gepubliceerd op 16 augustus 2022
Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Afwijking op het artikel 68 § 1, § 1 van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud in het kader van de bou(...) AANHEF : Overwegende de aanvraag van 22 december 2021 waarbij de vennootschap in oprichting same(...)
LEEFMILIEU BRUSSEL
Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Afwijking op het artikel 68 § 1, § 1 van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna « de ordonnantie » genoemd) in het kader van de bouw- en renovatiewerken aan het Zuidstation;
AANHEF : Overwegende de aanvraag van 22 december 2021 waarbij de vennootschap in oprichting samengesteld uit het volgende consortium: Besix Group nv - BPI Real Estate nv - Immobel nv - BPC nv - Besix nv en vertegenwoordigd door dhr. Wil Claesen een afwijking vraagt om vleermuizen opzettelijk of doelbewust te verstoren, in het bijzonder tijdens de voortplantingsperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- en trekperiode van de vleermuizen om bouw- en renovatie aan het Zuidstation uit te voeren;
Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna "de ordonnantie" genoemd), meer in het bijzonder haar artikelen 68 § 1, 6°, 83 en volgende ;
Gelet op het gunstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 27 januari 2022 ;
Overwegende de uitvoeringsbepalingen voorgesteld door het studiebureau Drie Kwart Groen ;
Overwegende dat dit advies geenszins vooruitloopt op het toekomstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud over de rest van het dossier voor de bouw en renovatie van het Zuidstation;
Overwegende dat het onderhavige verzoek om afwijking gemotiveerd wordt door dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, aangezien de renovatie- en bouwwerkzaamheden aan het Zuidstation werkzaamheden van openbaar belang zijn die op lange termijn aan alle burgers ten goede zullen komen en voor het leefmilieu gunstige gevolgen zullen hebben op het gebied van mobiliteit;
Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat om deze doelen te bereiken;
BESLISSING. Leefmilieu Brussel-BIM keurt de volgende afwijkingen goed, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: - Artikel 68, § 1, 6° : ze opzettelijk of doelbewust te verstoren, in het bijzonder tijdens de voortplantingsperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- of trekperiode; op de site van het Zuidstation.
Deze beslissing wordt toegekend aan de vennootschap in oprichting samengesteld uit het volgende consortium: Besix Group nv - BPI Real Estate nv - Immobel nv - BPC nv - Besix nv. Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar. Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.
VOORWAARDEN : Betrokken dier- en/of plantensoort(en): Vleermuizen.
Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan : van 1 mei 2022 tot 30 april 2023.
Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend : Zuidstation, Fonsnylaan 47-49, 1060 Brussel Gebruikte middelen, installaties en methodes: / Bijzondere voorwaarden: - De bouw en renovatie vinden plaats onder toezicht van een ecoloog. - De uitvoeringsbepalingen voorzien door het studiebureau Drie Kwart Groen moeten worden nageleefd. De effectenstudie is als bijlage bij deze beslissing gevoegd. - De werkzaamheden, in het bijzonder de sloopwerken, moeten worden vermeden tijdens de voortplantingsperiode, d.w.z. van 1 mei tot en met 30 augustus, in de nabijheid van het gebied waar de vleermuizen aanwezig zijn. - Het grootste deel van de gevel met spouwmuren zal tijdens en na de werkzaamheden worden behouden. - Openingen in de spouwmuur worden behouden om vleermuizen de gelegenheid te geven naar binnen en naar buiten te gaan. Tijdens de werkzaamheden wordt systematisch een vrije ruimte van 3 m opengelaten vóór de openingen in deze muren. Nieuwe openingen kunnen hier en daar worden aangebracht (breedte + 2,5 cm x lengte 5 tot 10 cm) halverwege de muur en uit de buurt van elke vorm van verlichting, in het bijzonder directe verlichting. Deze nieuwe openingen mogen niet te hoog zijn (om te voorkomen dat warme lucht uit de bovenkant van de muur wordt