gepubliceerd op 14 december 2010
Ordonnantie houdende de eindregeling van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2001
25 NOVEMBER 2010. - Ordonnantie houdende de eindregeling van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2001 (1)
TITEL I. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begroting van de diensten van algemeen bestuur HOOFDSTUK I. - Vastleggingen gedaan in uitvoering van de begroting van de diensten van algemeen bestuur § 1. Vaststelling van de vastleggingen.
Artikel 1.De vastleggingen van uitgaven aangerekend ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2001 bedragen, overeenkomstig de bijgaande tabel A, kolom 7, de som van : 11.113.002.950 BF. § 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten.
Art. 2.De bij de begrotingsordonnanties geopende vastleggingskredieten en de vastleggingskredieten van het vorige jaar overgedragen door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad bedragen, overeenkomstig tabel A, kolom 6, voor het begrotingsjaar 2001 : 11.776.900.000 BF. Dit bedrag omvat : 1. De vastleggingskredieten die werden geopend bij de begrotingsordonnanties;dit bedrag is als volgt samengesteld : a) oorspronkelijke begrotingen : 12.828.900.000 BF b) kredietaanpassingen : verhogingen : 586.800.000 BF verminderingen : 1.638.800.000 BF (tabel A, kolommen 1, 2, 3 en 4) : 11.776.900.000 BF 2. De vastleggingskredieten die werden overgedragen van begrotingsjaar 2000 naar begrotingsjaar 2001 bij toepassing van de artikel 18 van de wet van 28 juni 1963 (tabel A, kolom 5) : 0 BF.
Art. 3.De vastleggingskredieten die werden overgedragen van begrotingsjaar 2001 naar begrotingsjaar 2002 bij toepassing van het artikel 18 van de wet van 28 juni 1963 (tabel A, kolom 10) : 0 BF.
Art. 4.De bij de begrotingsordonnanties geopende vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2001 en de overgedragen vastleggingskredieten worden verminderd met de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare en definitieve geannuleerde vastleggingskredieten, overeenkomstig tabel A, kolom 11 : 663.897.050 BF
Art. 5.Ingevolge de bepalingen vervat in de bovenstaande artikelen 2 en 3, worden de definitieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2001 vastgesteld op : 11.113.002.950 BF. Deze som is gelijk aan de ten laste van de begrotingskredieten van het begrotingsjaar 2001 aangerekende vastleggingen (tabel A, kolommen 7 en 12). HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de diensten van algemeen bestuur § 1. Vaststelling van de ontvangsten.
Art. 6.De ontvangsten van de diensten van algemeen bestuur in termen van vastgestelde rechten voor het begrotingsjaar 2001 bedragen overeenkomstig bijgaande tabel B, kolom 2, de som van : 65.513.072.904 BF. Deze som is onderverdeeld als volgt : Ontvangsten : 62.487.580.404 BF Opbrengst van leningen : 3.025.492.500 BF
Art. 7.De voor het begrotingsjaar 2001 aangerekende ontvangsten, overeenkomstig tabel B, kolom 3, bedragen in het totaal 65.513.072.904 BF. Deze som is als volgt samengesteld : Ontvangsten : 62.487.580.404 BF Opbrengst van leningen : 3.025.492.500 BF
Art. 8.De vastgestelde rechten nog te innen bij de afsluiting van het begrotingsjaar bedragen : 0 BF. § 2. Vaststelling van de uitgaven.
