Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 26 juli 2013
gepubliceerd op 30 augustus 2013

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 13 mei 2004 houdende ratificatie van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2013031701
pub.
30/08/2013
prom.
26/07/2013
ELI
eli/ordonnantie/2013/07/26/2013031701/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 JULI 2013. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 13 mei 2004 houdende ratificatie van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Aan artikel 126 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, worden een § 6 en een § 7 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 6. - Wanneer de aanvraag niet is onderworpen aan een voorafgaande effectenbeoordeling in de zin van artikel 127 en de overlegcommissie gunstig advies over die aanvraag heeft uitgebracht, wordt de gemachtigde ambtenaar geacht in te stemmen met de aanvraag indien hij binnen acht dagen na ontvangst van de volgens artikel 126 § 1, tweede lid, doorgestuurde documenten niet uitdrukkelijk zijn be,slissing heeft meegedeeld om een met redenen omkleed advies uit te brengen binnen de termijn van vijfenveertig dagen bepaald in de artikelen 153, § 1, en 155, § 2.

Wanneer, in aanwezigheid van de afgevaardigde van het bestuur van de stedenbouw, het advies van de overlegcommissie unaniem gunstig is, wordt het advies van de gemachtigde ambtenaar gunstig geacht.

Wanneer het advies van de gemachtigde ambtenaar gunstig wordt geacht, geldt het advies van de overlegcommissie als eensluidend advies.

Het college van burgemeester en schepenen brengt de aanvrager daarvan op de hoogte en kan in zijn uitspraak betreffende de aanvraag verwijzen naar de afwijkingen bedoeld in artikel 153, § 2, en in artikel 155, § 2, zoals aanvaard in het advies van de overlegcommissie. § 7. Wanneer de aanvraag niet onderworpen is aan een voorafgaande effectenbeoordeling in de zin van artikel 127 en de overlegcommissie, in aanwezigheid van de afgevaardigde van het bestuur van de stedenbouw, een unaniem ongunstig advies uitgebracht heeft over die aanvraag, is het advies van de gemachtigde ambtenaar niet vereist. In dat geval spreekt het college van burgemeester en schepenen zich negatief uit over de aanvraag. ».

Art. 3.Aan artikel 155, § 2, vijfde lid, van datzelfde Wetboek, worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd, in voorkomend geval, de toepassing van artikel 126, § 6. ».

Art. 4.In artikel 164, eerste lid, van datzelfde Wetboek, wordt aan het begin van het artikel de volgende tekst ingevoegd : « De gemachtigde ambtenaar kan uit eigen initiatief beslissen om, in het geval van een duidelijke tekortkoming van de gemeente bij de behandeling van de aanvraag en na een waarschuwing gericht aan het college van burgemeester en schepenen, de aanvraag in behandeling te nemen om hierover zelf uitspraak te doen. Indien de gemeente in gebreke blijft om zo spoedig mogelijk de tekortkoming te verantwoorden door een uitzonderlijke omstandigheid of om zo spoedig mogelijk de vereiste onderzoeksdaden te stellen, brengt de gemachtigde ambtenaar de aanvrager en het college van burgemeester en schepenen ervan op de hoogte dat hij de aanvraag in behandeling neemt en verzoekt hij het college hem binnen vijftien dagen het volledige aanvraagdossier toe te sturen. ».

Art. 5.In artikel 164, vijfde lid, van datzelfde Wetboek, worden aan het slot van de eerste zin de volgende woorden toegevoegd : « die door de aanvrager is toegestuurd of vanaf de ontvangst van het volledige aanvraagdossier zoals dat op zijn verzoek door het college van burgemeester en schepenen werd bezorgd ».

Art. 6.Aan artikel 175 van datzelfde Wetboek, wordt een 7° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 7° wanneer zij handelingen en werken betreft voor een project waarvoor een voorafgaande effectenbeoordeling vereist is in de zin van artikel 127. ».

Art. 7.In artikel 100, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt het laatste lid vervangen door hetgeen volgt : « Als de vergunning op grond van artikel 175, 3°, 6° en 7° wordt verstrekt, beslist het college van burgemeester en schepenen over de bestemming van het in het derde lid bedoelde bedrag. Die beslissing wordt opgesteld in het kader van het in artikel 177, § 1, bedoeld voorafgaand advies. ».

Art. 8.In artikel 112, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt in fine toegevoegd : « Wanneer de vergunning wordt verstrekt op grond van artikel 175, 3°, 6° en 7°, beslist het college van burgemeester en schepenen over de bestemming van het in het derde lid bedoelde bedrag.

Die beslissing wordt opgesteld in het kader van het in artikel 177, § 1 bedoeld advies. ».

Art. 9.Artikel 2 van deze ordonnantie is van toepassing voor alle aanvragen om stedenbouwkundige vergunning die nog niet aan de overlegcommissie werden voorgelegd op de dag van de inwerkingtreding van dit artikel.

Art. 10.Artikel 6 van deze ordonnantie is van toepassing voor alle aanvragen om stedenbouwkundige vergunning ingediend vanaf de dag van de inwerkingtreding van dit artikel.

Art. 11.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 september 2013.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 26 juli 2013.

R. VERVOORT Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking G. VANHENGEL Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen Mevr. E. HUYTEBROECK Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting Mevr. B. GROUWELS Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer Mevr. C. FREMAULT Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2011/2012.

A-312/1 Voorstel van ordonnantie.

Gewone zitting 2012/2013.

A-312/2 Verslag.

A-312/3 Amendementen na verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 12 juli 2013.

^