gepubliceerd op 02 mei 2007
Ordonnantie houdende diverse bepalingen inzake openbare dienst van openbaar stadsvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
19 APRIL 2007. - Ordonnantie houdende diverse bepalingen inzake openbare dienst van openbaar stadsvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Oprichting van een naamloze vennootschap van publiek recht Citeo
Art. 2.Er wordt een naamloze vennootschap van publiek recht opgericht, oorspronkelijk Citeo genaamd. Haar kapitaal is oorspronkelijk in handen van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (afgekort MIVB) ten belope van alle aandelen min één aandeel en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (afgekort GIMB) voor één aandeel. Het kapitaal kan slechts gehouden worden door publiekrechtelijke rechtspersonen die te dien einde door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zijn erkend.
Ze heeft hoofdzakelijk als doel infrastructuur noodzakelijk voor de openbare dienst van openbaar stadsvervoer, hoofdzakelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, te beheren en te ontwikkelen.
In uitvoering van artikel 15bis van de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, mag ze door de MIVB opdrachten van openbare dienst toegewezen krijgen die in verband staan met haar maatschappelijk doel.
Via een concessie van openbare dienst, een gedelegeerde opdracht of een andere relatie, mag de Regering elke opdracht rond het beheer en de ontwikkeling (met inbegrip van de ontwikkeling, de bouw en het onderhoud) van - onder meer ondergrondse - installaties en infrastructuur bestemd voor de openbare dienst van stedelijk openbaar vervoer, aan Citeo toevertrouwen.
Hiertoe is de Regering gemachtigd om zakelijke rechten te creëren ten voordele van de MIVB of Citeo.
De Regering mag, op verzoek van Citeo, conform de wetgeving inzake onteigening ten algemene nutte, de verwerving van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de beheer- en ontwikkelingsopdrachten inzake installaties en infrastructuur die aan de MIVB of Citeo toevertrouwd zouden worden, voortzetten en de goederen verworven via onteigening onderhands afstaan.
Artikelen 101, 102 en 103 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle zijn niet van toepassing op de vestiging van zakelijke rechten en de onderhandse overdracht van goederen, die ten voordele van de MIVB of Citeo uitgevoerd werden, krachtens de twee vorige leden.
Citeo mag alle verrichtingen van enigerlei aard uitvoeren die rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, verband houden met haar maatschappelijk doel alsook alle verrichtingen die de verwezenlijking ervan zouden kunnen bevoordelen, vergemakkelijken of bevorderen.
Haar doel wordt geacht commercieel te zijn en de handelingen die ze stelt worden geacht commercieel te zijn.
Haar hoofdzetel is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Behoudens de afwijkingen die voortvloeien uit de bepalingen van deze ordonnantie of van haar statuten, wordt Citeo aanvullend geregeld door het Wetboek van Vennootschappen en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 3.De organen van Citeo zijn : 1° de algemene vergadering;2° de raad van bestuur;3° de afgevaardigd bestuurder en de adjunct-afgevaardigd bestuurder.
Art. 4.De algemene vergadering is samengesteld uit de aandeelhouders van de vennootschap. Elk aandeel geeft recht op één stem, tenzij er aandelen zonder stemrecht worden uitgegeven.
De algemene vergadering keurt de jaarrekening goed. Ze verleent kwijting aan de raad van bestuur en aan de commissaris voor de uitvoering van hun mandaat.
De statuten regelen de werking ervan.
Art. 5.De raad van bestuur is samengesteld uit zes leden waaronder vier Franstaligen en twee Nederlandstaligen. Hij kiest uit zijn leden zijn voorzitter en zijn ondervoorzitter, die tot een verschillende taalrol moeten behoren.
De opdrachthouder van de Regering bij de MIVB woont de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bij.
Drie vertegenwoordigers, benoemd door de algemene vergadering op voorstel van de drie meest representatieve vakbondsorganisaties van het personeel, wonen de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bij.
De statuten bepalen de werking en de bevoegdheden van de raad van bestuur. De emolumenten van de bestuurders worden vastgesteld door de algemene vergadering en zijn ten laste van Citeo.