Art. 9.De ten laste van het begrotingsjaar 2001 aangerekende verrichtingen worden als volgt vastgesteld (tabel C, kolommen 7, 8 en 9) : A.Niet-gesplitste kredieten : - samengesteld als volgt : a) prestaties van vorige jaren 3.548.574.204 BF b) prestaties van het lopende jaar : 53.772.941.718 BF 57.321.515.922 BF B. Ordonnanceringskredieten : - samengesteld als volgt : a) prestaties van vorige jaren : 3.977.441.089 BF b) prestaties van het lopende jaar : 4.189.123.292 BF 8.166.564.381 BF Totaal ordonnanceringen : 65.488.080.303 BF
Art. 10.De ten laste van het begrotingsjaar 2001 uitgevoerde betalingen, verantwoord of geregulariseerd, bedragen : - Niet-gesplitste kredieten : 57.321.515.922 BF - Ordonnanceringskredieten : 8.166.564.381 BF Totaal (tabel C, kolom 7) : 65.488.080.303 BF
Art. 11.De ten laste van de begroting aangerekende betalingen waarvan, bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend begrotingsjaar wordt verwezen, bedragen : - Niet-gesplitste kredieten : 0 BF - Ordonnanceringskredieten : 0 BF Totaal (tabel C, kolom 10) : 0 BF § 3. Vaststelling van de betalingskredieten.
Art. 12.De bij de begrotingsordonnanties geopende betalingskredieten gesteld aan en toegewezen door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad bedragen (tabel C, kolom 6) : - Niet-gesplitste kredieten : 66.444.531.916 BF - Ordonnanceringskredieten : 9.479.200.000 BF Totaal : 75.923.731.916 BF Deze bedragen omvatten : I. De betalingskredieten geopend door bij de begrotingsordonnanties, die als volgt samengesteld zijn (tabel C, kolommen 1, 2, 3 en 4) : 1. Oorspronkelijke begrotingen : - Niet-gesplitste kredieten : 59.260.900.000 BF - Ordonnanceringskredieten : 10.420.600.000 BF Totaal : 69.681.500.000 BF 2. Kredietaanpassingen : Verhogingen : - Niet-gesplitste kredieten : 3.684.100.000 BF - Ordonnanceringskredieten : 427.900.000 BF Totaal : 4.112.000.000 BF Verminderingen : - Niet-gesplitste kredieten : 2.056.300.000 BF - Ordonnanceringskredieten : 1.369.300.000 BF Totaal : 3.425.600.000 BF II. De betalingskredieten overgedragen bij toepassing van de artikelen 17 en 18 van de wet van 28 juni 1963 zijn als volgt samengesteld (tabel C, kolom 5) : - Niet-gesplitste kredieten : 5.555.831.916 BF - Ordonnanceringskredieten : 0 BF Totaal : 5.555.831.916 BF
Art. 13.Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 2001 verleende betalingskredieten wordt als volgt verminderd (tabel C, kolommen 13 en 14) : I.De niet-gebruikte betalingskredieten overgedragen naar het begrotingsjaar bij toepassing van de artikelen 17 en 18 van de wet van 28 juni 1963 : - Niet-gesplitste kredieten : 7.115.758.282 BF - Ordonnanceringskredieten : 0 BF Totaal : 7.115.758.282 BF II. De beschikbaar gebleven betalingskredieten die worden geannuleerd : - Niet-gesplitste kredieten : 2.007.257.712 BF - Ordonnanceringskredieten : 1.312.635.619 BF Totaal : 3.319.893.331 BF De verdeling van de overgedragen kredieten en de te annuleren kredieten blijft behouden in de begroting van 2002.
Art. 14.Om de gedane uitgaven te dekken boven of buiten de uitgetrokken kredieten van het begrotingsjaar 2001, worden aanvullende kredieten toegekend als volgt (tabel C, kolom 12) : - Niet-gesplitste kredieten : 0 BF - Ordonnanceringskredieten : 0 BF Totaal : 0 BF
Art. 15.Ingevolge de bepalingen vervat in de artikelen 12, 13 en 14 worden de definitieve kredieten voor het begrotingsjaar 2001 als volgt vastgesteld : - Niet-gesplitste kredieten : 57.321.515.922 BF - Ordonnanceringskredieten : 8.166.564.381 BF Totaal : 65.488.080.303 BF Deze bedragen zijn gelijk aan de verrichtingen aangerekend ten laste van het begrotingsjaar, overeenkomstig tabel C, kolommen 7 en 15.
