Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 10 januari 2002
gepubliceerd op 14 juni 2002

Ordonnantie betreffende het Reservefonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031300
pub.
14/06/2002
prom.
10/01/2002
ELI
eli/ordonnantie/2002/01/10/2002031300/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JANUARI 2002. - Ordonnantie betreffende het Reservefonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Er wordt een instelling van openbaar nut « Het Reservefonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » opgericht, hierna « het Reservefonds » genoemd.

Het Reservefonds bezit rechtspersoonlijkheid.

Het Reservefonds is een instelling van openbaar nut van categorie A in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.

Art. 3.Het Reservefonds heeft tot doel, binnen de grenzen van zijn middelen, dotaties toe te kennen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde bij te dragen in de realisatie van het begrotingsevenwicht van laatstgenoemde.

Art. 4.Het Reservefonds is ertoe gemachtigd om alle daden te stellen in functie van zijn opdracht, inbegrepen de belegging van zijn beschikbare middelen in openbare of privé-waarden en met uitsluiting van leningen.

Art. 5.De middelen van het Reservefonds bestaan uit de dotaties in zijn voordeel ingeschreven in de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en uit de opbrengst van de beleggingen van de beschikbare middelen.

Art. 6.Het saldo van de beschikbare middelen van het Reservefonds op het einde van het begrotingsjaar wordt automatisch en zonder enige beperking voorbehouden.

Art. 7.Het Reservefonds wordt beheerd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering stelt haar personeel, uitrusting en installaties ter beschikking van het Reservefonds en dit zonder enige vergoeding.

Art. 8.Elk jaar dient de Regering bij de Brusselse Hoofdstedelijke Raad het verslag in over de activiteiten van het Reservefonds samen met de jaarrekeningen van het dienstjaar.

Art. 9.Artikel 1, A , van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut wordt aangevuld met de volgende woorden : « Het Reservefonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ».

Art. 10.Deze ordonnantie treedt in werking op een datum welke de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vastlegt en uiterlijk op 21 december 2001.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 10 januari 2002.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 2001-2002. A-244/1. Ontwerp van ordonnantie.

A-244/2. Verslag.

Volledig verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van donderdag 20 december 2001.

^