Het lid van de raad van bestuur dat benoemd is ter vervanging van de overleden, ontslagnemende of uit zijn ambt ontzette bestuurder of van de bestuurder die de in de statuten vastgelegde leeftijdsgrens heeft bereikt, voltooit het mandaat van diegene die hij vervangt.
Art. 6.De raad van bestuur kiest onder zijn leden een afgevaardigd bestuurder en een adjunct-afgevaardigd bestuurder, die tot een verschillende taalrol moeten behoren.
De afgevaardigd bestuurder en de adjunct-afgevaardigd bestuurder staan in, elk voor wat hem aangaat, en volgens de taakverdeling bepaald in de statuten, voor de leiding en het dagelijks beheer van Citeo. Hun bevoegdheden zijn gepreciseerd door de statuten.
Art. 7.De algemene vergadering benoemt een commissaris, voor een termijn van drie jaar.
Hij wordt gekozen onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.
De emolumenten van de commissaris worden vastgesteld door de algemene vergadering en zijn ten laste van Citeo.
Art. 8.§ 1. De functie van bestuurder, afgevaardigd bestuurder, adjunct-afgevaardigd bestuurder van de vennootschap Citeo zijn onverenigbaar met het mandaat of de functie van : 1° lid van het Europees Parlement;2° lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van de Senaat;3° minister of staatssecretaris op federaal niveau;4° lid van het Parlement van een Gemeenschap of een Gewest;5° minister of staatssecretaris van de Regering van een Gemeenschap of een Gewest;6° gouverneur van een provincie of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad;7° bestuurder of hoofd van een bedrijf waarvan de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks gelinkt is met het openbaar vervoer, met uitzondering van de bedrijven die aandeelhouder zijn van Citeo. § 2. Wanneer een bestuurder de bepalingen van § 1 overtreedt, is hij gehouden om binnen de drie maanden, te rekenen vanaf het optreden van de incompatibiliteit, zijn mandaat of functie neer te leggen. Doet hij dit niet, dan wordt hij bij het verstrijken van deze termijn geacht zijn mandaat bij Citeo van rechtswege te hebben neergelegd, zonder dat dit ontslag afbreuk doet aan de juridische validiteit van de handelingen die hij uitvoerde of van de beraadslagingen waaraan hij in de betrokken periode deelnam.
Art. 9.Citeo is onderworpen aan de wet van 5 december 1968 op de collectieve arbeidsovereenkomsten en op de paritaire comités alsmede, op het niveau van de samenstelling van de organen voor sociaal overleg en vertegenwoordiging van het personeel, aan de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en aan de wet van 4 augustus 1996 op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Art. 10.De twee regeringscommissarissen, aangeduid door de Regering bij de MIVB, nemen deel aan de vergaderingen van de raad van bestuur van Citeo. Zij hebben er een raadgevende stem.
Indien een regeringscommissaris vindt dat een beslissing van de raad van bestuur indruist tegen de wet, en in het bijzonder tegen deze ordonnantie, of tegen het algemeen belang, tekent hij beroep aan bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering binnen de vier dagen.
Deze termijn loopt vanaf de dag waarop hij van de genomen beslissing op de hoogte wordt gesteld.
De commissaris betekent Citeo een kopie van zijn beroep. Als de Regering binnen een termijn van 20 dagen vanaf het instellen van het beroep de beslissing niet vernietigd heeft, dan wordt deze beslissing definitief. De vernietiging wordt onverwijld door de Regering aan Citeo betekend.
Art. 11.Op verzoek van Citeo is de MIVB gemachtigd, overeenkomstig de wetgeving op de onteigening van openbaar nut, de verwervingen door te voeren van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de uitbating en de ontwikkeling van de infrastructuur van het net. De Regering moet deze evenwel vooraf hebben goedgekeurd. De MIVB kan de aldus door onteigening verworven goederen inbrengen of onderhands overdragen aan Citeo.