afgevoerd) of minder dan 2 m boven de grond (om vleermuizen gemakkelijk toegang te geven tot in- en uitgangen). - Wanneer werkzaamheden, in het bijzonder sloopwerken, moeten worden uitgevoerd ter hoogte van vleermuisopeningen, moeten de openingen worden voorzien van een systeem dat vleermuizen in staat stelt de muur te verlaten maar niet binnen te komen. Dit systeem mag pas worden aangebracht vanaf ten vroegste eind juli, of beter nog: begin augustus, tot eind april. - Alvorens met de werkzaamheden in de buurt van een opening wordt begonnen, zal een inspectie worden uitgevoerd om te kijken of er aanwijzingen zijn dat vleermuizen de spouwmuur gebruiken, zoals de aanwezigheid van uitwerpselen onder de muur of eraan vastgeplakt onder de opening of de aanwezigheid van een vlek rond de opening. - Zowel aan de werfverantwoordelijken als aan de werknemers zal informatie worden verstrekt over de aanwezigheid van vleermuizen, met name over hoe te handelen bij de ontdekking van een vleermuis (levend of dood) of van vleermuissporen (zie ook bijlage 4 van de effectenstudie). Op het terrein zal een bord (infografie) worden opgehangen met minstens een telefoonnummer voor het geval een vleermuis of vleermuissporen worden ontdekt; zie ook de bijlage "Protocol werkwijze bij het vinden van vleermuizen tijdens bouwwerken" van de effectenstudie. - 2 grote schuilplaatsen voor vleermuizen van het type Vivara Pro VK SK 02 (binnenmaat (breedte x hoogte x diepte) = 74 x 102 x (3 x 1,9) cm) en/of VK SK 03 (binnenmaat (breedte x hoogte x diepte) = 107 x 63 x (3 x 2) cm) zullen worden geïnstalleerd aan het begin van de werken.
Elk ander gelijkaardig of identiek model van om het even welke leverancier kan eveneens in aanmerking worden genomen. Het onderkomen moet echter gemaakt zijn van hout (te installeren buiten het bereik van slecht weer), houtbeton of zeehout; één aan de gevel van de zijde van het perron (noordoostzijde), de andere aan de zuidwestgevel. Deze verblijfplaatsen moeten zo hoog mogelijk worden aangebracht en nooit in of bij direct licht. Rond de verblijfplaatsen moet een vrije ruimte van ten minste 3 m worden gelaten om de vleermuizen de gelegenheid te geven naar binnen en naar buiten te gaan. De verblijfplaatsen zijn ook nuttig om bij ontdekking van levende vleermuizen deze een alternatief onderkomen te bieden. - Een derde onderkomen moet te allen tijde beschikbaar zijn voor het geval een derde onderkomen elders dan in de hierboven aangegeven gevels moet worden geïnstalleerd. Net als de andere 2 onderkomens moet deze schuilplaats zo hoog mogelijk worden geïnstalleerd en niet in of nabij directe verlichting. Rond de schuilplaats moet een vrije ruimte van ten minste 3 m worden gelaten om in- en uitvliegen van de vleermuizen mogelijk te maken. - BREAM-certificering: tijdens de werkzaamheden zullen diverse maatregelen ter ondersteuning van de biodiversiteit worden genomen, waaronder de hierboven gespecificeerde maatregelen. Deze voorzieningen zullen in de gevels worden aangebracht. Alle maatregelen die voor vleermuizen worden uitgevoerd, moeten buiten de directe verlichting of de onmiddellijke omgeving daarvan worden aangebracht. Voor de BREEAM-maatregelen wordt verwezen naar de bijlage "ECOLOGISCH RAPPORT BREEAM VOOR CREDITS "LANDGEBRUIK & ECOLOGIE" van de effectenstudie, met name vanaf blz. 13.
Voorwaarden om een eventueel risico te beperken : / Instantie die bevoegd is om te verklaren dat aan de vereiste voorwaarden werd voldaan: Leefmilieu Brussel.
CONTROLE : Leefmilieu Brussel is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.
De begunstigde van de afwijking dient bij Leefmilieu Brussel een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking.
BEROEP Bij betwisting van deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij het Milieucollege, C.C.N. - Kunstberg 10-13, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 89, § 1 van de ordonnantie. U beschikt over een termijn van 30 dagen, te tellen vanaf deze kennisgeving, om via aangetekend schrijven beroep aan te tekenen.
Benoit Willocx a.i.
Adjunct-Directeur-generaal a.i.
Barbara DEWULF Directrice-generaal a.i.