Art. 16.Het algemeen resultaat van de ontvangsten en uitgaven van de begroting van het begrotingsjaar 2001 zoals dit blijkt uit de artikelen 7 en 15, bedraagt : - Ontvangsten : 65.513.072.904 BF - Uitgaven : 65.488.080.303 BF - Overschot van de ontvangsten (+) of van uitgaven (-) : 24.992.601 BF HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan op de Begrotingsfondsen voor het begrotingsjaar 2001
Art. 17.De ontvangsten van het begrotingsjaar 2001 aangerekend op de Begrotingsfondsen opgericht door de ordonnantie van 12 december 1991, overeenkomstig de bijgaande tabel E (kolom 8), bedragen : 1.469.194.952 BF.
Art. 18.De uitgaven van het begrotingsjaar 2001 aangerekend op de Begrotingsfondsen opgericht door de ordonnantie van 12 december 1991, overeenkomstig de bijgaande tabel E (kolom 16), bedragen : 1.542.287.469 BF.
Art. 19.De verantwoorde of geregulariseerde betalingen gedaan ten laste van de Begrotingsfondsen opgericht door de ordonnantie van 12 december 1991 van het begrotingsjaar 2001 bedragen : Totaal (tabel E, kolom 16) : 1.542.287.469 BF
Art. 20.De betalingen aangerekend ten laste van de Begrotingsfondsen opgericht door de ordonnantie van 12 december 1991 en waarvan de verantwoording of regularisatie naar een volgend jaar verwezen wordt bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, bedragen : 0 BF.
Art. 21.Het algemeen resultaat van Begrotingsfondsen opgericht door de ordonnantie van 12 december 1991 voor het jaar 2001 wordt definitief vastgesteld als volgt : A. Ontvangsten : 1.469.194.952 BF B. Uitgaven : 1.542.287.469 BF C. Overschot van de ontvangsten (+) of van de uitgaven (-) : - 73.092.517 BF Dit uitgaventekort komt in meerdering van het saldo bij de afsluiting van het vorige begrotingsjaar, zijnde : 4.246.199.141 BF. Het aldus bekomen eindresultaat geeft een saldo van : 4.173.106.624 BF. De saldi van de Begrotingsfondsen opgericht door de ordonnantie van 12 december 1991 worden overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2002 (tabel E, kolom 17) : 4.173.106.624 BF. HOOFDSTUK IV. - Gecumuleerde begrotingsresultaten
Art. 22.Voor alle diensten samen, zowel begroting als Begrotingsfondsen, zijn de gecumuleerde resultaten van de begroting voor 2001 als volgt : Resultaten per 31 december 2000 : Begroting - Uitgavenoverschot - 19.462.371.322 BF Begrotingsfondsen - Ontvangstenoverschot 4.672.299.141 BF Totaal - Uitgavenoverschot - 14.790.072.181 BF Resultaten van het jaar 2001 (artikelen 16 en 21) : Begroting - Ontvangstenoverschot 24.992.601 BF Begrotingsfondsen - Uitgavenoverschot - 73.092.517 BF Totaal - Uitgavenoverschot - 48.099.916 BF Resultaten per 31 december 2001 : Begroting - Uitgavenoverschot - 19.437.378.721 BF Begrotingsfondsen - Ontvangstenoverschot 4.599.206.624 BF Totaal - Uitgavenoverschot - 14.838.172.097 BF TITEL II. - Diensten met afzonderlijk beheer Deel I. - De eindregeling van de begrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer voor het jaar 2001 HOOFDSTUK I. - Grondregie
Art. 23.De eindregeling van de begroting van de Grondregie is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 539.900.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 617.446.901 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 77.546.901 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 694.500.000 BF - de aangerekende uitgaven : 565.936.393 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 128.563.607 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 617.446.901 BF - de uitgaven : 565.936.393 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een ontvangstenoverschot is van : 51.510.508 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 683.119.743 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 734.630.251 BF HOOFDSTUK II. - Gewestelijke dienst voor de Financiering van de Gemeentelijke Investeringen
Art. 24.De eindregeling van de begroting van de Gewestelijke dienst voor de Financiering van de Gemeentelijke Investeringen is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 1.163.853.917 BF - de aangerekende ontvangsten : 330.000.000 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : - 833.853.917 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 1.163.853.917 BF - de aangerekende uitgaven : 112.425.682 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 1.051.428.235 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 330.000.000 BF - de uitgaven : 112.425.682 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een ontvangstenoverschot is van : 217.574.318 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 1.433.050.386 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 1.650.624.704 BF HOOFDSTUK III. - Gewestelijke dienst voor de Herwaardering van de Kwetsbare Wijken
Art. 25.De eindregeling van de begroting van de Gewestelijke dienst voor de Herwaarderingen van de Kwetsbare Wijken, is voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 786.700.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 788.704.034 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 2.004.034 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 786.700.000 BF - de aangerekende uitgaven : 46.133.680 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 740.566.320 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 788.704.034 BF - de uitgaven : 46.133.680 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een ontvangstenoverschot is van : 742.570.354 BF Deel II. - De eindregeling van de begrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren HOOFDSTUK I. - Grondregie § 1. Jaar 1999.
