beschikt dat onmisbaar is voor de goede werking van haar diensten en dat aan belang toeneemt;

Overwegende dat dit informaticasysteem niet alleen de aanwezigheid vereist van een stabiele kerngroep informatici belast met vaste functies maar ook van een team dat aan niet-recurrente noden kan tegemoet komen;

Overwegende dat bijgevolg dient te worden voorzien in administratieve en geldelijke bepalingen die overeenstemmen met hun specifieke functies;

Overwegende bovendien dat een « overeenkomst tot beëindiging van de realisatie van het product Brussels Urbis » zal afgesloten worden tussen het Gewest en de Gemeentedienst van België, in mei 1998;

Overwegende de overname door het CIBG van de gerealiseerde activiteiten van de Gemeentedienst inzake het product Brussels Urbis;

Overwegende de noodzaak zonder uitstel tot de werving van het gespecialiseerd personeel inzake digitale cartografie;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2, 4°, in fine van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1995 tot regeling van de administratieve en geldelijke situatie van de contractuelen van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn de volgende woorden bijgevoegd : « en aan de personeelsleden van de cel digitale cartografie van het genoemde centrum en aan de informatici van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling ».

Art. 2.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juni 1998.

De Minister-Voorzitter belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister van Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP