gepubliceerd op 03 mei 2021
Ordonnantie tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening
28 JANUARI 2021. - Ordonnantie tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening
Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.In de titel van hoofdstuk IIIbis van titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (hierna « het Wetboek ») worden de woorden « de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en beroepen betreffende schoolgebouwen » vervangen door de woorden « bepaalde aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en van de bijhorende beroepen ».
Art. 3.Artikel 197/1, eerste lid van het Wetboek wordt vervangen als volgt : «
Art. 197/1.De bepalingen van hoofdstuk IIIbis zijn van toepassing : 1° op aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen ingediend tussen de datum van inwerkingtreding van de ordonnantie van 28 januari 2021 tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van Titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en 30 juni 2025 betreffende handelingen en werken bedoeld om de opvangcapaciteit van een schoolvoorziening, d.w.z. een inrichting van het kleuter-, basis- en/of middelbaar onderwijs, met inbegrip van het bijzonder onderwijs, te creëren of te vergroten ; 2° op aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen ingediend tussen de datum van inwerkingtreding van de ordonnantie van 28 januari 2021 tot wijziging van hoofdstuk IIIbis van Titel IV van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en 30 juni 2025 betreffende handelingen en werken bedoeld om een vloeroppervlakte sociale woningen te creëren die overeenkomt met minstens 25 % van de totale vloer oppervlakte van de aanvraag.De sociale woning wordt gedefinieerd in artikel 2, § 1, 20°, van de Brusselse Huisvestingscode. ».
Een nieuw tweede lid wordt ingevoegd als volgt : « De bepalingen van hoofdstuk III van deze titel zijn van toepassing op deze vergunningsaanvragen voor wat niet uitdrukkelijk door dit hoofdstuk geregeld wordt. ».
Art. 4.Na het artikel 197/1 wordt een afdeling Ibis ingevoegd, dat artikel 197/1bis bevat, dat luidt als volgt : « Afdeling Ibis. - Het advies van de Bouwmeester
Art. 197/1bis.In de gevallen bedoeld in artikel 11/1, wordt de termijn bedoeld in paragraaf 3 van deze bepaling, tot dertig dagen herleid. ».
Art. 5.Artikel 197/2 van het Wetboek wordt als volgt gewijzigd : 1° het eerste lid wordt opgeheven ;2° het derde lid wordt opgeheven ;3° een nieuw vierde lid wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : « In het kader van de toepassing van artikel 176 worden de termijnen van vijfenveertig dagen, bedoeld in het derde lid, herleid tot twintig dagen.».
Art. 6.Artikel 197/3 van het Wetboek wordt als volgt vervangen : « Art.197/3. In geval van toepassing van artikel 177, wordt de termijn van vijfenveertig dagen, voorzien in paragraaf 3, eerste lid, herleid tot dertig dagen. ».
Art. 7.De artikelen 197/4 tot 197/6 van het Wetboek worden opgeheven.
Art. 8.Artikel 197/7 van het Wetboek wordt als volgt vervangen : «
Art. 197/7.De overlegcommissie brengt haar advies uit en deelt het mee binnen de dertig dagen na het einde van het openbaar onderzoek of, als de speciale regelen van openbaarmaking enkel het advies van de overlegcommissie opleggen, binnen de dertig dagen na de verzending van het ontvangstbewijs van volledig dossier. ».
Art. 9.Er wordt een nieuw artikel 197/10bis ingevoegd tussen de artikelen 197/10 en 197/11 die werden opgeheven door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen. Dit nieuw artikel luidt als volgt : «
Art. 197/10bis.§ 1. In geval van toepassing van artikel 177/1 worden beide termijnen van dertig dagen, voorzien in paragraaf 4, eerste lid, herleid tot twintig dagen. § 2. In geval van toepassing van artikel 191 worden beide termijnen van dertig dagen, voorzien in paragraaf 3, eerste lid, herleid tot twintig dagen. ».
