gepubliceerd op 11 januari 2007
Ordonnantie houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006
21 DECEMBER 2006. - Ordonnantie houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006 (1)
Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een materie als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Er wordt ingestemd met het Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de sociale hulp aan de gezinnen in het kader van de liberalisatie van de elektriciteits- en gasmarkten, ondertekend te Brussel op 21 september 2006, met dien verstande dat, zoals de Raad van State opmerkt, het niet aangewezen is om de opdrachten van de O.C.M.W.'s te financieren via de techniek van de oproep tot projecten.
Art. 3.Deze ordonnantie treedt in werking vanaf de datum van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 21 december 2006.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdestedlijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota's (1) Gewone zitting 2006-2007 : Documenten.- Ontwerp van ordonnantie, nr. 3-309/1. - Verslag, nr. 3-309/2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 8 december 2006.
Bijlage Samenwerkingakkoord tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de sociale bijstand aan gezinnen in het kader van de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkten Gelet op de artikelen 39, 134 en 135 van de Grondwet;
Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988 en bij Bijzondere Wet van 16 juli 1993, inzonderheid op de artikelen 5, § 1, II; 6, § 1, VII, eerste lid, a en h, en 92bis, § 1;
Gelet op de Bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid de artikel 63 en 75;
Overwegende dat de volledige liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkten op 1 januari 2007 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het in aanmerking komen van de huishoudelijke afnemers, prijsstijgingen en zonder meer de uitsluiting van de kwetsbare afnemers van deze markten via het afsluitingen van de stroom of ontbindingen van contracten dreigen mee te brengen;
Overwegende dat de sociale verworvenheden moeten worden versterkt ten einde aan alle gezinnen toegang tot de elektriciteits- en gasmarkten te bieden, tegen voorwaarden die duidelijk zijn, met inbegrip van het geval van de vernieuwing van contracten;
Overwegende dat een aangepast samenwerkingskader, in termen van transparantie, van sociale rechten en van verplichtingen van openbare dienst noodzakelijk is opdat de gezinnen in aanmerking kunnen komen onder de best mogelijke voorwaarden;
Overwegende dat de Contracterende partijen bij dit akkoord een geharmoniseerd kader wensen te creëren ten einde een minimale levering van elektriciteit en gas aan de gezinnen te kunnen waarborgen;
Overwegende dat het verwezenlijken van deze doelstelling gebeurt via de voortdurende inspanning van elke Contracterende Partij inzake sociale bijstand aan de gezinnen;
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de heer Charles Picqué, Minister-Voorzitter, et Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van Energie.
De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door zijn Verenigd College, in de persoon van de heer Pascal Smet en in de persoon van Mevr. Evelyne Huyteboreck, Ministers van Bijstand aan Personen : in functie van hun respectievelijke bevoegdheden, werd overeengekomen hetgeen volgt :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder : a) « Contracterende partijen » : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; b) « Ordonnantie » : Ordonnantie van [...] tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit en de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik; c) « Sociaal fonds voor energiebegeleiding » : het fonds bestemd om de verplichtingen van openbare dienst betreffende de levering van elektriciteit en gas te financieren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2.Met inachtneming van hun respectievelijke bevoegdheden, verbinden de Contracterende partijen zich ertoe overleg te plegen om hun politiek inzake de sociale bescherming in het kader van de minimale levering van elektriciteit en gas te harmoniseren.
Art. 3.In het kader van de doelstelling bedoeld in artikel 2, erkent de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie met het oog op de uitoefening van de opdrachten bedoeld in dit akkoord de O.C.M.W.'s.