Na de toelating van de Regering, gegeven na advies van de betrokken gemeente(n), is Citeo gemachtigd op de gewest- en gemeentewegen over te gaan of te laten overgaan tot het aanbrengen van de uitrustingen die noodzakelijk zijn voor de exploitatie en de ontwikkeling van de infrastructuur van het openbaredienstnet van stadsvervoer en de toebehoren ervan, op de plaatsen die zij bepaalt.
De gemeente beschikt over een termijn van zestig dagen om haar advies te betekenen.
Na het verlopen van deze termijn, wordt het advies als gunstig beschouwd.
Zonder afbreuk te doen aan het gebruiksrecht van de wegen dat de MIVB heeft krachtens artikel 16 van de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, beschikt Citeo kosteloos over een gebruiksrecht van diezelfde wegen voor de behoeften van het beheer en de ontwikkeling van de infrastructuur van het net.
Art. 12.De dienst van de interesten en de aflossing van de schulden op meer dan één jaar, aangegaan door Citeo en die als doel hebben de inrichting en de ontwikkeling van openbaredienstinfrastructuur voor stadsvervoer, kunnen door het Gewest gewaarborgd worden. De Regering is gemachtigd deze waarborg te verlenen binnen de grenzen van de machtigingen opgenomen in de ordonnantie houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 13.Artikel 1 van de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangevuld door het volgende lid : « Behoudens de afwijkingen voortvloeiend uit de bepalingen van deze ordonnantie of van de statuten van de Maatschappij, wordt deze aanvullend geregeld door het Wetboek van Vennootschappen en de uitvoeringsbesluiten ervan. »
Art. 14.In artikel 2 van de ordonnantie van 22 november 1990, wordt het woord « Executieve » vervangen door het woord « Regering » en de tweede zin door de volgende tekst : « De Regering legt de exploitatievoorwaarden van het openbaredienstnet van openbaar stadsvervoer vast. Deze bevatten onder meer het lastenkohier en de gebruiksvoorwaarden waaraan de gebruikers van deze openbare dienst en het publiek in het algemeen in zijn verhoudingen met deze openbare dienst onderworpen zijn. »
Art. 15.In artikel 3, eerste lid, 2° van de ordonnantie van 22 november 1990, worden na de woorden « door de Maatschappij », de woorden « of door haar dochtermaatschappijen of concessiehouders » toegevoegd.
Art. 16.In artikel 3, eerste lid, 3° van de ordonnantie van 22 november 1990, worden na de woorden « deze doelstellingen », de woorden « door de Maatschappij of haar dochtermaatschappijen of concessiehouders » toegevoegd.
Art. 17.In artikel 10, eerste lid van de ordonnantie van 22 november 1990, worden de woorden « elk jaar » vervangen door de woorden « om de drie jaar ».
Art. 18.Een als volgt opgesteld artikel 15bis wordt in de ordonnantie van 22 november 1990 toegevoegd : «
Art. 15bis.De Maatschappij mag door een concessie van openbare dienst, aan de naamloze vennootschap van publiek recht Citeo, opgericht bij ordonnantie van 19 april 2007, het beheer en de ontwikkeling toevertrouwen van de volledige of gedeeltelijke infrastructuur van het openbaredienstnet van openbaar stadsvervoer dat zij uitbaat, in uitvoering van deze ordonnantie.
In uitvoering van deze concessieovereenkomst, mag de Maatschappij aan Citeo een inbreng van bedrijfstak doen met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de materiële en menselijke middelen die momenteel door de Maatschappij zijn toegewezen aan het beheer en de ontwikkeling van het openbaredienstnet van openbaar stadsvervoer dat zij uitbaat.
Deze inbreng wordt vergoed door de toekenning aan de MIVB van nieuwe aandelen in het maatschappelijk kapitaal van Citeo. ».
