Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 28 oktober 2010
gepubliceerd op 18 november 2010

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid en tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031513
pub.
18/11/2010
prom.
28/10/2010
ELI
eli/ordonnantie/2010/10/28/2010031513/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 OKTOBER 2010. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid en tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu (1)


HOOFSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie beoogt de omzetting van Richtlijn 1998/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water en van Richtlijn 2000/60/EG van het Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid

Art. 3.In artikel 5 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, wordt de bepaling onder 25° vervangen als volgt : « 25° goede chemische toestand van oppervlaktewater : de chemische toestand die vereist is om te voldoen aan de milieudoelstellingen voor oppervlaktewater, vastgesteld in artikel 11, dat wil zeggen de chemische toestand van een oppervlaktewaterlichaam waarin de concentraties van verontreinigende stoffen niet boven de milieukwaliteitsnormen liggen die vastgesteld zijn in bijlage V en overeenkomstig andere relevante communautaire wetgeving;».

Art. 4.In artikel 6 van dezelfde ordonnantie, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : « 1° Het standstill-beginsel, gedefinieerd als verplichting dat op zijn minst hetzelfde beschermingsniveau garandeert als de huidige in voege zijnde gewestelijke wetgeving;».

Art. 5.In hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie wordt het opschrift van afdeling III vervangen als volgt : « Afdeling III. - Voor menselijke consumptie bestemd water ».

Art. 6.In afdeling III van hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 36/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 36/1.- Het voor menselijke consumptie bestemd water dient te voldoen aan de regels bepaald door de Regering. »

Art. 7.In artikel 40, § 2, 3°, van dezelfde ordonnantie, wordt de bepaling onder het vijfde streepje vervangen als volgt : « - de Richtlijnen opgesomd in bijlage V van deze ordonnantie; ».

Art. 8.In artikel 40, § 3, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « in bijlage V van de richtlijn » vervangen door de woorden : « in bijlage V van deze ordonnantie ».

Art. 9.In artikel 44, § 2, van dezelfde ordonnantie, worden de bepalingen onder 7° en 8° vervangen als volgt : « 7° voor lozingen door puntbronnen die verontreiniging kunnen veroorzaken en die niet gebonden zijn aan een milieuvergunning afgeleverd in overeenstemming met de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de verplichting om een aangifte te doen, volgens de modaliteiten vastgelegd door de Regering, die verplicht de maatregelen bevat die bestemd zijn voor preventie of beheersing van de verontreinigende lozingen. De Regering mag met name beheersingsmaatregelen opleggen die de vorm kunnen aannemen van lozingsnormen, gebruiksvoorwaarden of beperkingen op het gebruik van bepaalde producten of stoffen, in overstemming met artikel 40.

De Regering kan algemene voorwaarden opleggen voor het gebruik van de gevaarlijke stoffen en van de producten die dergelijke stoffen kunnen uitstoten tijdens hun gebruik, opslag of verwerking; 8° voor de diffuse bronnen die verontreiniging kunnen veroorzaken en die niet gebonden zijn aan een milieuvergunning afgeleverd in overeenstemming met de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de verplichting om een aangifte te doen, volgens de modaliteiten vastgelegd door de Regering, die verplicht de maatregelen bevat die bestemd zijn voor preventie of beheersing van de verontreinigende lozingen.De Regering mag met name beheersingsmaatregelen opleggen die de vorm kunnen aannemen van lozingsnormen, gebruiksvoorwaarden of beperkingen op het gebruik van bepaalde producten of stoffen, in overeenstemming met artikel 40.

Deze beheersingsmaatregelen worden geregeld getoetst, en zo nodig bijgesteld.

De Regering kan algemene voorwaarden opleggen voor het gebruik van de gevaarlijke stoffen en van de producten die dergelijke stoffen kunnen uitstoten tijdens hun gebruik, opslag of verwerking; ».

Art. 10.In artikel 61, 2°, van dezelfde ordonnantie, wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt : « c) een overzicht van de maatregelen die nodig worden geacht om de waterlichamen binnen de verlengde termijn geleidelijk in de vereiste toestand te brengen, de redenen voor significante vertraging bij de operationalisering van deze maatregelen, alsmede het vermoedelijke tijdsschema voor de uitvoering ervan. In de bijwerkingen van het stroomgebiedsbeheersplan wordt een evaluatie van de uitvoering van die maatregelen opgenomen, alsmede een overzicht van eventuele extra maatregelen; ».

Art. 11.Artikel 65, § 1, van dezelfde ordonnantie, wordt aangevuld met een punt 4°, luidende : « 4° de waterleveranciers die hun verplichtingen niet nakomen, overeenkomstig artikel 36/1. » HOOFDSTUK III. - Wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu

Art. 12.In artikel 33 van de ordonnantie 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt : « 13° in de zin van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid : a) de gebruikers die hun verplichtingen niet nakomen in overtreding van artikel 36, § 4.De sanctie houdt rekening met het volume door de zelfproducent in het rioleringsnetwerk geloosd water en met de aard van de vervuiling; b) de waterleveranciers die de op hen rustende verplichtingen niet nakomen overeenkomstig artikel 36/1.» HOOFDSTUK IV. - Opheffing van de wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwater

Art. 13.De wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwater wordt opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 november 2010.

Ch. PICQUE, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking J.-L. VANRAES, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen Mevr. E. HUYTEBROECK, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting Mevr. B. GROUWELS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer B. CEREXHE, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2009-2010. A-116/1 Ontwerp van ordonnantie.

A-116/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking : vergadering van woensdag 20 oktober 2010.

Aanneming : vergadering van donderdag 21 oktober 2010.

^