gepubliceerd op 15 december 2023
Ordonnantie houdende de omzetting, reorganisatie en naamswijziging van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven in het Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap
23 NOVEMBER 2023. - Ordonnantie houdende de omzetting, reorganisatie en naamswijziging van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven in het Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL I - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie, moet verstaan worden onder: a) de Administratie: de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;b) het Agentschap: het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven, verkort "BAOB", opgericht op 11 juli 2017 krachtens artikel 3 van de ordonnantie van 18 mei 2017 houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven, en krachtens artikel 4 van deze ordonnantie omgevormd tot het Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap;c) de Ministers: het lid of de leden van de Regering belast met economie en buitenlandse handel;d) de Regering: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;e) de ordonnantie van 18 mei 2017: de ordonnantie van 18 mei 2017 houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven;f) de ordonnantie van 13 januari 1994: de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel en de aantrekking van buitenlandse investeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;g) de OOBBC: de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;h) het Gewest: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;i) Brupartners: openbare instelling, voorheen de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest genaamd, opgericht bij ordonnantie van 8 september 1994 en geregeld bij de ordonnantie van 2 december 2021;j) onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd;k) economische activiteit: elke activiteit die erin bestaat goederen of diensten op een markt aan te bieden. TITEL II - Omzetting, reorganisatie en naamswijziging van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven HOOFDSTUK I - Omzetting van het Agentschap
Art. 3.§ 1. Het Agentschap, een publiekrechtelijke rechtspersoon die overeenkomstig artikel 3 van de ordonnantie van 18 mei 2017 is opgericht onder de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk, wordt omgezet in een overheidsbedrijf zoals geregeld bij deze ordonnantie. § 2. De omzetting van het Agentschap in een bij deze ordonnantie georganiseerd overheidsbedrijf brengt geen wijziging in de rechtspersoonlijkheid van het Agentschap met zich mee, die in zijn nieuwe vorm blijft bestaan, met behoud van rechtswege van bestaande rechten en verplichtingen. § 3. De statuten van het Agentschap in zijn hoedanigheid van naamloze vennootschap met sociaal oogmerk worden ingetrokken. § 4. De raad van bestuur van het Agentschap zorgt voor de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van de omzetting van het Agentschap zoals beslist en georganiseerd door deze ordonnantie. De publicatie verwijst uitdrukkelijk naar de huidige ordonnantie.
De tegenstelbaarheid van de omzetting ten opzichte van derden wordt uitsluitend gewaarborgd door de bekendmaking van deze ordonnantie. § 5. De bepalingen van boek XX van het Wetboek van Economisch Recht zijn niet van toepassing op het Agentschap.
Art. 4.De naam van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven wordt gewijzigd en luidt als volgt: "Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap", afgekort "BAO".
Deze nieuwe naam wordt vanaf de inwerkingtreding van deze ordonnantie door het Agentschap gebruikt voor alle aktes, documenten en correspondentie die het opstelt. HOOFDSTUK II - Doel, opdrachten en zetel van het Agentschap
Art. 5.§ 1. Het Agentschap wordt belast met de uitvoering van het economisch beleid van de Regering op het gebied van: a) bevordering, stimulering en ondersteuning van het ondernemerschap in het Gewest door informatie en bijstand te verlenen aan ondernemingen, particulieren en andere economische actoren;b) bevordering van de buitenlandse handel en aantrekking van buitenlandse investeringen in het Gewest in de zin van de ordonnantie van 13 januari 1994. § 2. Het Agentschap wordt belast met een opdracht van ondersteuning van de Regering en in dit verband een controle- en studiedienst te verlenen op de in paragraaf 1 bedoelde gebieden, met name door middel van enquêtes van algemeen belang. § 3. Het Agentschap wordt belast met het secretariaat van de Raad voor Economische Coördinatie, opgericht bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002, en in die hoedanigheid met de coördinatie van de werkgroepen ervan. § 4. In het kader van de uitvoering van het beleid ter bevordering, stimulering en ondersteuning van het ondernemerschap, bedoeld in paragraaf 1, a), wordt het Agentschap belast met de volgende openbare opdrachten: a) een informatiedienst opzetten en verzorgen, in de vorm van een gratis, neutraal en betrouwbaar centraal contactpunt, dat iedereen toegang verleent tot: i.informatie over het wet- en regelgevingskader dat in het Gewest van toepassing is op de ontwikkeling van een economische activiteit; ii. informatie over de in het Gewest beschikbare acties, programma's en instrumenten rond bekendmaking met ondernemerschap, opleiding, bijstand, advies en ondersteuning bij de oprichting, ontwikkeling en bestendiging van ondernemingen in elk stadium van hun levenscyclus, met inbegrip van hun internationale ontwikkeling;
De informatiedienst omvat het begeleiden van personen of ondernemingen en hen in contact brengen met de bevoegde overheidsinstellingen voor de administratieve procedures in verband met de ontwikkeling van een economische activiteit, alsmede met alle openbare of particuliere instanties die hen kunnen helpen, opleiden, adviseren of ondersteunen bij de oprichting of ontwikkeling van een onderneming; b) in coördinatie met de bestaande ondersteunende structuren, advies, bijstand en ondersteuning aanbieden door de toepassing van instrumenten, programma's en acties, zodat iedereen in het Gewest de kans krijgt een onderneming op te richten, te ontwikkelen of te bestendigen of te prospecteren met het oog op de oprichting, ontwikkeling of bestendiging van een economische activiteit in het Gewest of in het buitenland;c) zorgen voor de coördinatie van openbare of gesubsidieerde ondersteunende structuren, teneinde een kwalitatief, duidelijk en voor iedereen toegankelijk aanbod van diensten te garanderen. § 5. Uit hoofde van de in paragraaf 1, b), bedoelde opdrachten wordt het Agentschap belast met: a) in het kader van het afzet- en uitvoerbeleid van de Regering, de opdrachten omschreven in artikel 3 van de ordonnantie van 13 januari 1994;b) in het kader van de aantrekking van buitenlandse investeringen in het Gewest, de opdrachten omschreven in artikel 4 van de ordonnantie van 13 januari 1994;c) voor de onder a) en b) genoemde doeleinden zorgen voor de coördinatie van het netwerk van economische en handelsadviseurs van het Gewest in het buitenland. § 6. De Regering en de Ministers, gezamenlijk of afzonderlijk handelend, kunnen aan het Agentschap elke bijzondere taak delegeren of toevertrouwen in het kader en met inachtneming van het doel en de opdrachten van het Agentschap zoals omschreven in paragrafen 1 en 2.
De Regering of de Ministers, gezamenlijk of afzonderlijk handelend, stellen de nodige financiële middelen ter beschikking voor de vervulling van de opdrachten en de gedelegeerde taken en tot dekking van de kosten die voortvloeien uit de toevertrouwde of gedelegeerde taken. § 7. Bij de uitvoering van zijn in de paragrafen 1 tot en met 6 genoemde opdrachten bevordert het Agentschap de economische transitie.
Die transitie komt met name tot uiting in het nastreven van de volgende doelstellingen: 1° een adequate levenstandaard garanderen voor kwetsbaardere personen en personen met specifieke behoeften;2° kwaliteitsvolle jobs creëren;3° sociaal en democratisch ondernemerschap ontwikkelen;4° bijdragen tot een inclusievere maatschappij;5° hulpbronnen rationeler benutten;6° de milieueffecten verbeteren;7° bijdragen tot het behalen van de klimaatdoelstellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Agentschap biedt ondernemingen begeleiding aan bij hun transitieproces, in alle fasen van hun bestaan, met inbegrip van hun internationale ontwikkeling. Het streeft hierbij na, in aanvulling op de andere gewestelijke instrumenten, dat alle Brusselse ondernemingen permanent verankerd worden in een transitiedynamiek.
Het Agentschap zorgt ervoor dat het het ondernemerschap in het Gewest niet bevordert, stimuleert en ondersteunt, noch de buitenlandse handel en het aantrekken van buitenlandse investeringen bevordert waarbij een of meer van die doelstellingen aanzienlijk worden geschaad en waarbij geen blijk wordt gegeven van enige bereidheid om deel te nemen aan de transitie.
Art. 6.De maatschappelijke zetel van het Agentschap is gevestigd in het Gewest.
De Regering bepaalt het adres van de zetel en de voorwaarden voor het gebruik daarvan door het Agentschap.
Zij beslist over een eventuele verplaatsing van de zetel van het Agentschap.
De raad van bestuur van het Agentschap kan in België of in het buitenland vestigingseenheden, agentschappen of bijkantoren oprichten. HOOFDSTUK III - Beheersovereenkomst
Art. 7.§ 1. De regels en voorwaarden volgens welke het Agentschap de openbare opdrachten uitvoert waarmee het krachtens artikel 5 is belast en de verbintenissen van het Gewest worden vastgelegd in een beheersovereenkomst tussen het Gewest en het Agentschap. § 2. De beheersovereenkomst regelt in ieder geval volgende zaken: a) de taken die het Agentschap op zich neemt voor de uitvoering van de in artikel 5, §§ 1 tot en met 5 en 7, omschreven openbare opdrachten, hierna de openbare taken genoemd, met inbegrip van de voorwaarden voor het beheer en de exploitatie daarvan;b) de beginselen en gedragsregels voor de diensten verleend aan de gebruikers in het kader van de openbare taken bedoeld in de overeenkomst voor de in artikel 5, § 1, bedoelde opdrachten, met inbegrip van het niveau van kwaliteit en toegankelijkheid van de diensten voor de gebruikers en de wijze waarop deze moeten worden gemeten, alsmede, in voorkomend geval, voor niet-universele diensten, de omschrijving van de begunstigden van deze diensten en de tariefbeginselen;c) de vaststelling, berekening en wijze van betaling, vereffening of verstrekking van subsidies ten laste van de algemene uitgavenbegroting van het Gewest, die de Regering toekent ter dekking van de lasten die het Agentschap draagt voor het beheer van de openbare opdrachten en taken, rekening houdend met de kosten en inkomsten en de voorwaarden die bij of krachtens deze ordonnantie of de beheersovereenkomst zijn opgelegd;d) de wijze waarop de Regering of de Ministers krachtens artikel 5, § 6, bepaalde taken kunnen delegeren en toevertrouwen, met inbegrip van de wijze van berekening en betaling van de aan het Agentschap voor deze bijzondere taken verschuldigde tegemoetkoming of bezoldiging;e) de vergoedingen of andere betalingen die aan het Gewest verschuldigd zijn voor rechten of goederen die het aan het Agentschap ter beschikking stelt;f) de elementen die het jaarlijks operationeel plan moet bevatten, onverminderd het besluit van de Regering van 24 oktober 2014 betreffende de modaliteiten van de beheerscontrole;g) de doelstellingen van de financiële structuur van het Agentschap en de wijze waarop de financiële belangen van het Gewest worden gewaarborgd;h) de regels voor de controle, herevaluatie of jaarlijkse aanpassing van de beheersovereenkomst;i) de sancties in geval van niet-naleving door een partij van haar verplichtingen uit hoofde van de beheersovereenkomst, met uitsluiting van elke uitdrukkelijke ontbindende clausule.
Art. 8.Bij de onderhandeling en het sluiten van de beheersovereenkomst wordt het Gewest vertegenwoordigd door de Ministers.
De algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur stellen een ontwerp van beheersovereenkomst op en leggen deze voor een met redenen omkleed advies voor aan de raad van bestuur. Zij onderhandelen met de Ministers over het ontwerp van beheersovereenkomst van het Agentschap, rekening houdend met het met redenen omkleed advies van de raad van bestuur.
Zodra de onderhandelingen zijn afgerond, wordt de beheersovereenkomst ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
De beheersovereenkomst treedt pas in werking nadat deze bij regeringsbesluit is goedgekeurd en op de bij dat besluit vastgestelde datum.
De door de Regering goedgekeurde beheersovereenkomst wordt ter informatie toegezonden aan het Parlement van het Gewest.
Art. 9.De beheersovereenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf jaar. Deze kan aan het einde van het derde jaar van haar looptijd worden geëvalueerd met het oog op het aanbrengen van de wijzigingen of aanpassingen die nuttig of nodig worden geacht voor de resterende looptijd.
Indien bij afloop van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de overeenkomst automatisch verlengd tot de inwerkingtreding van een nieuwe beheersovereenkomst.
Art. 10.Het besluit houdende goedkeuring van de beheersovereenkomst of de aanpassing of herziening ervan wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De beheersovereenkomst wordt gepubliceerd als bijlage bij dit besluit. HOOFDSTUK IV - Jaarlijks operationeel plan
Art. 11.Elk jaar stellen de algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur een jaarlijks operationeel plan op ter bepaling van de concrete doelstellingen voor het volgende jaar en van de strategie van het Agentschap op middellange termijn, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn krachtens de OOBBC en de haar uitvoeringsbesluiten.
Het jaarlijks operationeel plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. HOOFDSTUK V - Middelen en bevoegdheden van het Agentschap
Art. 12.De financiële middelen waarover het Agentschap beschikt zijn de volgende: a) in de algemene uitgavenbegroting van het Gewest opgenomen toelagen voor de in artikel 5 omschreven openbare opdrachten en taken van het Agentschap;b) inkomsten en ontvangsten;c) federale, Europese of internationale openbare fondsen in het kader van projectoproepen waaraan het Agentschap krachtens artikel 16 mag deelnemen;d) giften of nalatenschappen;e) door het Agentschap afgesloten leningen die voorafgaand door de Regering werden goedgekeurd;f) goederen of rechten die door de Regering ter beschikking zijn gesteld;met inbegrip van het kapitaal dat bij de omzetting van het Agentschap aan de werking en opdrachten van het Agentschap wordt toevertrouwd.
Het Agentschap gebruikt zijn activa en beschikbare fondsen om de in deze ordonnantie en beheersovereenkomst omschreven opdrachten en taken van openbare dienst uit te voeren.
Art. 13.Het Agentschap kan van geval tot geval door de Regering worden gemachtigd om in het algemeen belang onroerende goederen te onteigenen, zo nodig door middel van onteigening per zone, voor zover dat de onteigening wordt gerechtvaardigd door de uitoefening van bepaalde uit deze ordonnantie of de beheersovereenkomst voortvloeiende openbare opdrachten en taken.
Art. 14.Het Agentschap kan dadingen aangaan en arbitrageovereenkomsten sluiten.
Art. 15.§ 1. De uitvoering van huidige ordonnantie geeft aanleiding tot de verwerking van persoonsgegevens door het Agentschap. § 2. De doeleinden van de verwerking die worden uitgevoerd in het kader van de in deze ordonnantie omschreven opdrachten van openbare diensten, die niet noodzakelijkerwijs worden beheerst door een andere wetgeving, een overeenkomst of de toestemming van de betrokken personen, zijn: a) te reageren op elk verzoek dat aan het Agentschap wordt gericht, via een communicatiemiddel of een onderhoud met haar personeel, door ieder die onderneemt of van plan is te ondernemen in het Gewest;b) informaties of bewustmakingsboodschappen te verzenden naar het doelpubliek van het Agentschap, met inbegrip van directe niet-commerciële prospectie;c) een begeleittdingsdossier samen te stellen en begunstigden in contact brengen met deskundigen en coaches;d) de door het Agentschap georganiseerde competities te beheren;e) het uitvoeren van enquêtes en studies, het samenstellen van statistieken;f) evenementen te organiseren en begunstigden met elkaar en met de private en publieke partners van het Agentschap in contact te brengen;g) acties te beheren in samenwerking met de partners van het Agentschap;h) het aanwerven van clusterleden. § 3. De categorieën persoonsgegevens die noodzakelijk zijn om de in paragraaf 2 genoemde doeleinden te bereiken, zijn: a) de identificatie-, adres- en contactgegevens van de begunstigden van de diensten van het Agentschap, zijn partners en leveranciers;b) voor bepaalde diensten geleverd door het Agentschap, de persoonlijke kenmerken van de begunstigden: leeftijd, geslacht, geboortedatum en -plaats, burgerlijke staat;c) voor de aanwerving van clusterleden, studies en opleidingen: academisch curriculum, beroepskwalificaties, beroepservaring, titel of functies;d) voor de behandeling van andere vragen, opmerkingen en klachten: de identiteit van de auteur en zijn/haar contactgegevens. § 4. De voornaamste categorieën van betrokken natuurlijke personen zijn: a) de begunstigden die natuurlijke personen zijn: ondernemer, potentiële ondernemer, investeerder, potentiële investeerder;b) de natuurlijke personen die de begunstigden vertegenwoordigen;c) de partners van het Agentschap en hun vertegenwoordigers, natuurlijke personen: in het bijzonder overheids-, semi-overheids-, privé- en verenigingsstructuren die ondersteuning bieden aan Brusselse ondernemingen of aan Belgische ondernemingen die zich kandidaat stellen voor export. § 5. Het Agentschap is de verantwoordelijke voor de in paragraaf 2 bedoelde verwerking van de in de paragrafen 3 en 4 bedoelde persoonsgegevens.
