gepubliceerd op 09 maart 2011
Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode tengevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving Het Bruss Gelet op de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van ge(...)
Beslissing van het Brussels Instituut voor Milieubeheer houdende de vaststelling van een alternatieve berekeningsmethode tengevolge van een gelijkwaardigheidsaanvraag voor een bouwproduct in het kader van de energieprestatieregelgeving Het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM), Gelet op de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, het artikel 5, § 2, laatst gewijzigd bij de Ordonnantie van 14 mei 2009;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering tot vaststelling van de procedure voor een alternatieve berekeningsmethode voor nieuwe gebouwen van 5 maart 2009;
Overwegende de aanvraag van NV Zehnder Group Belgium SA van 28 januari 2011 voor het beoordelen van het ventilatiesysteem Zehnder-J.E. StorkAir « ComfoFan Opti-Air »;
Overwegende het feit dat het bewezen wordt dat het bouwproduct conform met de geldende EPB-eisen is;
Overwegende de energetische karakterisering van de ATG-E nr. 10/E008;
Overwegende dat uit de technische beschrijving van het bouwproduct en de ATG-E die bij de aanvraag werden gevoegd blijkt dat de prestatieniveaus van het systeem op het vlak van binnenluchtkwaliteit conform de eisen beschreven in NBN D50-001 zijn en verantwoordelijk zijn voor minder warmteverliezen dan de klassieke systemen, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op een energetische karakterisering van het bouwproduct ventilatiesysteem Zehnder-J.E. StorkAir « ComfoFan Opti-Air » van de firma NV Zehnder Group Belgium SA binnen het volgende toepassingsgebied : 1° het systeem zoals beschreven in artikel 2.Bovendien : a) alle componenten van het ventilatiesysteem, behalve de toevoerroosters, de kanalen en de doorstroomopeningen, moeten van het merk Zehnder-J.E. StorkAir zijn; b) alle componenten van het ventilatiesysteem en het geïnstalleerde ventilatiesysteem moeten aan de eisen van de relevante wetgevingen voldoen.2° Bestemming : EPB-wooneenheid met individuele afzuiging Art.2. § 1. Beschrijving van het bouwproduct Het bouwproduct Zehnder-J.E. StorkAir « ComfoFan Opti-Air » is een vraaggestuurd ventilatiesysteem, waarbij : - zelfregelende toevoeropeningen van het type P3 of P4 in droge ruimtes worden geplaatst; - mechanische afvoeropeningen in natte ruimtes worden geplaatst; - het afgezogen ventilatiedebiet in een vochtige ruimte automatisch kan aangepast worden ter hoogte van de ventilator, in functie van de behoefte, met behulp van een aanwezigheids- en/of vochtigheidsdetector; en - het totale afzuigdebiet van de ventilator in de vochtige ruimtes manueel kan ingesteld worden in de volgende standen: minimum stand, halve kracht en vol vermogen. § 2. Energetische karakterisering De energetische karakterisering van het bouwproduct Zehnder-J.E. StorkAir « ComfoFan Opti-Air » van NV Zehnder Group Belgium SA kan in de van kracht zijnde software voor de EPB berekeningen gevaloriseerd worden door een gemiddelde equivalente m-factor m DC. Deze wordt berekend volgens : m DC = f DC * m seci, C met : - m DC : gemiddelde equivalente vermenigvuldigingsfactor m voor het vraaggestuurde systeem (demand control); - m seci,C : in de regelgeving beschreven vermenigvuldigingsfactor voor het geïnstalleerde systeem C zoals in de bijlage B, punt B.1.3. van de bijlage II bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 beschreven; - f DC : toe te passen reductiefactor om rekening te houden met de vermindering van de warmteverliezen door bewuste ventilatie van het vraaggestuurde systeem.
Voor het Zehnder-J.E. StorkAir « ComfoFan Opti-Air » systeem, de reductiefactor f DC is : 1° f DC = 76,0 % in de configuratie zonder CO2 detectie, 2° f DC = 78,0 % in de configuratie waar CO2 detectie voorzien is.
Art. 3.De beslissing met betrekking de gelijkwaardigheid is geldig tot en met 31 december 2011.
Brussel, 7 maart 2010.
E. SCHAMP Adj. Directeur-Generaal J.P. HANNEQUART Directeur-Generaal