Art. 19.In artikel 16 van de ordonnantie van 22 november 1990, wordt het volgende lid tussen het eerste en tweede lid ingevoegd : « De Maatschappij mag deze onteigeningen eveneens doorvoeren op verzoek van haar dochtermaatschappijen of haar concessiehouders. Ze mag hun de door onteigening verworven goederen inbrengen of onderhands overdragen. »
Art. 20.De tweede zin van artikel 18 van de ordonnantie van 22 november 1990, wordt door de volgende zin vervangen : « De Regering is eveneens gemachtigd om het bedrag te bepalen van de toeslag die de Maatschappij kan eisen van de personen, gebruikers van de diensten van de Maatschappij of van de installaties die zij beheert, die de exploitatievoorwaarden bedoeld in artikel 2 van deze ordonnantie niet naleven. »
Art. 21.Een als volgt opgesteld artikel 18bis wordt in de ordonnantie van 22 november 1990 toegevoegd : «
Art. 18bis.§ 1. De Regering is gemachtigd om de gedragingen, tot administratieve overtreding te verheffen, die bij overtreding van de exploitatievoorwaarden bedoeld in artikel 2 van deze ordonnantie de goede werking van de vervoersdienst belemmeren of de gebruikers van het openbaredienstnet van stadsvervoer, de dader, de Maatschappij, de zustermaatschappijen of concessiehouders benadelen.
Deze overtredingen zijn strafbaar met een administratieve boete die, volgens een schaal vastgelegd door de Regering, niet hoger mag zijn dan 500 EUR. Ieder jaar op 1 januari, zal het bedrag van 500 EUR automatisch en van rechtswege geïndexeerd worden op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen dat zes weken vóór de datum van de indexering gold. § 2. De Regering stelt onder de leden van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de ambtenaren aan die gemachtigd zijn de administratieve boetes op te leggen, bedoeld in § 1. De Regering duidt eveneens de personeelsleden van de maatschappij aan, die gemachtigd zijn deze overtredingen vast te stellen.
Aan de persoon aangewezen door een vaststelling van administratieve overtreding moet deze vaststelling betekend worden bij een ter post aangetekende brief en moet ingelicht worden over de boete die hij kan oplopen. Hij kan zijn opmerkingen schriftelijk indienen. Hij mag verzoeken gehoord te worden door de ambtenaar bevoegd voor het opleggen van de administratieve boete.
De administratieve boete wordt vastgelegd in naleving van het principe van proportionaliteit en rekening houdend met een eventuele recidive.
De beslissing van de ambtenaar wordt aan de overtreder bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief. Ingeval de boete niet betaald wordt binnen de twee maanden na de betekening van de beslissing, mag de boete bij dwangbevel gevorderd worden. Het dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de daartoe door de Regering aangestelde ambtenaar. Het wordt betekend bij een ter post aangetekende brief. Het wordt geregeld door de bepalingen opgenomen in het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het conservatoir beslag en de uitvoeringsmiddelen.
De boetes worden geïnd ten voordele van de Maatschappij. Het opleggen van een administratieve boete doet geen afbreuk aan het recht van de Maatschappij op het eisen van herstel van de schade die ze door de overtreding zou hebben geleden.
Een administratieve boete mag niet uitgesproken worden na een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop de overtreding vastgesteld is. § 3. Voor de inbreuken aangeduid door de Regering kan de overtreder, of de Maatschappij in het geval van een beslissing tot het niet opleggen van een administratieve boete, binnen een termijn van één maand vanaf de kennisgeving van de beslissing, bij verzoekschrift een beroep instellen bij de politierechtbank volgens de burgerlijke procedure.
De politierechtbank kan de beslissing van de ambtenaar hetzij bevestigen hetzij herzien.
Geen hoger beroep staat open tegen de beslissing van de politierechtbank.
De instelling van het beroep voorzien in het eerste lid schorst de termijn bedoeld in § 2, laatste lid. » HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Art. 22.De indexering bedoeld in artikel 21 zal voor de eerste keer worden toegepast op 1 januari 2008.
Art. 23.Deze ordonnantie wordt van kracht op 31 maart 2007, met uitzondering van de artikelen 20 en 21 die van kracht worden de tiende dag na publicatie van deze ordonnantie in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 april 2007.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Gewone zitting 2006-2007. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-348/1. - Verslag, A-348/2. - Amendement na verslag, A-348/3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 30 maart 2007.