Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 04 juni 1998
gepubliceerd op 04 juli 1998

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 7 juli 1994 houdende uitvoering van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoodstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031280
pub.
04/07/1998
prom.
04/06/1998
ELI
eli/besluit/1998/06/04/1998031280/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 JUNI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 7 juli 1994 houdende uitvoering van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoodstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 8, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juli 1994 houdende de uitvoering van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op de artikelen 2 en 3;

Gelet op het advies van de Economische et Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 19 februari 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 november 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 5 maart 1998, betreffende de aanvraag om advies binnen één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 april 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Economie en van de Minister bevoegd voor Financiën, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2, tweede lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juli 1994 houdende uitvoering van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De Gewestwaarborg zal niet meer dan 75 % mogen bedragen van de som die na verwezenlijking van de ten gunste van de lener gebeurlijk vastgestelde waarborgen nog moet worden betaald.

Voor het bepalen van deze som wordt enkel het nog verschuldigde kapitaalsaldo in aanmerking genomen. Nog verschuldigde intresten komen niet in aanmerking. »

Art. 2.Het tweede, derde en vierde lid van artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juli 1994 houdende uitvoering van artikel 12 van de ordonnantie betreffende de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden vervangen door de vijf volgende leden : « De aanvragers van de Gewestwaarborg betalen een éénmalige bijdrage van 0,70 %, verhoogd met een jaarlijkse bijdrage van minimum 0,20 % en maximum 1 %, berekend op het bedrag van de uitstaande waarborg.

Onder uitstaande waarborg wordt begrepen de som gewaarborgd volgens de modaliteiten bepaald in artikel 2 van dit besluit, berekend op het gedeelte van het nog verschuldigde kapitaal.

De Ministers bevoegd voor Economie en voor Financiën kunnen bepalen dat deze bijdragen in functie van het risico van het door het krediet gerealiseerde project, gespreid betaald mogen worden.

Deze Ministers mogen, onverminderd voorgaande, eveneens de onmiddellijke storting van een deel of het geheel van de bijdragen eisen bij de eerste opname van het krediet. Deze Ministers bepalen en verantwoorden de stortingsmodaliteiten aan de hand van een objectieve beschrijving van alle dossiergegevens. In dit laatste geval zal bij de berekening van het te betalen bedrag rekening gehouden worden met de degressiviteit van de waarborg in functie van het aflossingsschema van de lening.

Deze Ministers bepalen jaarlijks de hoogte van bovengenoemde jaarlijkse bijdrage en respecteren hierbij het hoger vermelde minimum- en maximumpercentage. Jaarlijks bepalen en verantwoorden zij deze op basis van boekhoudkundige elementen en tewerkstelling bij de kredietnemer. De weerhouden elementen en de berekeningswijze van deze jaarlijkse bijdrage worden omstandig uiteengezet en verantwoord in de overeenkomst waarvan sprake in artikel 5 van dit besluit.

De bijdragen waarvan sprake in de voorgaande alinea's, worden gestort op het budgettair artikel bepaald door de Ministers bevoegd voor Financiën en voor Economie. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 4 juni 1998.

De Minister van Economie, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Minister van Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE

^