gepubliceerd op 13 september 1997
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 maart 1992 houdende reglement van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling
3 JULI 1997. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 maart 1992 houdende reglement van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 met betrekking tot de instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het koninklijk Besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 maart 1992 houdende reglement van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 oktober 1993 betreffende de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 mei 1994, inzonderheid op de artikelen 3 tot 26ter, 30bis tot 32, 41, 44 tot 47, 61bis en 61ter;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
Gelet op de instemming van de Minister bevoegd voor ambtenarenzaken;
Gelet op de protocols nr. 95/7 en 97/11 van Sectorcomité XV van3 april 1995;
Overwegende dat de aanpassing van het voormelde Besluit van 3 maart 1992 aan de nieuwe bepalingen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 oktober 1993 betreffende de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest zich opdringt;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor werkgelegenheid, Besluit :
Artikel 1.In Hoofdstuk III van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 maart 1992 houdende reglement van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, wordt § 4 van artikel 3 vervangen door volgende bepaling : "§ 4. Voor de bevordering door overgang naar niveau 1 of de bevordering door verhoging in graad of bij verandering van graad voor de niveau's 2+, 2, 3 en 4 wordt bij het verstrijken van de termijn een lijst gemaakt van de kandidaturen die binnen de voorgeschreven termijn binnengekomen zijn.
Die lijst wordt aan het personeel bekendgemaakt volgens de werkwijze beschreven onder paragraaf 1 van dit artikel. Deze lijst vermeldt tevens de naam van de kandidaat of kandidaten die voor een benoeming voorgesteld worden. De ongeldige kandidaturen worden eveneens gemeld, met de reden van de niet-ontvankelijkheid.
Voor de bevordering door verhoging in graad tot een graad van niveau 1 of bij verandering van graad in niveau 1, geldt hetzelfde beginsel.
Voor deze gevallen gebeurt de mededeling nadat de Directieraad, met toepassing van artikel 7 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 oktober 1993 betreffende de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, een met redenen omkleed advies verstrekte.
Overeenkomstig artikel 7 van voormeld besluit, kan de ambtenaar die zich benadeeld acht binnen tien dagen na de kennisgeving bezwaar indienen bij de Dircteur-generaal per aangetekende brief. Op zijn verzoek wordt hij door de Directieraad gehoord. Hij kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze".
Art. 2.Een Hoofdstuk Vbis, luidend als volgt, wordt in voormelde besluit bij artikel 1 ingevoegd na Hoofdstuk V. "Hoofdstuk Vbis. Verhoging in graad binnen een gecontingenteerde groep van graden en rangen".
Artikel 7bis.§ 1. In toepassing van artikel 14 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 oktober 1993 betreffende de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, wordt het vacant zijn van betrekkingen binnen een gecontingenteerde groep van graden en rangen ter kennis gebracht van de ambtenaren van deze groep die aan de voorwaarden voldoen in de vorm van een brief die aan hen persoonlijk gericht wordt. § 2. Het voorstel tot verhoging uitgevaardigd door de Directieraad wordt ter kennis gebracht van de personeelsleden volgens de proce-dure beschreven onder paragraaf 1 van artikel 3 van dit besluit. § 3. Overeenkomstig artikel 14 van voormeld besluit van 21 oktober 1993, kan de ambtenaar die zich benadeeld acht binnen tien dagen na de kennisgeving bezwaar indienen per aangetekende brief gericht aan de Directeur-generaal. Op zijn verzoek wordt hij door de Directieraad gehoord. Hij kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
Art. 3.Het Hoofdstuk VII van voormeld besluit bij artikel 1 wordt vervangen door volgende bepalingen : "HOOFDSTUK VII" "Vlakke loopbaan en gecontingenteerde groepen van graden en rangen".
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In deze groep heeft de overgang van rang 10 naar rang 11 plaats na 3 jaar graadanciënniteit en de overgang van rang 11 naar rang 12 na 6 jaar niveau-anciënniteit onder volgende voorwaarden : a) het aantal betrekkingen van rang 12 is gelijk aan het naar beneden afgerond quotiënt van 1/5 van het totaal aantal betrekkingen in die groep;b) het aantal betrekkingen van rang 11 is gelijk aan het naar beneden afgerond quotiënt van 2/9 van het verschil tussen het totale aantal betrekkingen in die groep en het aantal betrekkingen van rang 12;c) het aantal betrekkingen van rang 10 is gelijk aan het verschil tussen het totale aantal betrekkingen in die groep en de som van de betrekkingen van de rangen 11 en 12;d) in rang 11, is de graad van eerstaanwezend industrieel ingenieur voorbehouden aan de titularis van de graad van industrieel ingenieur van rang 10;e) in rang 12, is de graad van industrieel ingenieur-hoofd van dienst voorbehouden aan de titularis van de graad van eerstaanwezend industrieeel ingenieur van rang 11;f) een enkele betrekking van rang 12 is voorbehouden aan de graad van eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst;g) de industrieel ingenieur - hoofd van dienst die minstens 5 jaar is tewerkgesteld in de dienst informatica, kan worden benoemd door verandering van graad tot de graad van informaticus van rang 1 2. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In deze groep heeft de overgang van rang 20 naar rang 22 plaats na 3 jaar graadanciënniteit en na het welslagen in een bevorderings-examen om bevorderd te worden tot rang 22 en onder volgende voorwaarden : a) het aantal betrekkingen van rang 22 is gelijk aan het naar beneden afgerond quotiënt van 2/5 van het totale aantal betrekkingen in die groep;b) het aantal betrekkingen van rang 20 is gelijk aan het verschil tussen het totale aantal betrekkingen in die groep en het aantal betrekkingen van rang 22;c) de graad van programmeur 1e klasse van rang 22 is voorbehouden aan de titularis van de graad van programmeur 2e klasse van rang 20;d) de programmeur 1e klasse, die minstens 5 jaar is tewerkgesteld in de dienst informatica, kan worden benoemd door verandering van graad tot de graad van programmeur van rang 27, overeenkomstig artikel 61ter - 2° van voormeld besluit van 21 oktober 1993, op voorwaarde dat hij houder is van een diploma vermeld in artikel 26bis § 1 van hetzelfde besluit.
Art. 4.De tabel bedoeld in artikel 2 van voormeld besluit bij artikel 1, wordt vervangen door de hierbijgevoegde tabel.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Werkgelegenheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 3 juli 1997.
Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP.