11 JULI 2002. - Ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (1)

De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.De laatste lid van artikel 2 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor verhuur van wagens met chauffeur, wordt geschrapt.

Art. 3.Lid 3 van artikel 5 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende zin : « Hierbij kan de Regering een opsomming maken van verschillende categorieën van voertuigen die verband houden met welbepaalde behoeftes en voor elk van deze categorieën, het maximum aantal voertuigen vastleggen waarvoor exploitatie vergunningen kunnen worden afgegeven. »

Art. 4.Leden 4 en 5 van artikel 5 van dezelfde ordonnantie worden vervangen door de volgende drie leden : « Ingeval dit maximum aantal niet wordt bereikt, publiceert de Regering in het Belgisch Staatsblad een bericht, bestemd voor het publiek, waarin melding wordt gemaakt van het aantal voertuigen waarvoor een of meerdere exploitatievergunningen aan nieuwe exploitanten kunnen worden uitgeriekt of waarvoor een of meerdere reeds uitgereikte exploitatievergunningen kunnen worden uitgebreid.

De beslissingen van de Regeringen over de toekenning van een nieuwe vergunning of de uitbreiding van het aantal voertuigen dat een exploitant die reeds een vergunning heeft, mag exploiteren, worden genomen na een kwalitatieve vergelijking van de projecten die de kandidaten in antwoord op het in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd bericht hebben voorgelegd. Deze beslissingen zijn gebaseerd op het openbaar nutsaspect van de dienst.

De Regering wordt gemachtigd om de voorwaarden en criteria te bepalen waaraan de door de kandidaten ingediende projecten moeten voldoen opdat ze ontvankelijk worden geacht en vervolgens worden onderzocht, alsook de vorm en de inhoud van het bericht dat in het Belgisch Staatsblad moet worden bekendgemaakt, de termijn waarbinnen de projecten moeten worden ingediend en de procedure betreffende de beslissing die na het onderzoeken van die projecten moet worden genomen. »

Art. 5.Artikel 7 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd : 1° Paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende paragrafen : § 1.De duur van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst bedraagt zeven jaar. § 2. De vergunning dient jaarlijks opnieuw geldig te worden verklaard.

Daarvoor dienen de exploitanten zich elk jaar tussen 1 januari en 30 juni aan te bieden op de taxidienst van het Gewest en dienen zij daarbij in het bezit te zijn van een bewijs van goed gedrag en zeden dat bestemd is voor een openbare administratieve dienst. Dit bewijs mag niet ouder zijn dan drie maand. Zij moeten eveneens een attest voorleggen van de sociale verzekeringsinstellingen waarbij zij aangesloten zijn, met de naamlijst van dit personeel, waarin vermeld staat dat zij in regel zijn met de sociale bijdragen, zowel voor zichzelf als, in voorkomend geval, voor het personeel. Verder moeten zij in het bezit zijn van een getuigschrift dat bewijst dat alle geëxploiteerde voertuigen als taxi verzekerd zijn, alsook van het betalingsbewijs van de belasting zoals vermeld in het artikel 13 en dat betrekking heeft op het vorige jaar.

Het voorleggen van deze documenten maakt het mogelijk de exploitatievergunning opnieuw te geldig te verklaren. Van deze nieuwe geldigheidsverklaring wordt melding gemaakt op de exploitatie vergunning. § 3. De vergunning is hernieuwbaar voor een termijn van dezelfde duur.

De vergunning kan worden toegekend of vernieuwd voor een duur die korter is dan zeven jaar, indien bijzondere omstandigheden ingesvhreven in de toelatings- of vernieuwingsakte deze afwijking rechtvaardigen. 2° In paragraaf 2, die paragraaf 4 wordt, worden de woorden « wordt geweigerd » in de eerste alinea vervangen door de woorden : « kan worden geweigerd ».

Art. 6.Artikel 8 lid 2 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld door de volgende zin : « De beslissing over de aanvraag wordt genomen door de Administratie ingeval van aanvaarding en door de Regering ingeval van verwerping. »

Art. 7.Artikel 10 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « Mits voorafgaande goedkeuring door de Regering kan de exploitant van een taxidienst worden voortgezet op basis en onder de voorwaarden van de exploitatievergunning en zonder afbreuk te doen aan het recht op hernieuwing genoemd in artikel 7, en dit in de volgende gevallen : 1° de echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende of de bloed- of aanverwanten tot in de tweede graad kunnen, in geval van overlijden of blijvende onbekwaamheid van de houder van de vergunning, de exploitatie van de dienst voortzetten onder dezelfde voorwaarden, tot op het einde van de lopende vergunning;2° een rechtspersoon mag de exploitatie-activiteiten van een natuurlijke persoon die houder is van een vergunning, voortzetten, maar alleen ingeval deze natuurlijke persoon de vergunning inbrendt in de rechtspersoon die hij opricht en zolang hij de hoofdaandeelhouder en het statutair orgaan belast met het dagelijks beheer is. Elke beslissing tot weigering wordt gemotiveerd. »