Alleen personeelsleden hebben toegang tot de verwerkte gegevens. § 6. Behoudens andersluidende wettelijke of contractuele bepalingen gelden voor persoonsgegevens die door het Agentschap worden verzameld en verwerkt voor de in paragraaf 2 genoemde doeleinden, de volgende bewaartermijnen.
Gegevens met betrekking tot begunstigden en partners die door het Agentschap worden verzameld en verwerkt in het kader van haar opdrachten van openbare dienst, worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf de datum van het laatste contact tussen de betrokkene en het Agentschap.
Persoonsgegevens die worden verzameld en verwerkt in het kader van activiteiten om de diensten van het Agentschap te promoten, zoals nieuwsbrieven of gerichte mailings, worden echter bewaard tot één jaar na het laatste contact tussen de betrokkene en het Agentschap.
Persoonsgegevens die worden verzameld en verwerkt voor de organisatie van een evenement, worden bewaard tot één jaar na de datum van het evenement. § 7. De Regering kan de in paragrafen 2 tot 6 bedoelde elementen specificeren, met name via de beheersovereenkomst.
Het beleid van het Agentschap inzake de bescherming van persoonsgegevens wordt nader toegelicht door de raad van bestuur in een openbaar toegankelijk document.
Art. 16.In het kader van zijn in artikel 5 omschreven openbare opdrachten kan het Agentschap ingaan op projectoproepen van de Europese Unie of andere federale of internationale instellingen en daarbij federale of internationale Europese openbare middelen ontvangen, inzoverre deze projecten geen belemmering vormen voor de goede uitvoering van de openbare opdrachten en taken die in de beheersovereenkomst zijn geregeld.
Art. 17.§ 1. Het Agentschap kan verenigingen oprichten of zich aansluiten bij verenigingen naar Belgisch recht waarvan het maatschappelijk doel bijdraagt tot de vervulling van de opdrachten en taken van openbare dienst die bij of krachtens deze ordonnantie aan het Agentschap zijn toevertrouwd.
Het besluit tot oprichting van of toetreding tot een dergelijke vereniging wordt genomen door de raad van bestuur van het Agentschap en is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Regering, die aan de door hem bepaalde voorwaarden kan onderworpen worden. § 2. Het is het Agentschap verboden de bij of krachtens deze ordonnantie aan het Agentschap toevertrouwde opdrachten en taken van openbare dienst geheel of gedeeltelijk aan derden toe te vertrouwen. HOOFDSTUK VI - Bestuur en beheer van het Agentschap
Art. 18.Het Agentschap wordt bestuurd door een raad van bestuur die, zonder afbreuk te doen aan het in artikel 26 bedoelde dagelijks bestuur, bevoegd is alle handelingen te verrichten die nodig of nuttig zijn voor de uitvoering van de openbare opdrachten en taken van het Agentschap.
Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden die eventueel aan bijzondere lasthebbers worden gedelegeerd, kan de raad van bestuur aan de algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur of aan andere personeelsleden van het Agentschap de in lid 1 bedoelde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen met uitzondering van: a) de goedkeuring van de beheersovereenkomst en iedere wijziging ervan, alsmede het toezicht op de uitvoering en naleving ervan;b) het vaststellen van de strategische doelstellingen van het Agentschap;c) de goedkeuring van de begroting en de laatste jaarrekening van het Agentschap in zijn hoedanigheid van naamloze vennootschap onderworpen aan het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen;d) de goedkeuring van de boekhoudkundige en financiële documenten die door of krachten de OOBBC worden voorzien, met inbegrip van documenten inzake planning of beheerscontrole en de toezending ervan aan de Regering binnen de termijnen en in de vorm als vereist door de OOBBC en haar uitvoeringsbesluiten;e) de andere bevoegdheden die bij deze ordonnantie of andere regelgevingen aan de raad van bestuur zijn voorbehouden.
Art. 19.§ 1. De raad van bestuur bestaat uit vijftien leden, natuurlijke personen, die door de Regering worden benoemd en afgezet.
Zes van die leden worden benoemd op basis van een voorstel van Brupartners, dat bestaat uit hetzelfde aantal vakbondsvertegenwoordigers als werkgeversvertegenwoordigers en dat de verschillende geledingen van de twee groepen weerspiegelt.
Binnen elk van de twee groepen, met name de leden voorgesteld door Brupartners en de overige leden, behoort twee derde tot de taalaanhorigheid die het meest vertegenwoordigd is in het Parlement van het Gewest en behoort een derde tot de taalaanhorigheid die het minst vertegenwoordigd is in het Parlement van het Gewest.
