BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft: Afwijking op de artikelen 68, § 1, 1° en 88 § 1 van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hieronder « de ordonnantie » genoemd) voor het gebruik van gif voor de uitroeiing van zwarte ratten, bruine ratten, huismuizen, kakkerlakken, bedwantsen, mieren en wespen;

INLEIDING: Overwegende de aanvraag van 27 maart 2020 waarbij de gemeentelijke administratie van Anderlecht, gelegen aan het Raadsplein 1 in Anderlecht, een afwijking heeft gevraagd voor het gebruik van biociden voor de uitroeiing van schadelijke dieren op het gemeentelijk grondgebied in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid en ter voorkoming van ernstige schade;

Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, meer in het bijzonder haar artikelen 3, 38°, 67 § 2, 68 § 1, 1°, 83, § 1, 88, § 1, en bijlage VI;

Gelet op het feit dat de bruine rat en de huismuis niet beschermd zijn krachtens de artikelen 3, 38° en 67 § 2 van de ordonnantie;

Gelet op het feit dat de zwarte rat beschermd is door artikel 68 § 1, 1° van de ordonnantie; Gelet op het feit dat het artikel 88 § 1 en bijlage VI over de methoden en middelen die verboden zijn voor het vangen en doden en de verboden vervoerswijzen van toepassing zijn op alle zoogdieren, ongeacht of ze beschermd zijn;

Gelet op het gebrek aan een advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud omwille van het feit dat de leden net door de Minister van Leefmilieu werden aangewezen en bijgevolg nog niet zijn samengekomen;

Overwegende dat de maatregel direct noch indirect nadelig is voor het behoud in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van zwarte ratten in hun natuurlijke verspreidingsgebied;

Overwegende de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren ;

Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat;

BESLISSING: Leefmilieu Brussel-BIM keurt de volgende afwijkingen goed, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: - Artikel 68, § 1, 1° van de ordonnantie: specimens van de betrokken soorten vangen, doden; - Artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie: gebruik van verboden methoden en middelen voor het vangen en doden en verboden transportwijzen.

Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar.

Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.

VOORWAARDEN: Betrokken soort: zwarte rat, bruine rat, huismuis, kakkerlak, bedwants, mieren en wespen.

Aantal specimens waarvoor de afwijking wordt toegestaan: / Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan: van 1 juni 2020 tot 31 mei 2021.

Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gebruikte middelen, installaties en methodes: / Toegestane methodes voor vangen/doden : valstrik op basis van biociden (gif) Gebruik van gejaagde en/of gevangen en/of vernietigde soorten en hun overschot: / Bijzondere voorwaarden: ? Enkel de producten die zijn toegelaten door de Belgische regelgeving betreffende biociden zullen worden gebruikt. De lijst van de producten die regelmatig wordt bijgewerkt kan worden geraadpleegd op de website van de federale overheid : https://www.health.belgium.be/fr/liste-des-biocides-autorises-et-rapport-annuel.

Voorwaarden om een eventueel risico te minimaliseren: de bijvangsten van beschermde soorten moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Toepasselijke bijkomende beperkingen : ? Bijvangsten van beschermde soorten moeten worden geïdentificeerd en zo snel mogelijk worden vrijgelaten na identificatie. Ze worden vermeld in het kader van de monitoring van inheemse soorten. ? De beschermde soorten die worden gedood of verwond tijdens de vangst werden gemeld. De gewonde individuen worden geëvacueerd naar het dichtstbijzijnde erkende revalidatiecentrum. ? Bijvangsten van invasieve exotische soorten van bijlage IV van de ordonnantie mogen niet worden vrijgelaten.

CONTROLE: Leefmilieu Brussel is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.

De begunstigde van de afwijking dient bij Leefmilieu Brussel een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking. Dit verslag bevat de lijst van bijvangsten van beschermde soorten en inheemse soorten die per ongeluk werden gedood. (.../...) BEROEP: Indien men niet akkoord gaat met deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij het Milieucollege, Kunstberg 10-13, 1000 Brussel, conform artikel 89 § 1 van de ordonnantie. U beschikt over een termijn van 30 dagen, te tellen vanaf deze kennisgeving, om via aangetekend schrijven beroep aan te tekenen.

Opgemaakt te Brussel, 14 juli 2020.

B. DEWULF, Adjunct-Directrice-generaal Fr. FONTAINE, Directeur-generaal