Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 26 juli 2013
gepubliceerd op 30 augustus 2013

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2013031706
pub.
30/08/2013
prom.
26/07/2013
ELI
eli/ordonnantie/2013/07/26/2013031706/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JULI 2013. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 31, 12°, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode wordt als volgt aangevuld : « ; deze kan met name de vorm aannemen van mutualiseringen, samenwerkingen of gezamenlijke overheidsopdrachten. Binnen de perken van de beschikbare begrotingen, kent de BGHM subsidies toe om die samenwerkingen aan te moedigen; ».

Art. 3.In artikel 31 van dezelfde ordonnantie, wordt een 12° bis ingevoegd, luidend : « 12° bis gecentraliseerde middelen en diensten ter beschikking stellen van de OVM's, welke aan die laatste kunnen worden opgelegd indien de BGHM hiertoe beslist, om ze deskundige ondersteuning te bieden bij de verwezenlijking van de specifieke opdrachten of om schaalvoordelen te bereiken door de harmonisering van de sectorale middelen en praktijken; ».

Art. 4.In artikel 44, § 1, van dezelfde ordonnantie, wordt het tweede lid vervangen als volg : : « Zij worden door de BGHM erkend. Onverminderd § 2bis, stelt de Regering de erkenningsprocedure en -criteria vast.

Na afloop van de in §§ 2bis en 2ter bedoelde procedure, worden de in § 2bis, twaalfde lid van dit artikel bedoelde criteria vaste erkenningscriteria. De procedureregels voor de toekenning van de erkenningen worden de in § 2ter bedoelde procedureregels. Dit lid vormt geen belemmering voor de toepassing van § 2quater.

De erkenning kan door de Regering worden ingetrokken indien de bepalingen van deze Code worden geschonden. De procedure voor de intrekking van de erkenning wordt vastgesteld door de Regering, met inbegrip van de beroepsprocedure.

De erkenning kan worden geweigerd overeenkomstig de door de Regering vastgestelde regels. ».

Art. 5.In artikel 44, § 2, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « Onverminderd § 2bis, » ingevoegd aan het begin van de zin.

Art. 6.In artikel 44 van dezelfde ordonnantie, worden §§ 2bis tot 2quater ingevoegd, luidend : « 2bis. - Indien op de datum van inwerkingtreding van deze paragraaf, meer dan zestien OVM's erkend zijn, stelt de Regering alle OVM's binnen een termijn van 15 dagen ervan in kennis dat er zal worden overgegaan tot de toekenning van maximaal zestien erkenningen, overeenkomstig het in deze paragraaf vastgestelde tijdsschema.

De OVM's die op de in het eerste lid bedoelde datum erkend zijn, zullen hun erkenning voorlopig behouden totdat zij individueel of in het kader van een fusie of overname een nieuwe erkenning hebben verkregen en uiterlijk tot op de in het elfde lid van deze paragraaf bedoelde datum van kennisgeving.

Binnen een termijn van drie maanden na de inwerkingtreding van deze paragraaf, dienen de OVM's die dit wensen een erkenningsaanvraag in.

De BGHM peilt bij alle op het moment van de inwerkingtreding van deze paragraaf bestaande OVM's naar hun intenties betreffende de hernieuwing van hun erkenning.

Binnen een termijn van zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze paragraaf, gaat de BGHM, op advies van de Regering, over tot een eerste toekenning van erkenningen.

De OVM's die, overeenkomstig het derde lid van deze paragraaf, een aanvraag hebben ingediend en die geen erkenning hebben verkregen, bevestigen, binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing tot niet-toekenning, of zij hun ingediende aanvraag handhaven of intrekken. Het gebrek aan respons vanwege de OVM's binnen die termijn wordt beschouwd als een intrekking van hun aanvraag.

Binnen een termijn van negen maanden na de inwerkingtreding van deze paragraaf, dienen de OVM's die dit wensen een erkenningsaanvraag in.