Art. 4.De krachtens artikel 3 erkende O.C.M.W.'s oefenen de volgende opdrachten uit : - aannemen van de driejaarlijkse programma's houdende sociale energiebegeleiding; - geïnformeerd worden over de naam van de gezinnen die in gebreke gesteld werden door de leverancier voor het betalen van hun elektriciteitsfacturen en van het voornemen van de leverancier om een begrenzer te plaatsen; - geïnformeerd worden over de naam van de gezinnen waarvoor een begrenzer werd geplaatst; - geïnformeerd worden over de naam van de gezinnen die in gebrek blijven hun gasfactuur te betalen; - gewaarschuwd worden door de noodleverancier over de gezinnen die een aanvraag indien voor bescherming; - een maatschappelijk onderzoek uitvoeren bij het gezin wier naam werd overgemaakt door de leverancier met het oog op het vinden van een oplossing voor de ondervonden betalingsmoeilijkheden; - overleg plegen met de leveranciers in verband met de begeleidingsmaatregelen of aanzuiveringsplannen; - het uitwerken, eventueel in samen werking met een schuldbemiddelingsdienst, van een redelijk aanzuiveringsplan en de aanneming van begeleidingsmaatregelen tussen het gezin en de leverancier; - het gezin begeleiden tot het einde van het aanzuiveringsplan; - geïnformeerd worden betreffende de aanvragen tot ontbinding ingediend bij de vrederechter; - de elektriciteitsleveranciers gelasten het initiële vermogen van het gezin te herstellen, met een bovengrens van 4 600 watt, wanneer de sociale situatie en de samenstelling van het gezin dit rechtvaardigen.
Echter, wanneer het gezin niet beschermd is, mag deze maatregel de zes maanden niet overschrijden; - het statuut van « beschermd afnemer » toekennen wanneer het aanzuiveringsplan niet wordt gerespecteerd. In dit geval, moet(en) het (de) O.C.M.W.'s de distributienetbeheerder informeren die een noodlevering garandeert; - sociale bijstand toekennen aan een beschermde afnemer die in gebreke blijft te betalen; - geïnformeerd worden door de noodleverancier van de naam en het adres van de gezinnen die in gebreke blijven hun elektriciteits- of gasfacturen te betalen na de ingebrekestelling; - de noodleverancier een tijdelijke levering opleggen wanneer het contract werd ontbonden en de menselijke waardigheid is aangetast.
Art. 5.Een deel van « Sociaal fonds voor energiebegeleiding » is bestemd voor de financiering van de opdrachten bedoeld in artikel 3.
De sleutelverdeling is bepaald door de ordonnantie.
Overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie, wordt deze financiering toegekend volgens een oproep tot indiening van projecten die minstens bevat : 1° een driejaarlijkse beschrijving van de getroffen maatregelen voor sociale energiebegeleiding en bijstand of van de onderhandelde aanzuiveringsplannen en de resultaten die werden bereikt door de O.C.M.W.'s of de leveranciers; 2° de financieringsmodaliteiten;3° het formulier voor aanvraag van erkenning;4° de datum die is vastgelegd voor de afsluiting van de kandidaatstelling. De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor het vaststellen van de procedure tot oproep van projecten.
Art. 6.Dit Samenwerkingsakkoord is gesloten voor onbepaalde duur. Het kan worden ontbonden op verzoek van één van de Contracterende Partijen, na de andere partij de gelegenheid te hebben gelaten haar opmerkingen te laten kennen binnen een termijn van drie maanden.
De Contracterende Partijen verbinden zich er toe de uitvoering en de gevolgen van het Samenwerkingsakkoord periodiek te evalueren, een debat te houden en een verslag hieromtrent op te stellen, dat om de twee jaar zal worden overgemaakt aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Op basis van deze periodieke evaluatie kunnen de Contracterende Partijen beslissen dit akkoord aan te passen.
Art. 7.De bepalingen van dit Samenwerkingsakkoord kunnen worden herzien op verzoek van elke Contracterende Partij, op basis van artikel 6 ten einde de opdrachten te herzien en desgevallend te wijzigen.
Art. 8.Dit akkoord treedt in werking de dag dat de ordonnanties houdende de instemming van dit akkoord zijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, op 21 september 2006 in twee originele exemplaren, in de Franse en Nederlandse taal.
Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter, C. PICQUE De Minister van Energie, Mevr. E. HUYTEBROECK Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : De Minister-Voorzitter, C. PICQUE De Ministers van Bijstand aan Personen, P. SMET Mevr. E. HUYTEBROECK