Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 14 december 2000
gepubliceerd op 30 december 2000

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de Planning en de Stedenbouw

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2000031498
pub.
30/12/2000
prom.
14/12/2000
ELI
eli/ordonnantie/2000/12/14/2000031498/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2000. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de Planning en de Stedenbouw (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2 De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 5 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw : 1° Het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « De plannen blijven van kracht tot op het ogenblik dat ze volledig of gedeeltelijk gewijzigd, geschorst of opgeheven worden ».2° Het derde lid wordt opgeheven. Artikel 3 De volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 26 van dezelfde ordonnantie : 1° In het eerste lid worden de woorden « preciseert door het te aan te vullen » vervangen door de woorden « gaat uit van de richtsnoeren van het gewestelijk ontwikkelingsplan dat van kracht is op de dag dat het wordt goedgekeurd ».2° De punten 5° en 6° van het tweede lid worden opgeheven.3° Het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het kan de wijzigingen vermelden die moeten worden aangebracht aan de gemeentelijke ontwikkelingsplannen en aan de bijzondere bestemmingsplannen.Het kan bovendien voorschriften betreffende de plaatsing en de omvang van de bouwwerken en voorschriften van esthetische aard bevatten. » Artikel 4 De eerste zin van het tweede lid van artikel 31 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende zin : « De bepalingen van het vigerende gewestelijk bestemmingsplan, van de vigerende gemeentelijke ontwikkelingsplannen en van de vigerende bijzondere bestemmingsplannen die niet overeenstemmen met het ontwerpplan worden geschorst. » Artikel 5 De artikelen 34 en 47 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven.

Artikel 6 In artikel eerste lid, 6° van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « alsmede de opheffingen van hun ganse of gedeeltelijke perimeter » toegevoegd na het woord « wijzigingen ».

Artikel 7 Artikel 59 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd: 1° in het eerste lid worden de termen « volgens de regels bepaald in de artikelen 51, 52, 53, 53bis, 53ter, 54, 56, 57, 58, 58bis, 58ter en 58quater » opgeheven.2° in het tweede lid worden de woorden « het opmaken » vervangen door de woorden « de uitwerking ».3° Artikel 59 wordt met de volgende leden aangevuld : « Als de gemeenteraad echter een bijzonder bestemmingsplan wijzigt dat niet langer overeenstemt met het vigerende gewestelijke bestemmingsplan of het vigerende gemeentelijk ontwikkelingsplan, keurt hij definitief het ontwerpplan goed met toepassing van artikel 53bis, na afloop van het openbaar onderzoek betreffende het basisdossier, en zet hij de procedure verder overeenkomstig artikel 53ter. Het ontwerp tot wijziging dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Regering bevat als bijlage de gecoördineerde grafische en woordelijke voorschriften van het gehele gewijzigde plan. » Artikel 8 In artikel 62 van dezelfde ordonnantie worden de woorden « de artikelen 51, 52, 53, 53bis, 53ter, 54, 56, 57, 58, 58bis, 58ter en 58quater » vervangen door de woorden « de bepalingen met betrekking tot de uitwerking of wijziging van bijzondere bestemmingsplannen. » Artikel 9 In artikel 63 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « in de artikelen 51, 52 en 53 » worden vervangen door de woorden « in de bepalingen inzake de uitwerking of wijziging van bijzondere bestemmingsplannen ».2° De woorden « Nadien stelt de Regering het basisdossier vast dat naar aanleiding van de bezwaren, de opmerkingen en de adviezen eventueel werd gewijzigd » vervallen.3° Het derde lid wordt opgeheven. Artikel 10 Artikel 64 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Artikel 11 Artikel 65bis van dezelfde ordonnantie wordt met de volgende woorden aangevuld « geheel of gedeelte van de perimeter van » tussen de woorden « artikel 55 » en de woorden « een bijzonder bestemmingsplan opheffen ».

Artikel 12 Een artikel 65sexies, luidend als volgt, wordt in dezelfde ordonnantie ingevoegd : «

Art. 65sexies.§ 1. De gemeenteraad kan uit eigen beweging of op verzoek van de Regering, geformuleerd in een met redenen omkleed besluit, beslissen de impliciete opheffingen vast te stellen van de woordelijke en grafische bepalingen van een bijzonder bestemmingsplan indien die niet in overeenstemming zijn met het gewestelijk bestemmingsplan.

In geval van gedeeltelijke opheffing wordt het besluit van de gemeenteraad vergezeld van een gecoördineerde versie van de grafische en woordelijke voorschriften van het plan.

De Regering verleent haar goedkeuring binnen drie maanden na de ontvangst van het met reden omklede besluit. Bij gebrek aan kennisgeving van de beslissing van de Regering binnen deze termijn, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

Het besluit van de Regering tot goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad of naargelang het geval, het advies van de Regering vaststellende dat de goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad geacht wordt te zijn goedgekeurd, worden bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. § 2. Indien de procedure tot vaststelling van de opheffingen werd ingesteld op verzoek van de Regering om de in paragraaf 1 bedoelde redenen en indien de gemeenteraad de aanvraag van de Regering heeft verworpen of er niet op heeft geantwoord binnen de gestelde termijn, kan de Regering in de plaats van de gemeenteraad treden.

