25 APRIL 1996. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt gemachtigd 8 contractuelen aan te werven voor het onderzoek van de aangiften van de heffingsplichtigen en de controle van de analyses van het afvalwater

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 houdende oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de Rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 mei 1995 tot regeling van de administratieve en geldelijke situatie van de contractuelen van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op de dringende noodzaak om de bepalingen van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater toe te passen;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Leefmilieu, Renovatie, Natuurbehoud, Waterbeleid en Openbare Netheid, Besluit

Artikel 1.Het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt gemachtigd 4 personeelsleden van niveau 1 en 4 personeelsleden van niveau 2 contractueel aan te werven die als opdracht hebben de aangiften van de heffingsplichtigen te onderzoeken en de analyses van het afvalwater te controleren.

Art. 2.De in artikel 1 voorziene aanwervingen worden niet onderworpen aan de bepalingen van het protocol van 19 oktober 1995 betreffende het personeelsbeleid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gewestelijke Instellingen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996 en heeft geen uitwerking meer vanaf 31 december 1996.

Art. 4.De Minister van Leefmilieu, Renovatie, Natuurbehoud, Waterbeleid en Openbare Netheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 april 1996.

De Minister-Voorzitter, Ch. PlCQUE De Minister van Leefmilieu, Renovatie, Natuurbehoud, Waterbeleid en Openbare Netheid, D. GOSUIN