Art. 10.Artikel 197/13 van het Wetboek wordt als volgt vervangen : «
Art. 197/13.§ 1. In afwijking van artikel 178, § 2, eerste lid, wordt de beslissing van de gemachtigde ambtenaar tot het verlenen of weigeren van de vergunning betekend binnen de volgende termijnen, te rekenen vanaf de verzending van het ontvangstbewijs van volledig dossier : 1° 50 dagen indien de aanvraag geen openbaar onderzoek vereist en niet overeenkomt met een van de gevallen waarop de Regering de termijn van 60 dagen toepasbaar gemaakt heeft binnen dewelke de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp zijn advies dient uit te brengen ;2° 80 dagen indien de aanvraag geen openbaar onderzoek vereist, maar overeenkomt met een van de gevallen waarop de Regering de termijn van 60 dagen toepasbaar gemaakt heeft binnen dewelke de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp zijn advies dient uit te brengen als dit advies vereist is ;3° 95 dagen in de andere gevallen. § 2. Artikel 178/1 is niet van toepassing. ».
Art. 11.Artikel 197/14 van het Wetboek wordt opgeheven.
Art. 12.Artikel 197/15 van het Wetboek wordt als volgt vervangen : «
Art. 197/15.§ 1. In afwijking van artikel 188/1 kan een beroep ingediend worden bij de Regering : - door de aanvrager als de beslissingstermijn die op grond van artikel 197/13 aan de gemachtigde ambtenaar wordt toegekend, is overschreden zonder dat een beslissing werd genomen. De verzending van dit beroep is aan geen enkele termijn gebonden ; - door de aanvrager of, wanneer de gemeente niet de aanvrager is, door het college van burgemeester en schepenen als de gemachtigde ambtenaar een beslissing heeft genomen. Het beroep moet binnen vijftien dagen na ontvangst van deze beslissing verzonden worden. § 2. In afwijking van de artikelen 188/1 en 188/2, treedt het Stedenbouwkundig College niet op in het kader van de beroepen die in deze afdeling bedoeld worden. § 3. De Regering houdt een hoorzitting wanneer deze wordt gevraagd.
Dit verzoek tot hoorzitting wordt gevraagd hetzij door de verzoeker in het beroep, hetzij door de gemachtigde ambtenaar binnen de vijf dagen na de betekening van het beroep door de Regering. De hoorzitting heeft plaats binnen vijftien dagen na ontvangst van het verzoek. § 4. De Regering deelt haar beslissing binnen de vijfenveertig dagen na ontvangst van het beroep mee aan de partijen. Zo niet : - als het beroep gericht is tegen een beslissing van de gemachtigde ambtenaar, wordt deze beslissing automatisch bevestigd ; - als het beroep het gevolg is van het ontbreken van een beslissing van de gemachtigde ambtenaar, kan de aanvrager bij de Regering met een aangetekende brief een herinnering richten aan de Regering, die een nieuwe termijn van dertig dagen vanaf de verzending van de herinnering doet lopen ; als de Regering, na het verstrijken van die termijn van dertig dagen, geen beslissing heeft genomen, wordt de aanvraag geacht geweigerd te zijn. ».
Art. 13.De artikelen 197/16 en 197/17 van het Wetboek worden opgeheven.
Art. 14.Een nieuw artikel 197/18 wordt toegevoegd na het artikel 197/15 en luidt als volgt : «
Art. 197/18.Indien de aanvraag in de loop van de procedure niet langer beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 197/1, eerste lid, 1° of 2°, wordt zij vervallen verklaard. ».
Art. 15.Voor de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning betreffende handelingen en werken bedoeld om de opvangcapaciteit van een schoolvoorziening in de zin van artikel 197, eerste lid, van het Wetboek te creëren of te vergroten die ingediend worden tot 30 juni 2020, blijft het oude stelsel van toepassing.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 28 januari 2021.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2020-2021 A-243/1 Ontwerp van ordonnantie A-243/2 Verslag A-243/3 Amendementen na verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 15 januari 2021