Art. 26.De eindregeling van de begroting van de Grondregie is, voor het begrotingsjaar 1999, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 827.800.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 717.908.612 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : - 109.891.388 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 530.600.000 BF - de aangerekende uitgaven : 285.388.449 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 245.211.551 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 717.908.612 BF - de uitgaven : 285.388.449 BF zodat er voor het begrotingsjaar 1999 een ontvangstenoverschot is van : 432.520.163 BF § 2. Jaar 2000.
Art. 27.De eindregeling van de begroting van de Grondregie is, voor het begrotingsjaar 2000, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 618.700.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 695.400.596 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 76.700.596 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 653.200.000 BF - de aangerekende uitgaven : 444.801.016 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 208.398.984 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 695.400.596 BF - de uitgaven : 444.801.016 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2000 een ontvangstenoverschot is van : 250.599.580 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 1999 toegevoegd wordt : 432.520.163 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 bedraagt : 683.119.743 BF HOOFDSTUK II. - Gewestelijke dienst voor de Financiering van de Gemeentelijke Investeringen § 1. Jaar 1999.
Art. 28.De eindregeling van de begroting van de Gewestelijke dienst voor de Financiering van de Gemeentelijke Investeringen is, voor het begrotingsjaar 1999, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 598.900.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 599.000.000 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 100.000 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 599.000.000 BF - de aangerekende uitgaven : 9.744.205 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 589.255.795 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 599.000.000 BF - de uitgaven : 9.744.205 BF zodat er voor het begrotingsjaar 1999 een ontvangstenoverschot is van : 589.255.795 BF § 2. Jaar 2000.
Art. 29.De eindregeling van de begroting van de Gewestelijke dienst voor de Financiering van de Gemeentelijke Investeringen is, voor het begrotingsjaar 2000, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 0 BF - de aangerekende ontvangsten : 898.400.000 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 898.400.000 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 711.500.000 BF - de aangerekende uitgaven : 54.605.409 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 656.894.591 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 898.400.000 BF - de uitgaven : 54.605.409 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2000 een ontvangstenoverschot is van : 843.794.591 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 1999 toegevoegd wordt : 589.255.795 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 bedraagt : 1.433.050.386 BF TITEL III. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begrotingen van de Instellingen van Openbaar Nut van Categorie A, opgesomd in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 HOOFDSTUK I. - Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest (CIBG)
Art. 30.De eindregeling van de begroting van het CIBG is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 586.125.026 BF - de aangerekende ontvangsten : 582.015.687 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : - 4.109.339 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 586.125.026 BF - de aangerekende ontvangsten : 590.363.233 BF - het verschil tussen de kredieten en de aangerekende uitgaven : - 4.238.207 BF - waarvan het bedrag aan krediet-overschrijdingen, te regulariseren door de inschrijving van bijkomende kredieten : 9.674.467 BF - waarvan het bedrag van de te annuleren kredieten : 5.436.260 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 582.015.687 BF - de uitgaven : 590.363.233 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een uitgavenoverschot is van : - 8.347.546 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 204.528.720 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 196.181.174 BF HOOFDSTUK II. - Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM)
