Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 28 maart 2013
gepubliceerd op 15 april 2013

Ordonnantie betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2013031197
pub.
15/04/2013
prom.
28/03/2013
ELI
eli/ordonnantie/2013/03/28/2013031197/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MAART 2013. - Ordonnantie betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie voorziet in de omzetting van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen.

Art. 3.Deze ordonnantie vestigt een kader ter ondersteuning van het op gecoördineerde en coherente wijze invoeren en gebruiken van intelligente vervoerssystemen (ITS) en legt de hiervoor noodzakelijke algemene voorwaarden vast.

Deze ordonnantie is van toepassing op ITS-toepassingen en -diensten op gebied van het wegvervoer en de interfaces met andere vervoerswijzen.

Art. 4.In deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1. « intelligente vervoerssystemen », afgekort « ITS » (Intelligent Transport Systems) : systemen waarin informatie- en communicatietechnologie wordt toegepast, op het gebied van het wegvervoer, met inbegrip van infrastructuur, voertuigen en gebruikers, en in het verkeers- en mobiliteitsbeheer, alsook voor interfaces met andere vervoerswijzen;2. « interoperabiliteit » : het vermogen van systemen en van de daaraan ten grondslag liggende bedrijfsprocessen om onderling, gegevens uit te wisselen en informatie en kennis te delen;3. « ITS-toepassing » : operationeel instrument voor het toepassen van ITS;4. « ITS-dienst » : het verschaffen van een ITS-toepassing door een duidelijk omlijnd organisatorisch en operationeel kader met als doel bij te dragen tot de veiligheid, de efficiëntie en het comfort van de gebruikers en/of vervoers- en reisdiensten te faciliteren of te ondersteunen;5. « kwetsbare weggebruikers » : niet-gemotoriseerde weggebruikers zoals voetgangers en fietsers, alsmede motorrijders en personen met een handicap of met beperkte mobiliteit of oriëntatie;6. « interface » : een installatie tussen systemen die de communicatiemiddelen verschaft waardoor die systemen met elkaar in verbinding kunnen stellen en met elkaar in wisselwerking kunnen treden;7. « compatibiliteit » : het algemene vermogen van een apparaat of systeem om zonder veranderingen samen met een ander apparaat of systeem te werken;8. « continuïteit van diensten » : het in de gehele Europese Unie kunnen bieden van naadloze dienstverlening op vervoersnetwerken;9. « weggegevens » : gegevens over kenmerken van de weginfrastructuur, waaronder vaste verkeersborden of hun voorgeschreven veiligheidsattributen;10. « verkeersgegevens » : historische en realtimegegevens over de kenmerken van het wegverkeer;11. « reisgegevens » : elementaire gegevens zoals dienstregelingen van het openbaar vervoer en tarieven die nodig zijn om voor en tijdens de reis informatie over multimodaal reizen te kunnen verstrekken om het plannen, boeken en aanpassen van de reis gemakkelijker te maken;12. « specificatie » : bindende maatregel houdende bepalingen betreffende eisen, procedures of eventuele andere relevante voorschriften.

Art. 5.Voor de toepassing van deze ordonnantie worden de volgende prioritaire gebieden voor het ontwikkelen en toepassen van specificaties vastgesteld : 1. optimaal gebruik van weg-, verkeers- en reisgegevens;2. continuïteit van ITS-diensten voor verkeers- en vrachtbeheer;3. ITS-toepassingen voor verkeersveiligheid en -beveiliging;4. koppeling van het voertuig aan de vervoersinfrastructuur. De toepassingssfeer van de prioritaire gebieden wordt nader bepaald door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 6.Binnen de prioritaire gebieden, zijn de volgende acties prioritair voor de ontwikkeling en de toepassing van specificaties : a) verlening voor de gehele Europese Unie van multimodale realtimereisinformatiediensten;b) verlening voor de gehele Europese Unie van realtimeverkeersinformatiediensten;c) gegevens en procedures voor de verlening, waar mogelijk, van minimale universele verkeersinformatie in verband met de veiligheid op de weg die kosteloos is voor de gebruikers;d) geharmoniseerde voorziening in de gehele Europese Unie van een interoperabele eCall;e) verlening van informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen;f) verlening van reservatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen.

Art. 7.Het vaststellen van specificaties en het selecteren en invoeren van ITS-toepassingen en diensten gebeurt op basis van een evaluatie van de behoeften, waarbij relevante belanghebbenden worden betrokken, en overeenkomstig de onderstaande beginselen. Deze maatregelen moeten : a) effectief zijn : een tastbare bijdrage leveren aan het oplossen van de belangrijkste problemen in verband met het wegvervoer in de Europese Unie, zoals reduceren van congestie, verlagen van de uitstoot, verbeteren van de energie-efficiëntie, tot stand brengen van een grotere veiligheid en betere beveiliging, mede van kwetsbare weggebruikers;b) kosteneffectief zijn : de verhouding tussen kosten en baten met betrekking tot het halen van doelstellingen optimaliseren;c) proportioneel zijn : waar dat passend voorzien in verschillende niveaus van haalbare dienstverleningskwaliteit en invoering, met inachtneming van de plaatselijke, regionale, nationale en Europese specifieke kenmerken;d) continuïteit van dienstverlening ondersteunen : naadloze dienstverlening in de hele Europese Unie, met name op het trans-Europese vervoersnetwerk, garanderen wanneer ITS-diensten worden ingevoerd.De continuïteit van dienstverlening moet worden gewaarborgd op een niveau dat is aangepast aan de kenmerken van de vervoersnetwerken waarin verschillende landen onderling, en in voorkomend geval regio's onderling, en steden met plattelandsgebieden verbonden zijn; e) interoperabiliteit bieden : ervoor zorgen dat systemen en de daaraan ten grondslag liggende bedrijfsprocessen onderling gegevens kunnen uitwisselen en informatie en kennis kunnen delen, zodat een effectieve ITS-dienstverlening mogelijk is;f) achterwaartse compatibiliteit ondersteunen : waar passend ervoor zorgen dat ITS-systemen kunnen werken met reeds bestaande systeem met eenzelfde opzet, zonder dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën erdoor wordt belemmerd;g) de kenmerken van de bestaande infrastructuren en netwerken in acht nemen : rekening houden met de inherente verschillen in de kenmerken van de vervoersnetwerken, met name wat betreft de omvang van de verkeersvolumes en de weers- en wegengesteldheid;h) gelijke toegang bevorderen : de toegang tot ITS-toepassingen en -diensten voor kwetsbare weggebruikers niet belemmeren, noch daarbij discrimineren;i) maturiteit ondersteunen : na een adequate risicobeoordeling, de soliditeit van innoverende ITS-systemen aantonen door middel van een toereikend niveau van technische ontwikkeling en operationele exploitatie;j) kwaliteit van tijds- en positiebepaling bieden : gebruikmaken van satellietgestuurde infrastructuur of van een technologie die een voldoende mate van precisie garandeert voor het gebruik van ITS-toepassingen en -diensten die mondiale, continue, accurate en gegarandeerde tijds- en positiebepalingsdiensten vereisen;k) intermodaliteit vergemakkelijken : bij de invoering van ITS rekening houden met de coördinatie van verschillende vervoerswijzen, waar dat passend is;l) samenhang in acht nemen : rekening houden met de bestaande uniale regelmaatregelen en activiteiten die betrekking hebben op ITS, in het bijzonder wat normalisatie betreft.

Art. 8.§ 1. Geen bepaling van deze ordonnantie doet afbreuk aan de wettelijke en reglementaire beschermingsmechanismen inzake de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens. § 2. In geval van tegenstrijdigheid tussen de in § 1 bedoelde gelijktijdig toepasselijke wetgevende en reglementaire beschermingsmechanismen wordt in het kader van ITS steeds voorrang gegeven aan de wetsbepalingen die de ITS-gebruiker ter zake de ruimste rechtsbescherming bieden. § 3. Het gebruik van anonieme gegevens, eventueel gecodeerde gegevens, voor de ITS-toepassingen en -diensten wordt voorzien door de ITS-dienstenaanbieders en ontwikkelaars van platformen, architectuur en interfaces. § 4. ITS-dienstenaanbieders en ontwikkelaars van platformen, architectuur en interfaces beschermen persoonsgegevens tegen misbruik, met inbegrip van de onrechtmatige toegang, de wijziging of het verlies. § 5. Het niet naleven van de maatregelen vermeld in de paragrafen 3 en 4 door de ITS aanbieders en ontwikkelaars wordt beschouwd als een inbreuk op de artikelen 4, § 1, 1° en 16, § 4 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Art. 9.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering treft de nodige voorzieningen voor een passende tenuitvoerlegging van onderhavige ordonnantie en sluit in voorkomend geval een samenwerkingsakkoord.

Art. 10.Deze ordonnantie treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 maart 2013.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2012/2013. A-354/1 Ontwerp van ordonnantie.

A-354/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 22 maart 2013.

^