In geval van gedeeltelijke opheffing het besluit van de Regering vergezeld van een gecoördineerde versie van de grafische en woordelijke voorschriften van het plan.

Uittreksel ervan wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 13 Een artikel 65septies, luidend als volgt, wordt in dezelfde ordonnantie ingevoegd : «

Art. 65septies.§ 1. Als de opheffing van een bijzonder bestemmingsplan voor de volledige perimeter of een deel ervan werd gepland door een gemeentelijk ontwikkelingsplan, dan keurt de gemeenteraad de opheffing goed binnen zes maanden na het in werking treden van het gemeentelijk ontwikkelingsplan.

De Regering verleent haar goedkeuring binnen drie maanden na ontvangst van de beslissing. Bij gebreke van kennisgeving van de beslissing van de Regering binnen deze termijn wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

Het besluit van de Regering tot goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad of naar gelang van het geval, het bericht van de Regering dat vaststelt dat de goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad geacht wordt te zijn goedgekeurd, worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Het besluit van de Regering of, naar gelang van het geval, de beslissing van de gemeenteraad treedt in werking binnen de termijn vastgesteld door de Regering, of bij gebrek daaraan, 15 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. § 2. Als de gemeenteraad de beslissing tot opheffing niet heeft goedgekeurd binnen zes maanden na het in werking treden van het gemeentelijk ontwikkelingsplan, kan de Regering zich in de plaats van de gemeenteraad stellen en rechtstreeks overgaan tot opheffing.

Uittreksel van het besluit van de Regering wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het treedt in werking binnen de termijn vastgesteld door de Regering of bij gebreke daaraan binnen 15 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. ».

Artikel 14 Artikel 117 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met het volgende lid : « De werken en de handelingen die ontheven zijn van het advies van een gemachtigde ambtenaar worden ook ontheven van de bijzondere maatregelen tot openbaarmaking bedoeld onder artikel 112 en van het advies van de overlegcommissie bedoeld in artikel 114 ».

Artikel 15 Artikel 120 van dezelfde ordonnantie vervangen door het volgende voorschrift: «

Art. 120.§ 1. Van de met toepassing van artikel 116 afgegeven vergunning mag gebruik worden gemaakt indien de gemachtigde ambtenaar binnen twintig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, geen met reden omklede beslissing tot schorsing van de vergunning ter kennis van de aanvrager heeft gebracht.

De in het eerste lid bedoelde termijn begint te lopen op de dag waarop de schorsing bedoeld in artikel 87, § 2 opgeheven wordt.

De tekst van het eerste lid moet in de vergunning worden opgenomen. § 2. Van de met toepassing van artikel 118 afgegeven vergunning mag gebruik worden gemaakt indien de gemachtigde ambtenaar binnen dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, geen met reden omklede beslissing tot schorsing van de vergunning ter kennis van de aanvrager heeft gebracht.

De in het eerste lid bedoelde termijn begint te lopen op de dag waarop de schorsing bedoeld in artikel 87, § 2 opgeheven wordt.

De tekst van het eerste lid moet in de vergunning worden opgenomen. » Artikel 16 In artikel 125, vierde lid van dezelfde ordonnantie wordt de term « twintig » vervangen door de term « dertig ».

Artikel 17 Artikel 204 van dezelfde ordonnantie, waarvan de bestaande tekst § 1 wordt, krijgt een § 2 toegevoegd, opgesteld als volgt : « § 2. Bij afwijking van de artikelen 26 en 28 kan de Regering het eerste gewestelijk bestemmingsplan goedkeuren zonder vooraf de impliciete opheffingen die uitwerking hebben op de bestaande bestemmingsplannen te hebben bepaald. Wat de bestemmingsplannen betreft, kan de bestaande rechtstoestand vereist door artikel 26, tweede lid, 1° worden beperkt tot de cartografische aanduiding van de perimeter van de bijzondere bestemmingsplannen die niet expliciet werden opgeheven ».

Artikel 18 Aan artikel 205 van dezelfde ordonnantie wordt een paragraaf 4 toegevoegd, opgesteld als volgt : « § 4. De bepalingen van de bijzondere bestemmingsplannen die impliciet werden opgeheven omdat zij niet overeenstemden met het gewestplan van de Brusselse Agglomeratie of met de verordenende bepalingen van het eerste gewestelijk ontwikkelingsplan die werden goedgekeurd nadat die bepalingen van kracht werden, krijgen hun aanvankelijke uitwerking terug in de mate waarin zij overeenstemmen met het eerste gewestelijk bestemmingsplan, tenzij zij intussen werden gewijzigd of uitdrukkelijk werden opgeheven. » Artikel 19 Deze ordonnantie treedt in werking de dag dat zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 17 dat op 30 augustus 1999 in werking treedt.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 14 december 2000.

De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 1999-2000. A - 131/1 Ontwerp van ordonnantie.

Gewone zitting 2000-2001.

A - 131/2 Verslag.

Volledig verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 8 december 2000.

^