Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 17 maart 2022
gepubliceerd op 20 mei 2022

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 november 2018 betreffende het delen van vrije vloot vervoersmodi die een alternatief zijn voor de auto

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022020644
pub.
20/05/2022
prom.
17/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 2022. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 november 2018 betreffende het delen van vrije vloot vervoersmodi die een alternatief zijn voor de auto


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 29 november 2018 betreffende het delen van vrije vloot vervoersmodi die een alternatief zijn voor de auto

Art. 2.In artikel 2 van de ordonnantie van 29 november 2018 betreffende het delen van vrije vloot vervoersmodi die een alternatief zijn voor de auto, wordt een nieuw punt 9° toegevoegd, luidend als volgt : « 9° Dropzone : zone, visueel en digitaal afgebakend op de openbare weg, die bestemd is voor het parkeren van fietsdeelvoertuigen of equivalente categorieën uit het verkeersreglement in privébezit. ».

Art. 3.In artikel 4, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt het eerste streepje vervangen als volgt : « - het beperken van de impact van het fietsdelen op de openbare ruimte en in het bijzonder op de vrije doorgang van voetgangers, fietsers en andere gebruikers van inrichtingen voor voetgangers en fietsers ; » In dezelfde paragraaf worden voor het huidige laatste streepje twee nieuwe streepjes ingevoegd, luidend als volgt : « - het naleven van de parkeervoorschriften ; - het aanleveren van de nodige informatie voor de integratie in de gewestelijke digitale mobiliteitsdiensten, volgens modaliteiten die door de Regering bij besluit worden vastgelegd ; ».

Art. 4.In artikel 6 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt een nieuw punt 3° /1 ingevoegd luidend als volgt : « 3° /1 de Regering kan, na consultatie van de gemeentes, gereglementeerde zones vastleggen ;met betrekking tot deze gereglementeerde zones geldt het volgende : - de wegbeheerder duidt op de openbare weg dropzones aan, met een tussenafstand die is aangepast aan de behoefte. De dropzone wordt visueel en digitaal afgebakend ; - de fietsdeelvoertuigen mogen enkel gestald worden in dropzones ; - deze gereglementeerde zones worden aan de operatoren onmiddellijk ter kennis gebracht en opgelegd aan de gebruikers van de dienst voor vrije vloot fietsdelen ; » ; 2° in dezelfde paragraaf wordt een nieuw punt 7° toegevoegd, luidend als volgt : « 7° de hulpaandrijving van fietsdeelvoertuigen wordt technisch begrensd door de operator, teneinde de naleving van de snelheidslimieten in de wegcode te verzekeren.» ; 3° in paragraaf 2 worden de woorden « 24 uur » vervangen door de woorden « 12 uur » ;4° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Bij schending van een van de exploitatievoorwaarden, kunnen de fietsdeelvoertuigen van de openbare weg worden verwijderd of verplaatst na het verstrijken van de in § 2 vermelde termijn, of onmiddellijk, indien er hinder of gevaar is voor andere weggebruikers. » ; 5° de eerste zin van paragraaf 4 wordt vervangen als volgt : « Voor de verwijdering of verplaatsing overeenkomstig § 3, wordt een forfaitaire retributie geheven ten laste van de operator die het fietsdeelvoertuig ter beschikking gesteld heeft.» ; 6° de laatste zin van paragraaf 4 wordt vervangen door de volgende zin : « Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende categorieën fietsdeelvoertuigen en de aanwezigheid van hinder of gevaar.» ; 7° in paragraaf 4 wordt de volgende zin toegevoegd : « De retributie wordt geheven en geïnd door het Gewest, of in voorkomend geval door de gemeente, waarvan de ambtenaar het fietsdeelvoertuig verplaatst of verwijderd heeft.De Regering bepaalt de modaliteiten voor heffing, inning en een eventueel beroep. ».

Art. 5.In artikel 7, § 2, van dezelfde ordonnantie, wordt de eerste zin vervangen door de volgende zin : « De Regering bepaalt in voorkomend geval het bedrag van de retributie binnen een vork van 1 en 100 euro per fietsdeelvoertuig per jaar. ».

Art. 6.In artikel 9 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt de laatste zin vervangen door de volgende zin : « Deze termijn bedraagt minimaal een week en maximaal twee maanden vanaf de kennisgeving.» ; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Wanneer de situatie niet binnen de maand na de schorsing van de vergunning is geregulariseerd, kan de vergunning worden ingetrokken, nadat de operator vooraf werd gehoord. » ; 3° een nieuwe paragraaf 3/1 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 3/1.Zodra de vergunning van de operator voor een tweede keer geschorst werd kan de vergunning worden ingetrokken, nadat de operator werd gehoord. ».

Art. 7.Artikel 11 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende zin : « Het college van burgemeester en schepenen duidt de gemeentelijke ambtenaren aan die gemachtigd zijn om fietsdeelvoertuigen te verplaatsen of te verwijderen, overeenkomstig artikel 6, § 3, en de gemeentelijke ambtenaren die gemachtigd zijn om een retributie te heffen, overeenkomstig artikel 6, § 4. ».

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 maart 2022.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2021-2022 A-445/1 Voorstel van ordonnantie A-445/2 Verslag A-445/3 Amendement na verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 11 maart 2022

^