De BGHM peilt bij alle op het moment van de inwerkingtreding van deze paragraaf bestaande OVM's die hun erkenning nog niet hebben hernieuwd naar hun intenties betreffende die hernieuwing.

Binnen een termijn van twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze paragraaf, gaat de BGHM, op advies van de Regering, over tot een tweede toekenning van erkenningen, rekening houdend met de erkenningen die, overeenkomstig het vierde lid van deze paragraaf, reeds werden toegekend.

De OVM's die, overeenkomstig het vijfde lid van deze paragraaf, hun aanvraag hebben gehandhaafd of, overeenkomstig het zesde lid, een aanvraag hebben ingediend en die geen erkenning hebben verkregen, bevestigen, binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing tot niet-toekenning, of zij hun ingediende aanvraag handhaven of intrekken. Het gebrek aan respons vanwege de OVM's binnen die termijn wordt beschouwd als een intrekking van hun aanvraag.

Binnen een termijn van vijftien maanden na de inwerkingtreding van deze paragraaf, dienen de OVM's die dit wensen, een erkenningsaanvraag in. De BGHM peilt bij alle op het moment van de inwerkingtreding van deze paragraaf bestaande OVM's die hun erkenning nog niet hebben hernieuwd naar hun intenties betreffende die hernieuwing.

Binnen een termijn van achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze paragraaf, gaat de BGHM, op advies van de Regering, met het oog op het bereiken van een maximumaantal van zestien erkende OVM's, over tot de toekenning van de nog beschikbare erkenningen, rekening houdend met de erkenningen die, overeenkomstig het vierde lid en het zevende lid van deze paragraaf, reeds werden toegekend. Met het oog op het bereiken van de doelstellingen die haar in deze paragraaf worden toegewezen, kan de BGHM aan elke OVM een fusie of overname voorstellen.

De OVM's die, overeenkomstig het tweede lid van deze paragraaf, nog over een voorlopige erkenning beschikken en geen hernieuwing hebben verkregen, worden in kennis gesteld van een beslissing tot definitieve intrekking van hun erkenning.

Volgende criteria zullen in overweging worden genomen voor de toekenning van de nieuwe erkenningen : - De bijdrage tot het behoud en de ontwikkeling van een zo groot mogelijk aantal sociale woningen op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de lokale situaties. - De homogene verdeling van de sociale woningen op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - De kwaliteit van het beheers- en ontwikkelingsproject van de aanvrager van de erkenning inzonderheid de bijdrage van die projecten tot de doelstelling die erin bestaat de globale efficiëntie van de sector en de coherentie van de voorgestelde beheersstructuur, die met name wordt vastgesteld in het in § 2 bedoelde strategisch plan, te verbeteren. - Het vermogen van de aanvrager van de erkenning om zijn opdrachten van algemeen belang en de uit deze Code voortvloeiende verplichtingen duurzaam uit te voeren, inzonderheid rekening houdend met de omvang van het patrimonium waarvan hij eigenaar is, die inzonderheid wordt vastgesteld in het in § 2ter bedoelde strategisch plan. - Het waarborgen van het behoud van een adequate buurtdienst.

De BGHM stelt een verslag op over de evolutie van de erkenningsprocedure en zulks respectievelijk binnen een termijn van twee maanden, acht maanden en vijftien maanden na de inwerkingtreding van deze paragraaf. Tijdens de opstelling van die verslagen en voor de toekenning van de erkenningen, waakt zij over de naleving van de beoogde doelstellingen, die erin bestaan maximaal zestien erkenningen toe te kennen, een globaal aanbod van sociale woningen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een zo hoog mogelijke kwaliteit en complementariteit te bereiken en de algemene efficiëntie van de sector te versterken. Daartoe verduidelijkt zij in elk verslag de wijze waarop zij de in het vorige lid bedoelde erkenningscriteria individueel of in het algemeen heeft toegepast of wil toepassen. Die verslagen worden openbaar gemaakt. §§ 3 en volgende zijn van toepassing op de OVM's die hun erkenning hebben verloren na afloop van de in de vorige leden vastgestelde procedure. § 2ter. - De erkenningsaanvraag wordt ingediend op basis van een formulier dat door de BGHM wordt opgesteld. Dat formulier is beschikbaar op de website van de BGHM of wordt op eerste verzoek bezorgd. Het erkenningsaanvraagdossier bevat het naar behoren ingevuld formulier en de geïnventariseerde bijlagen.