Art. 31.De eindregeling van de begroting van het BIM is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 1.613.307.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 1.613.832.976 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 525.976 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 2.013.205.000 BF - de aangerekende uitgaven : 1.686.423.567 BF - het verschil tussen de kredieten en de aangerekende uitgaven : 326.781.433 BF - waarvan het bedrag aan krediet- overschrijdingen, te regulariseren door de inschrijving van bijkomende kredieten : 7.244.014 BF - waarvan het bedrag van de te annuleren kredieten : 334.025.447 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 1.613.832.976 BF - de uitgaven : 1.686.423.567 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een uitgavenoverschot is van : - 72.590.591 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 726.695.752 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 654.105.161 BF HOOFDSTUK III. - Gewestelijk Agentschap voor Netheid (GAN)
Art. 32.De eindregeling van de begroting van het GAN is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 5.185.500.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 5.141.387.385 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : - 44.112.615 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 5.443.400.000 BF - de aangerekende uitgaven : 4.885.463.755 BF - het verschil tussen de kredieten en de aangerekende uitgaven : 557.936.245 BF - waarvan het bedrag aan krediet- overschrijdingen, te regulariseren door de inschrijving van bijkomende kredieten : 53.997.546 BF - waarvan het bedrag van de te annuleren kredieten : 611.933.791 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 5.141.387.385 BF - de uitgaven : 4.885.463.755 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een ontvangstenoverschot is van : 255.923.630 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 1.780.736.440 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 2.036.660.070 BF HOOFDSTUK IV. - Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (BHDBDMH)
Art. 33.De eindregeling van de begroting van de BHDBDMH is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 2.881.567.030 BF - de aangerekende ontvangsten : 2.265.194.753 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : - 616.372.277 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 2.881.567.030 BF - de aangerekende uitgaven : 2.510.736.690 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 370.830.340 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 2.265.194.753 BF - de uitgaven : 2.510.736.690 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een uitgavenoverschot is van : - 245.541.937 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 1.103.980.323 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 858.438.386 BF HOOFDSTUK V. - Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHGT)
Art. 34.De eindregeling van de begroting van het BGHGT is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 5.828.012.000 BF - de aangerekende ontvangsten : 5.464.334.000 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : - 363.678.000 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 5.928.012.000 BF - de aangerekende uitgaven : 5.462.944.000 BF - het verschil tussen de kredieten en de aangerekende uitgaven : 465.068.000 BF - waarvan het bedrag aan krediet- overschrijdingen, te regulariseren door de inschrijving van bijkomende kredieten : 780 BF - waarvan het bedrag van de te annuleren kredieten : 465.068.780 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 5.464.334.000 BF - de uitgaven : 5.462.944.000 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een ontvangstenoverschot is van : 1.390.000 BF waarbij het gecumuleerd overschot op 31 december 2000 toegevoegd wordt : 1.174.000 BF en waardoor het gecumuleerd overschot op 31 december 2001 bedraagt : 2.564.000 BF HOOFDSTUK VI. - Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid (FFW)
Art. 35.De eindregeling van de begroting van het FFW is, voor het begrotingsjaar 2001, als volgt vastgesteld : A. Ontvangsten : - de ramingen : 0 BF - de aangerekende ontvangsten : 794.300.000 BF - het verschil tussen de aangerekende ontvangsten en de ramingen : 794.300.000 BF B. Uitgaven : - de bij de begrotingsordonnantie geopende kredieten : 0 BF - de aangerekende uitgaven : 0 BF - het bedrag van de te annuleren kredieten : 0 BF C. Resultaat : - de ontvangsten : 794.300.000 BF - de uitgaven : 0 BF zodat er voor het begrotingsjaar 2001 een ontvangstenoverschot is van : 794.300.000 BF Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 25 november 2010.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, J.-L.VANRAES De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, B. GROUWELS Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE _______ Nota's (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2009-2010 A-105/1 Ontwerp van ordonnantie A-105/2 Verslag (verwijzing) Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 12 november 2010.