Art. 8.In dezelfde ordonnantie wordt een nieuw artikel 10bis ingevoegd, dat als volgt luidt : De houder van een vergunning die gedurende minstens tien jaar voorafgaand aan de aanvraag een taxidienst zonder onderbreking heeft uitgebaat en die definitief zijn exploitatieactiviteiten stopt, kan onder de volgende voorwaarden en door middel van de goedkeuring van de Regering zijn exploitatievergunning overdragen : 1° de aanvrager moet aan al zijn verplichtingen voldoen, waaronder de jaarlijkse geldigheidsverklaring van zijn vergunning, gedurende minstens tien jaar;2° de persoon die wordt voorgesteld als kandidaat-overnemer moet de voorwaarden, zoals aangegeven in artikelen 6 en 8, vervullen en moet bovendien voldoen aan de criteria die werden vastgelegd door de Regering in verband met de criteria die de Regering volgens haar bevoegdheid kan preciseren, in overeenstemming met artikel 5, lid 6. Een exploitatievergunning kan bij de overdracht worden verdeeld.

De beslissing de overdracht toe te laten of te weigeren wordt gemotiveerd.

Ingeval de overnemer reeds houder is van een exploitatievergunning, zal zijn vergunning worden gewijzigd om er het totale aantal voertuigen dat de exploitant voortaan zal mogen exploiteren in te vermelden.

Art. 9.Artikel 11 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd : 1° De eerste paragraaf wordt opgeheven;2° De woorden « wegens dezelfde redenen » die te vinden zijn aan het begin van paragraaf 2, die paragraaf 1 wordt, worden vervangen door de woorden « wegens uitzonderlijk en naar behoren gerechtvaardigde economische of sociale redenen ».

Art. 10.Artikel 12, lid 2 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende zin : « In afwijking van het vorige lid, kan de Regering de daarvoor aangewezen ambtenaar machtigen om de beslissingen te treffen over een opschorting van niet langer dan één mand. »

Art. 11.Artikel 14, lid 3 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende woorden : « met uitzondering van artikel 17, lid 2 ».

Art. 12.Aan artikel 28 van dezelfde ordonnantie wordt een lid 3 toegevoegd, die als volgt luidt : « De Regering legt ook de bepalingen vast betreffende de voertuigen die als taxi's of als huurwagens met chauffeur worden geëxploiteerd, door minstens de toepassing van de volgende principes te bevestigen : 1° vanaf 1 januari 2005 mogen de voertuigen die als taxi's worden geëxploiteerd niet ouder dan zeven jaar zijn.Hierbij wordt geteld vanaf de eerste ingebruikname zoals op het inschrijvingsbewijs vermeldt wordt; 2° de voertuigen die door een exploitant voor het eerst voor een taxidienst worden aangewend, zijn wit of zwart van kleur.Niettemin kan de regering een uiterlijk kenmerk bepalen dat gemakkelijk herkenbaar is in het verkeer; 3° de voertuigen die door een exploitant voor de eerste keer aan een taxidienst worden toegewezen moeten uitgerust zijn met motoren waarvan de uitstoot de Europese normen respecteert die dadelijk van toepassing zijn, evenals de normen goedgekeurd door de federale overheid die bevoegd is voor deze materie.»

Art. 13.Artikel 29 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende lid : De Regering kan, in de gevallen die ze bepaalt, beslissen in de prijs van de rit tegemoet te komen.

Art. 14.Artikel 31, § 2, lid 3 van dezelfde ordonnantie krijgt de volgende woorden ter aanvulling : « met uitzondering van artikel 17, lid 2 ».

Art. 15.In artikel 33, § 2 van dezelfde ordonnantie worden tussen de woorden « toe te passen » en het woord « moet » de woorden « en na te gaan of deze ordonnantie, de uitvoeringsbesluiten ervan en de exploitatievergunningen worden nageleefd » ingevoegd.

Art. 16.Artikel 40 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Art. 17.De duur van alle vergunningen voor de exploitatie van een taxidienst die geldig zijn op het moment van de inwerkingtreding van de onderhavige ordonnantie, wordt van rechtswege van vijf op zeven jaar gebracht.

Art. 18.Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad , met uitzondering van de artikelen 8 en 16, die in werking treden op de datum die door de Regering wordt vastgelegd, en van het artikel 5, 1°, § 2, dat in werking treedt op 1 januari van het jaar dat volgt op de bekendmaking.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 11 juli 2002.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Twerkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 2001-2002. A-302/1. Ontwerp van ordonnantie.

A-302/2. Verslag.

Volledig verslag : Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 5 juli 2002.