Onverminderd de aanvullende bijlagen die zouden moeten worden bezorgd overeenkomstig het in het vorige lid bedoelde formulier, bevat het dossier met bijlagen met name : - Een afschrift van de statuten, de ontwerpstatuten en/of het ontwerp van statutenwijziging van de aanvrager van de erkenning. - Een exacte beschrijving van het aantal sociale woningen waarover de aanvrager van de erkenning beschikt, alsook van de staat ervan, op het moment van de indiening van zijn aanvraag, alsook de desbetreffende bewijsstukken. - Op basis van het model dat door de BGHM is opgemaakt, een strategisch plan op middellange termijn dat voor een prospectieve periode van 10 jaar minstens de volgende elementen omvat : een financieel plan, een investeringsplan, een onderhoudsplan, een huurbeheerplan, een plan van de sociale acties en een intern beheersplan. - Een organigram met de taken en functies waarover de aanvrager van de erkenning beschikt of wil beschikken.

Het formulier voorziet er minstens in dat de aanvrager van de erkenning de wijze aantoont waarop hij, met het oog op de in § 2bis, twaalfde lid bedoelde erkenningscriteria, wil voldoen aan de volgende strategische doelstellingen : 1. De programmering en de patrimoniumbehoeften van de OVM's goed op elkaar afstemmen.2. De uitvoering van de investeringsprogramma's op die basis vaststellen en waarborgen, om het patrimonium conform de Brusselse Huisvestingscode en andere reglementeringen te maken en bijdragen tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen dankzij de verbetering van de energieprestaties van de gebouwen.3. De programmering en verwezenlijking verzekeren van het onderhoud dat nodig is voor het in stand houden van het patrimonium.4. Instaan voor een huurbeheer van de woningen om zodoende het recht op een behoorlijke en veilige woning voor iedereen te waarborgen en leegstand te vermijden.5. Bijdragen tot de verwezenlijking van de gewestelijke doelstellingen en plannen inzake het aanbod aan woningen in openbaar beheer en met sociaal oogmerk, onder meer op het vlak van de uitbreiding van dat woningenbestand.6. Een « gebruikersgerichte » aanpak van de openbare dienstverlening ontwikkelen.7. Het sectoraal socialeactiebeleid behouden, ontwikkelen en toepassen en participatieprocessen aanmoedigen.8. Instaan voor een transparant financieel beheer, het structurele financiële evenwicht van de maatschappij verzekeren en bijdragen tot het financiële evenwicht van de sector.9. De beheersvermogens van de OVM versterken en steunen en een human ressources management-strategie ontwikkelen die is afgestemd op de strategische doelstellingen. De indiening van de erkenningsaanvraagdossiers gebeurt bij aangetekende brief aan de BGHM of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de gemachtigde ambtenaar.

De briefwisseling tussen de BGHM en de aanvragers van een erkenning gebeurt altijd bij aangetekende brief. § 2quater. - De Regering kan bijkomende erkenningscriteria en procedureregels vaststellen. ».

Art. 7.In artikel 45, eerste lid van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « of op voorstel van een aantal OVM's, na advies van de BGHM, », ingevoegd tussen de woorden « Op advies van de BGHM, » en de woorden « kan de Regering ».

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 26 juli 2013.

R. VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking G. VANHENGEL, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen Mevr. E. HUYTEBROECK, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting Mevr. Br. GROUWELS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer Mevr. C. FREMAULT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2012/2013 : A-378/1 Voorstel van ordonnantie.

A-378/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 12 juli 2013.

^