De taalaanhorigheid van de leden van de raad van bestuur blijkt uit een door hen afgelegde verklaring. Dit moet tegelijk met of na hun benoeming door de Regering worden bevestigd. § 2. De raad van bestuur benoemt onder zijn leden, op voorstel van de Regering, een voorzitter en een ondervoorzitter die tot verschillende taalaanhorigheden behoren.
De voorzitter en de ondervoorzitter kunnen te allen tijde, zonder de gebouwen te verlaten, alle documenten en bescheiden van het Agentschap inzien. Zij kunnen de algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur om uitleg en informatie verzoeken en alle controles uitvoeren die zij voor de vervulling van hun mandaat nodig achten. Zij kunnen zich laten bijstaan door een door hen aangewezen deskundige. De bezoldiging van deze deskundige komt ten laste van het Agentschap. § 3. De algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur worden voor de vergaderingen van de raad van bestuur uitgenodigd met een raadgevende stem, onverminderd de mogelijkheid voor de raad van bestuur om uitsluitend in aanwezigheid van zijn leden en de Regeringscommissarissen te vergaderen wanneer het belang van het Agentschap dit vereist. § 4. De bezoldigingen, voordelen van alle aard en representatievergoedingen, vastgesteld overeenkomstig de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, zijn ten laste van het Agentschap.
Art. 20.In elk van de twee groepen bestuurders, voorgesteld door Brupartners en de anderen, zijn tenminste de helft van de bestuurders woonachtig in het Gewest.
Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met de volgende hoedanigheden: a) de functies van minister, staatssecretaris;b) lid van het Europees Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat of van een parlement van een Gewest of Gemeenschap;c) lid van het personeel van het Agentschap;d) de functies van burgemeester, schepen of voorzitter van een OCMW;e) elke functie die de onafhankelijkheid van de titularis bij de uitvoering van zijn opdracht in het Agentschap of in de uitvoering van de beheersovereenkomst in het gedrang zou kunnen brengen. Elke bestuurder die in de loop van zijn mandaat zich bevindt in een van de onverenigbaarheden bedoeld in lid 2 wordt onmiddellijk als ontslagnemend beschouwd.
De bestuurders leven de bepalingen na van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen.
Art. 21.De raad van bestuur wordt binnen zes maanden na de vernieuwing van het Parlement van het Gewest vernieuwd. De bestuurders blijven in functie totdat zij worden vervangen.
Het mandaat van bestuurder kan worden verlengd.
Art. 22.De raad van bestuur stelt een financieel raadgevend comité in dat hem moet bijstaan met name in het formuleren van adviezen en het opstellen van verslagen op financieel, budgettair, boekhoudkundig gebied en op het vlak van controle en audit.
Het financieel comité bestaat uit vier leden, waaronder ten minste één vrouw en ten minste één man, die door en uit de raad van bestuur worden benoemd.
De voorzitter van de raad van bestuur is van rechtswege lid van het financieel comité.
De algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur worden uitgenodigd voor de vergaderingen van het financieel comité met een raadgevende stem.
De audittaak van het financieel comité bestaat in het onderzoeken en evalueren van de werking, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle met betrekking tot de beheersing van de risico's in verband met de financiële, budgettaire en boekhoudkundige verplichtingen waaraan het Agentschap is onderworpen.
Het financieel comité kan ook worden geraadpleegd over elke andere financiële of budgettaire aangelegenheid waarover de raad van bestuur besluit een beroep op het comité te doen.
Art. 23.De raad van bestuur stelt een reglement van interne orde op, waarin de praktische bepalingen betreffende de werkwijze van het orgaan worden opgenomen, met name het bijhouden van het aanwezigheidsregister alsook het voeren van het secretariaat en het houden van de agenda.
Art. 24.De modaliteiten voor de organisatie van de vergaderingen van de raad van bestuur worden vastgesteld door de Regering. In dit verband bepaalt zij met name de wijze van vaststelling van de vergaderingen van de raad van bestuur, de wijze van bijeenroeping van de raad van bestuur, en ook de vorm en de inhoud ervan, de mogelijkheid om derde partijen uit te nodigen, de plaatsen waar deze worden gehouden, met de mogelijkheid om, in voorkomend geval, de vergaderingen langs elektronische weg te organiseren.
