gepubliceerd op 01 oktober 1998
Ordonnantie houdende organisatie van de toekenning door het Gewest van een toelage voor de samenstelling van een huurwaarborg inzake huisvesting
16 JULI 1998. - Ordonnantie houdende organisatie van de toekenning door het Gewest van een toelage voor de samenstelling van een huurwaarborg inzake huisvesting (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie bedoelt men met : - het Fonds : de Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, genoemd « Woningsfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest »; - de Minister : de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor huisvesting.
Art. 3.§ 1. Elk jaar wordt een bedrag ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder de titel « huurwaarborg ». § 2. Dit bedrag wordt toevertrouwd aan het fonds in de vorm van een renteloos terugvorderbaar voorschot. HOOFDSTUK II. - Werking van de regeling
Art. 4.Het Fonds besteedt de financiële middelen die in het kader van artikel 3 ter beschikking gesteld worden van het Fonds uitsluitend aan de organisatie en de werking van een regeling bestemd om leningen of bankwaarborgen toe te kennen aan personen die moeilijkheden ondervinden om de door hun verhuurder opgeëiste huurwaarborg te betalen en om hen in staat te stellen een degelijke woning te betrekken.
Art. 5.De Regering stelt de toegangsvoorwaarden en de modaliteiten voor de toekenning van de leningen of waarborgen voor de huurwaarborg en voor de terugbetaling van de leningen door de begunstigde vast.
In deze voorwaarden zullen onder meer het type van huurovereenkomst tussen de verhuurder en de huurder, de gezondheids- en bewoonbaarheidsnormen van de verhuurde woningen en de maximuminkomsten waarover de kandidaat voor de huurwaarborg kan beschikken, gepreciseerd worden.
De leningen of waarborgen voor de huurwaarborg worden verleend zonder kosten voor de begunstigden.
Art. 6.De terbeschikkingstelling aan het Fonds van de financiële middelen bedoeld in artikel 3 wordt geregeld in een overeenkomst tussen het Gewest en het Fonds.
In deze overeenkomst zal onder meer bepaald worden dat de in het kader van deze ordonnantie aan het Fonds toevertrouwde bedragen het voorwerp moeten uitmaken van een afzonderlijke boekhouding en dat de eventuele rente, opgebracht door deze bedragen, uitsluitend besteed zal worden aan de regeling van hulpverlening voor de huurwaarborg.
Deze overeenkomst wordt uiterlijk zestig dagen na de ondertekening ervan aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad toegezonden.
Art. 7.Het Fonds aan de gemeente of aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van een gemeente gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, desgevraagd de taken betreffende de administratieve en sociale follow-up van de dossiers opdragen.
Hij kan die taken ook opdragen aan verenigingen die ijveren voor integratie via de huisvesting.
Die delegatie wordt geregeld in een overeenkomst tussen het Fonds en de gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de vereniging, die aan de Minister ter goedkeuring wordt voorgelegd.
De taken die aan de gemeenten, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen opgedragen worden, worden gratis uitgevoegd. HOOFDSTUK III. - Controle
Art. 8.Het Fonds bezorgt de Minister jaarlijks een volledig verslag over het gebruik van het in de vorm van een voorschot ontvangen bedrag.
De Minister bezorgt dit verslag binnen dertig dagen na ontvangst aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. HOOFDSTUK IV. - Terugbetaling
Art. 9.Het aan het Fonds in het kader van deze ordonnantie door het Gewest toegekende voorschot wordt terugbetaald aan het Gewest wanneer het Gewest een einde maakt aan de regeling van hulpverlening voor de samenstelling van een huurwaarborg volgens de door het Gewest vastgestelde regels.
Art. 10.In geval van ontbinding van het Fonds is het verplicht alle bedragen die het in het kader van deze ordonnantie heeft ontvangen als terugvorderbare voorschotten, aan het Gewest terug te betalen.
Art. 11.In alle gevallen zal de terugbetaling door het Fonds van dit voorschot aan het Gewest beperkt worden tot de bedragen die terugbetaald zijn door de begunstigden van de leningen en tot de vorderingen van het Fonds op deze personen.
Om die schulden te kunnen vorderen, zal het Gewest in de rechten treden van het Fonds. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 12.De Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor huisvesting is belast met de uitvoering van deze ordonnantie.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 16 juli 1998.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Gewone zitting 1997-1998 : Documenten van de Raad.- Ontwerp van ordonnantie, nr. A-252/1. - Verslag, nr. A-252/2.
Volledig verslag. - Bespreking : vergadering van 9 juli 1998. - Aanneming : vergadering van 10 juli 1998.