gepubliceerd op 24 april 2003
Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen
3 APRIL 2003. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 3 van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, gewijzigd bij de ordonnantie van 23 mei 2001 en bij de ordonnantie van 21 februari 2002, wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt : « § 3. - De in artikel 5a bedoelde belasting is niet verschuldigd door het gezinshoofd dat het gebouw of gedeelte van een gebouw betrekt waar de maatschappelijke, exploitatie- of bedrijfszetel is gevestigd van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die de in artikel 5b bedoelde belasting is verschuldigd en waarvan hijzelf of een gezinslid zaakvoerder is. »
Art. 3.In artikel 4 van dezelfde ordonnnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.- De in artikel 5 bedoelde belasting is niet verschuldigd door de gzinshoofden die ten laste zijn van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of die aantonen dat het gezinsinkomen, naar gelang van het geval, gelijk is aan of lager dan 120 % van het bedrag van het leefloon volgens de schaal voor alleenstaanden die overeenkomt met de gezinssituatie van de alleenstaande, of 240 % van het bedrag van het leefloon volgens de schaal voor samenwonenden als het gezin uit samenwonenden bestaat. » 2° in § 1bis , 3°, worden de woorden « 80 % » vervangen door de woorden « 66 % »;3° een § 3bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 3bis .- De belasting, bedoeld in artikel 8, is niet verschuldigd voor de gebouwen waar regelmatig de plenaire vergaderingen van het Europees parlement, een federale kamer, een gewestraad, een gemeenschapsraad, een Raad van een gemeenschapscommissie, een Provincieraad, een gemeenteraad, een raad voor Maatschappelijk Welzijn worden gehouden. »; 4° in § 4, worden de woorden « in § 3 » vervangen door de woorden « in §§ 3 en 3bis ».
Art. 4.Deze ordonnantie heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 april 2003.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 2002-2003. A-404/1. Ontwerp van ordonnantie.
A-404/2. Verslag.
A-404/3. Amendementen na verslag.
Volledig verslag : Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 28 maart 2003.