Art. 25.De Regering bepaalt de regels van beraadslaging binnen de raad van bestuur, met inbegrip van de regels inzake aanwezigheid en stemming alsook de regels ter voorkoming of oplossing van belangenconflicten.
Art. 26.§ 1. De algemeen directeur, bijgestaan door de adjunct algemeen directeur, is bevoegd voor het dagelijks bestuur van het Agentschap, waarvan de reikwijdte door de raad van bestuur wordt bepaald. § 2. De algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur worden benoemd en afgezet door de Regering. Zij behoren tot een verschillende taalrol. § 3. De raad van bestuur bepaalt hun administratief statuut en bezoldigingsregeling. Hij verduidelijkt de bevoegdheden die hen overeenkomstig voorgaand artikel 18 worden gedelegeerd. § 4. Mits voorafgaande goedkeuring van de raad van bestuur mogen de algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur bepaalde van hun bevoegdheden aan één of meerdere personeelsleden van het Agentschap delegeren. HOOFDSTUK VII. - Vertegenwoordiging van het Agentschap
Art. 27.§ 1. De raad van bestuur vertegenwoordigt als college het Agentschap tegenover derden en in rechte. § 2. Niettegenstaande de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van de raad van bestuur als college, wordt het Agentschap in rechte en ten aanzien van derden, met inbegrip van een openbaar ambtenaar zoals de hypotheekbewaarder, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter en de ondervoorzitter, die gezamenlijk optreden. § 3. De algemeen directeur en de adjunct algemeen directeur vertegenwoordigen gezamenlijk het Agentschap bij gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en handelen geldig in naam en voor rekening van het Agentschap binnen de grenzen van het dagelijks bestuur. § 4. Het Agentschap wordt ook geldig vertegenwoordigd door de bijzondere lasthebbers die door de raad van bestuur zijn aangesteld, handelend binnen de grenzen van hun mandaat. HOOFDSTUK VIII - Administratief toezicht
Art. 28.§ 1. Het Agentschap is onderworpen aan de controlebevoegdheid van de Ministers.
Deze controle wordt uitgevoerd door de tussenkomst van twee Regeringscommissarissen, die op voorstel van de Ministers door de Regering worden benoemd en afgezet.
De Regering benoemt een plaatsvervanger voor elk van de commissarissen op voorstel van de Ministers. De plaatsvervanger vervangt de commissaris in geval van verhindering.
De Regering regelt de bezoldiging van de commissarissen, die door het Agentschap wordt betaald. § 2. De Regeringscommissarissen zien erop toe dat de wet, deze ordonnantie, de beheersovereenkomst en het algemeen belang worden geëerbiedigd.
Zij wonen de vergaderingen van de raad van bestuur van het Agentschap bij en hebben een raadgevende stem.
Zij worden binnen dezelfde termijn als de leden van de raad van bestuur in kennis gesteld van de plaats en het tijdstip van de vergaderingen van dat orgaan, alsmede van de agenda en de daarbij gevoegde documenten. Zij ontvangen de verslagen en notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur.
De Regeringscommissarissen hebben de ruimste bevoegdheden om hun opdracht uit te voeren. Zij kunnen te allen tijde, zonder de gebouwen te verlaten, alle documenten en bescheiden van het Agentschap inzien, alle informatie of uitleg vragen aan de bestuurders, directeurs en personeelsleden van het Agentschap en alle controles uitvoeren die zij voor de uitoefening van hun mandaat nodig achten. § 3. De Regeringscommissaris beschikt over een termijn van vier volle dagen om bij de Minister die hem heeft voorgesteld in beroep te gaan tegen de uitvoering van elke beslissing van de raad van bestuur die hij strijdig acht met de wet, het organieke statuut, de beheersovereenkomst of het algemeen belang. Het beroep heeft schorsende werking.
Deze termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing is genomen, mits de Regeringscommissaris daartoe naar behoren is opgeroepen, en in het tegenovergestelde geval op de dag waarop hij er kennis van heeft gekregen.
Indien de Minister die met het beroep gevat is, binnen een termijn van twintig dagen die ingaat op dezelfde dag als de in het vorige lid bedoelde termijn, na advies van de andere betrokken ministers, de vernietiging niet heeft uitgesproken, wordt de beslissing definitief.
De Minister kan besluiten bovengenoemde termijn met tien volle dagen te verlengen; hij stelt de raad van bestuur van het Agentschap van deze beslissing in kennis. § 4. De met redenen omklede vernietiging van de beslissing wordt meegedeeld aan de raad van bestuur van het Agentschap.
Art. 29.Wanneer de wet, deze ordonnantie of de beheersovereenkomst zulks vereisen, kunnen de Ministers het bevoegde orgaan van het Agentschap verzoeken om binnen de termijn die zij vaststellen te beraadslagen over elke aangelegenheid die zij bepalen. HOOFDSTUK IX - Begroting, boekhouding en financiële en beheerscontrole
Art. 30.§ 1. Vanaf de datum van zijn omzetting, is het Agentschap uitsluitend onderworpen aan de bepalingen inzake begroting, boekhouding en interne en externe controle die betrekking hebben op autonome bestuursinstellingen van tweede categorie waarin bij of krachtens de OOBBC is voorzien. Het Agentschap is niet meer onderworpen aan de boekhoudkundige verplichtingen voorzien door of krachtens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. § 2. De boekhoudkundige verplichtingen van het Agentschap in zijn hoedanigheid van naamloze vennootschap onderworpen aan het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, worden geacht te zijn vervuld op de datum waarop de laatste jaarrekening van het Agentschap voor het jaar eindigend op 31 december 2023 door de Regering is goedgekeurd die zal ook beslissen over de kwijting van de beheers- en toezichthoudende organen van het Agentschap. Deze laatste jaarrekeningen worden gedeponeerd en gepubliceerd in overeenstemming met de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen die van toepassing waren op het Agentschap vóór zijn omzetting. HOOFDSTUK X - Personeel van het Agentschap
Art. 31.De raad van bestuur bepaalt het administratief statuut en bezoldigingsregeling van het statutair en contractueel personeel van het Agentschap. HOOFDSTUK XI - Ontbinding
Art. 32.De ontbinding van het Agentschap kan enkel uitgesproken worden door een ordonnantie die de wijze en voorwaarden van de vereffening alsook van het hernemen van zijn opdrachten van openbare dienst regelt.
TITEL III - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 33.Artikel 3 van de ordonnantie van 13 januari 1994 wordt vervangen als volgt: "
Art. 3.De Regering ondersteunt en bevordert op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid de uitvoer naar en de afzet in het buitenland, door: 1° de promotie van de ondernemingen en instellingen met economische finaliteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het buitenland;2° het organiseren van of meewerken aan buitenlandse handelszendingen en de deelname door ondernemingen aan buitenlandse beurzen en andere handelsmanifestaties; 3° het ondernemen en ondersteunen van alle andere activiteiten die bijdragen tot de bevordering van het afzet- en uitvoerbeleid.".
Art. 34.Artikel 4 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "
Art. 4.De Regering voorziet rechtstreeks of onrechtstreeks in de steun voor het aantrekken van buitenlandse investeringen door: 1° de waardering en bevordering van de aantrekkelijkheid van het Gewest en zijn ondernemingen;2° de individuele en collectieve prospectie van potentiële buitenlandse investeerders; 3° het onthaal en de begeleiding van buitenlandse investeerders op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.".
Art. 35.In lid 7 van artikel 161, 1° van het Wetboek der registratie-, hypotheek-, en griffierechten zoals ingevoegd door de ordonnantie van 18 mei 2017, worden de woorden "Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven" vervangen door de woorden "Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap".
Art. 36.§ 1. De ordonnantie van 18 mei 2017 wordt opgeheven. § 2. De gevolgen van de leden 2 tot 4 en 7 van artikel 11, evenals de bepalingen van artikel 16 van de ordonnantie van 18 mei 2017, blijven echter gehandhaafd tot de vernieuwing van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 21 van deze ordonnantie. § 3. De beheersovereenkomst gesloten overeenkomstig de ordonnantie van 18 mei 2017 blijft van kracht tot de goedkeuring van een nieuwe beheersovereenkomst overeenkomstig deze ordonnantie. In afwijking van artikel 8 van deze ordonnantie wordt deze overeenkomst door de raad van bestuur goedgekeurd na en ingevolge het advies van het Strategiecomité, waarvan de samenstelling, rol en bevoegdheden krachtens paragraaf 2 worden gehandhaafd tot de vernieuwing van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 21 van deze ordonnantie.
Art. 37.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2024.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 november 2023.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN den BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2023-2024 A-778/1 Ontwerp van ordonnantie A-778/2 Verslag Integraal verslag: Bespreking en aanneming: vergadering van vrijdag 17 november 2023